De laatste tijd – vóór de massahysterie na
vorige week losbarstte – was er in de media wel wat te doen rond tewerkstelling
van werklozen, het (on)heil van de loopbaanbegeleidingscheques en de (on)werkzaamheid
van de VDAB daarin.
Deze laatste heeft, naast de goednieuwsshow en
de leukigheid rond de dagelijkse “fun”-activiteiten van haar opperhoofd, immers
steevast de mond vol van mensen die, na een burn-out of een al dan niet kwalijk
ontslag, zichzelf plots heruitgevonden hebben, het licht hebben gezien en nu
verder op de ultieme roze wolk door het leven zweven, door het initiatief te
nemen om een heel andere richting uit te gaan, een
“als-je-het-mij-tien-jaar-geleden-had-gezegd-had-ik-je-gek-verklaard”-introspectie
over zich te laten neerdalen en (midlifecrisisgewijs of niet) aan de slag te
gaan met boter en eieren, hout en spijkers of – why not – dode mensen, “want dat was wat ze eigenlijk altijd al
wilden doen”. Inderdaad, om het welslagen van haar loopbaanbegeleiding te
demonstreren voert de VDAB steevast exotische hippievoorbeelden aan van
niet-alledaagse loopbaanwendingen die door het toedoen van de cheques aan het
licht zijn gekomen door een grondige psychologische analyse en die dus zeker
geen sudden urge zijn, in geen geval
hoor. Zelf heb ik ernstige vragen bij die sluimerende drang om na je 45ste
cupcakes en taarten te gaan bakken, vinger- en teennagels te gaan decoreren,
het houden van een B&B of het uitgeleide uit dit leven doen van
afgestorvenen (worden daar overigens nog steeds washandjes voor gebruikt?) for a living. Waar zaten die bakkers,
mani- en pedicuristen, hoteliers en doodgravers dan verscholen toen deze mensen
13 of 18 en aan een studiekeuze toe waren?
De loopbaanbegeleiding heb ik zelf eveneens gevolgd,
maar die leidde niet echt tot diepe inzichten, behalve dat uiteindelijk – na
eerdere mislukte sessies bij iemand die na haar ontslag als marketeer bij wijze
van retrospectieve roeping loopbaanbegeleider was geworden, met slechts frustratie
over haar verloren gegane marketingcarrière – werd bevestigd dat ik wel
degelijk nieuwe dingen aankon, als maar de mogelijkheid werd geboden en die
dingen aansloten bij mijn eigen kwaliteiten. M.a.w. de demotivatie over werk
spruit meestal voort uit de situatie waarin men verzeild geraakt en de
(ongewenste) taken die men moet doen, zonder dat men enige betrokkenheid voelt.
Ik nam, ondanks dat het werd afgeraden door een tweede – doch degelijke – loopbaanbegeleidster
in door de VDAB aangeboden extra time,
de beslissing om een nieuwe studie aan te vatten, die mij met nieuwe inzichten –
in weerwil van de eerder beschreven verwoede pogingen om mij pootje te lappen
onderweg – toch in een andere job zou brengen, waarin ik die kwaliteiten zou
kunnen inzetten op een andere manier. En dat staat er nu aan te komen.
Natuurlijk heb ik ook momenten gehad waarbij
ik eraan dacht om iets “wilds en totaal anders” te gaan doen – al was dat dan
vooral door toedoen van die eerder genoemde VDAB-media-euforie – maar
uiteindelijk moest ik erkennen dat die bakker, knutselaar, hotelier,
dierenverzorger of doodgraver niet in mij verscholen zat toen ik 13 was, en er
dus ook nooit naar behoren zou kunnen uitkomen. Om nog maar te zwijgen van het
aantal faillissementen als straks, bij de zoveelste economisch neerwaartse
curve of bankencriminaliteit, bij al die producten van de Verlichting het licht
wordt uitgedaan.
Nochtans ben ik – puur voor de lol, en
natuurlijk ook om de zoveelste afwijzing door iemand die net de tienerjaren is ontgroeid
niet in mijn koude kleren te laten kruipen – ook eens met mijn creativiteit aan
de slag gegaan, en het resultaat van deze “voor & na” mag overigens best
gezien worden…
Misschien toch maar in mijn portfolio steken?
Je weet maar nooit dat ik straks in de Kringwinkel het licht niet zie…