Sunday 16 October 2011

The answer to everything

Kwissen is een aparte bezigheid, en kwisploegen vormen meestal een vaste kliek waar je maar moeilijk tussenkomt, met hun eigen geplogenheden en gewoontes, specialisaties en kennis. Zo apart en vast dat Bart De Pauw er inspiratie in zag voor een nieuwe soap. Zelf was ik ooit een niet onverdienstelijk kwisser in een semi-vaste kwiskliek die doorgaans de gelegenheidskwissen in het Klein-Brabantse aandeed, soms zelfs met uitzwervingen tot ’s Gravenwezel, Lier of Leuven om deze of gene organisator te plezieren, en met deelnames in de plaatselijke kwiscompetitie – al vergt dit laatste al ettelijke uren studie, op in de verste verte nog niet voor de hand liggende onderwerpen,  in de stijl van “Welke wijn dronk Stradivarius om de verkoop van zijn eerste viool te beklinken?”, wetenswaardigheden die je op een zaterdagavond niet zo onmiddellijk uit je mouw weet te schudden.

Als bij toeval kwam ik afgelopen vrijdag nog eens in zo’n kwisploeg terecht, bestaande uit enkele vriendinnen en voormalige kwisgenoten, die nog een man, of beter vrouw, tekort kwamen om deel te nemen aan de jaarlijkse Dameskwis van Zoektochtenclub Veertienbunders in Blaasveld. Als altijd bij kwisploegen werden de nodige contacten gelegd, e-mails verstuurd, goedkeuringen aangevraagd, alvorens er werd beslist dat bibi per uitzondering mocht aantreden bij “De Dwalende Lichtjes”. Niet dat deze kwisploeg bijzonder hoog scoort – doorgaans eindigen ze op kwissen ergens in de middenmoot, zo werd mij gezegd – maar deze gang van zaken is nu eenmaal typerend voor de ondoorgankelijkheid van het kwisweefsel, zelfs als het meer om de gezelligheid dan de kennis gaat. Ik was blij dat ik nog eens kon gaan kwissen; ettelijke jaren geleden was het bijna tot een indigestie uitgegroeid, met ploeggenoten die de vrijdagen én zaterdagen van één weekend wilden vullen met kwissen, en dat van september tot juni, wat het nog zwaarder en langdradiger maakte dan een doorsnee basketbalseizoen, om dan uiteindelijk regelmatig weer dezelfde antwoorden op dezelfde vragen te moeten geven, en achteraf met een fles wijn, een set keukenhanddoeken of een koffiekop-met-spreuk onder de arm nog verschillende uren na te kaarten en te discussiëren over de (wijze van) antwoorden op de voorbije kwis, niet zelden met vingerwijzingen naar wie bij zijn standpunt was gebleven waar het een verkeerd antwoord betrof, of een verkeerde voornaam had ingevuld waar alleen de achternaam was gevraagd. Juryleden werden op het matje geroepen waar er discussie was over het correcte antwoord; vragen en antwoorden werden minutieus bijgehouden; namen van concurrenten op een zwarte lijst geschreven; de snoodaard door wiens schuld je net op de tweede in plaats van de eerste plaats was terechtgekomen, en dus het artikel met foto in de plaatselijke Passe-partout misliep, werd een week lang scheef bekeken en als het kon op de reservebank geplaatst.

Deze dameskwis bleek een “ladies only” aangelegenheid te zijn, wellicht niet alleen om bovenstaande redenen; de exemplaren van de andere kunne werden enkel ingezet aan de kassa, de toog en de ophaling der antwoordbladen. De kwis verliep goed; onze antwoorden volgden snel op de vraagstelling, of werden, als ze niet snel volgden, toch regelmatig op de valreep nog gevonden door middel van brainstorming in de ploeg (dat overigens beter werkt dan bij een mannenploeg, waar het competitief individueel element van “ik-moet-scoren”, veel meer aanwezig is dan bij vrouwen, en sommigen nog liever hun tong afbijten dan te zeggen dat de andere – zeker indien van het andere geslacht – een goeie prestatie heeft geleverd). De hele omkadering van de kwis was ook erg vrouwelijk; niet alleen thee en frisdranken gingen goed van de hand (de Duvel aan onze tafel buiten beschouwing gelaten), maar ook allerhande snacks vonden hun weg in de zaal om de vrouwelijke kennishormonen op een hoger toerental te laten draaien. Dat de speciaal voorziene flessen cava gretig afname vonden, bleek uit het groeiende aantal decibels en bijhorende giechelstondes, dat steeds meer in crescendo begon te gaan naarmate de avond vorderde, waarbij het gekakel in de laatste reeksen meer dan eens de vraagstelling overstemde. Dat enkele van de vragen hun oorsprong vonden in de Kamasutra of menig artikel uit Flair, Feeling of Libelle, en er bij wijze van demonstratie een “drildo” onder onze neus werd gehouden, droeg daar uiteraard alleen maar toe bij.

Onze gelegenheidsploeg bleek – in tegenstelling tot het gros van de andere ploegen, waar de cava zonder twijfel zijn tol begon te eisen – steeds meer warm te lopen voor de eindspurt. Bij de laatste paar reeksen lieten we een vijftal ploegen achter ons die ons bij aanvang nog de weg versperden, om uiteindelijk op een respectabele derde plaats te stranden op een totaal van zo’n 36 ploegen. Gewoontes sterven uiteraard nooit uit, en er werd nog een vervolg gebreid aan de avond in een café aan het Willebroekse “pleintje”, doch zonder vingerwijzingen of oeverloze herhalingen van de vragen uit de reeks. Het bleek uiteindelijk voor iedereen een win-win-situatie: de ploeg was blij met mijn inbreng, en ik was blij dat ik nog eens had kunnen kwissen. De banden waren weer aangehaald, de contacten gelegd, de plannen gesmeed, en als het goed meezit zal mij in de nabije toekomst nog wel eens een keer om antwoorden worden gevraagd door De Dwalende Lichtjes, of een andere kwisploeg.

No comments: