Tuesday 24 May 2011

What a day for a daydream

We zijn nu al verschillende maanden verder sinds Julienne voor de eerste keer bij ons binnenkwam en wij zijn nog altijd blij dat we, zoals eerder in een blog aangegeven, de beslissing hebben genomen om wekelijks biologische groentjes te bestellen. Of het is te zeggen, via de Duurzaamheidsgroep Puurs, die dan weer besloten om Julienne te engageren voor de bestellingen. De groep is ondertussen uitgegroeid tot een 35-tal vaste pakketten in Puurs, en terecht, omdat je niet meer moet kiezen tussen appelen en peren, en je je niet meer moet afvragen of het sop de kool wel waard is; het is gemakkelijk dat de keuze voor jou wordt gemaakt, en - hoewel het tijdens de wintermaanden nogal een keertje dikwijls hetzelfde leek (het is dan ook "duurzaam", omdat het vooral inheemse groenten en fruit zijn) - je krijgt een uitgebalanceerd pakket van groenten en fruit, zelfs met af en toe een meer exotisch exemplaar, overgevlogen uit het zuiden of zelfs van de Dominicaanse Republiek, maar uiteraard even biologisch als de rest en enkel omwille van de variatie. Gelukkig is de winter nu voorbij, en de inheemse variatie wordt alweer iets uitgebreider. Uiteraard ben je niet gebonden aan dit pakket en kan je daarnaast nog altijd je eigen "speciallekes" kopen in de winkel, want de "duurdere" groenten kunnen uiteraard niet voor hetzelfde budget geleverd worden.

Afgelopen zaterdag organiseerde de Duurzaamheidsgroep een uitstapje naar de boerderij De Lochting, waar het gros van de groenten uit het Juliennepakket vandaan komt. De keuze voor deze boerderij was blijkbaar vorig jaar (toen ze ermee begonnen) niet enkel gevallen omwille van het biologische, maar evenzeer omwille van het sociale karakter van deze onderneming, die eveneens dienst doet als sociale werkplaats, en voor een groot deel draait op mensen die in het gebruikelijke arbeidscircuit niet aan bod zouden komen. Daarnaast hebben ze nog een heleboel nevenactiviteiten die hun sociale karakter enkel nog meer benadrukken (groendienst, dierenasiel, fruitverdeling op scholen, enz.).

Vreemd genoeg was slechts een handvol mensen geïnteresseerd in de herkomst van de groentjes, al zaten de lente-, communie- en andere feesten rond deze tijd van het jaar daar natuurlijk ook voor iets tussen. We trokken dus met 2 auto's richting Roeselare, waar bedrijfsleider Dirk Lammertyn ons met (bio-)koffie en koekjes liet uitblazen van de lange rit. Na een bijzonder uitgebreide uitleg over de werking van de Lochting, de successen en de moeilijkheden waar ze mee kampen, konden we een kijkje gaan nemen in de verschillende teeltvormen en bij het benodigde materiaal, om met verstomming te worden geslagen over wat er allemaal komt bij kijken: zo hadden de (tegen dan al bijzonder warme) glazen serres met uitgebreide sproei-installaties o.a. ook bijenkasten met noeste werkers die het verhaal van de bloemetjes en de bijtjes vervolmaakten; het machinepark was bijzonder goed voorzien van snufjes die wellicht in onze tuin ook van pas zouden komen, maar thuis wellicht niet zo handig te stockeren waren; de veldteelt diende met ijzerdraad te worden afgeschermd van snoepgrage wilde konijnen en andere ongenode klanten; en de andere (plastic) serres beschikten zowaar over een sproeisysteem waarvan het water steeds opnieuw werd gerecupereerd om te worden afgeleid naar het eigen waterreservoir dat zich achter de hoofdserre bevond. Om nog maar te zwijgen van de gigantische composthoop, die omwille van de hoge temperaturen regelmatig onder handen diende te worden genomen - gelukkig voor de werkmensen met het daartoe voorziene materiaal.

Een bijzonder uitgebreide en leerrijke uitleg, en een mens zou van minder honger krijgen (vooral ook omdat we al van half negen 's morgens weg waren). De eigen biowinkel (Origin'O), was ondertussen jammer genoeg gesloten voor de middagpauze, maar Dirk kon ons wel een adresje in de buurt aanbevelen waar we 'een kleinigheid' konden gaan eten. 't Heerenhuys, dat iets verderop lag in de richting van Roeselare centrum (maar nog net buiten, omdat parkeren in de stad ons ten stelligste werd afgeraden) bleek echter meer dan een kleinigheid te kunnen voorzien.

De eigenaar verwachtte hongerige klanten, en zijn serveuse sprong onmiddellijk in het gelid om ons te bedienen en te begeleiden naar de gedekte tafel die hij had klaarstaan op het terras, aangezien het ondanks het warme weer en het weekend op het ene koppeltje na bijzonder eenzaam was in het restaurant. Twee van de zeven couverts werden met  kortstondig gefronste wenkbrauwen terug weggehaald, tot het ons begon te dagen dat die ene versierde tafel wellicht bestemd was voor een andere groep waarvan ze in blijde verwachting waren, en dat het wellicht het beste was om hen even in te lichten van het spontane karakter van ons bezoek (wat, aangezien er geen stormloop was, hen wellicht niet zo ongenegen was).

We kozen enkel voor een hoofdgerecht, omdat de kaart niet echt “kleinigheden” aanbood, maar mochten ons in tussentijd al tegoed doen aan de knabbels die op de bezette tafels werden voorzien; gekonfijte tomaatjes, tapenade, stukjes worst, en gekruide plattekaas en zelfgeroosterde toastjes om het te begeleiden. Daarna koos het hele gezelschap resoluut voor vis; er was gegrilde zwaardvis met venkel en aubergine, en zeebaars met lamsoor, alle met verse pasta. Omdat er ons nog een terugrit wachtte, stelden we ons tevreden met een koffie, maar ook daarnaast werden we nog vergast op bijhorende extra’s onder de vorm van mignardises: een mini-rijstpapje met notencrumble, een mini-chocoladepudding en vers gebakken koekjes. Om snel een “kleinigheid” te gaan eten, hadden we dus zeker wel waar voor ons geld gekregen, en dat alles met een stemmig loungemuziekje op de achtergrond. Het terras van ’t Heerenhuys was zo gezellig dat de namiddag al een heel stuk gevorderd was voor we (noodgedwongen) weer terug richting Puurs vertrokken.

Al bij al een geslaagde dag, en de afwezigen, om welke reden dan ook, hadden ongelijk. Met het fantastische weer waren wij nog tot laat op de avond in de wolken. En wij niet alleen...






’s Anderdaags, op de dag des heeren voor de mensen van de Lochting, was het voor ons dan weer “werkendag”, en konden we eindelijk beginnen om het biologische groen in onze tuin binnen de perken te houden. Met het plan om nog eens een keertje terug te keren naar Roeselare, om zeker eens één van de meergangenmenu's van ’t Heerenhuys uit te proberen. Bij nazicht van hun website thuis bleek zowaar dat het restaurant in 2010 door Knack Weekend tot tweede beste Belgische keuken was verkozen. Niet zomaar een kleinigheid dus.

Friday 20 May 2011

Alle Menschen werden Brüder

We liepen er allemaal mee te pronken in de jaren ’80: de 12 gouden sterren op een veld van koningsblauw. Europa werd ons nieuwe vaderland; we zouden allemaal vrij kunnen bewegen van Lapland tot Calabrië, van Galway tot de Zwarte Zee. Onze patatten werden vervangen door spaghetti, de Gouda door Manchego, onze Champagne halen we gauw even zelf en de Duvel zou Ricard stilaan verslaan bij het petanquen. Hoopvol keken we de toekomst tegemoet, het noorden naarstig zwoegend, terwijl het zuiden voor alles zijn tijd nam in de zon. Het werd ze vergeven; tenslotte zorgden zij voor de eerste aardbeien als de winterkou nog niet helemaal uit onze botten was, en bleven zij met de glimlach paraat staan tijdens de zomermaanden, als wij het op en rond hun stranden bruin bakten. Oneffenheden en rimpels in het water werden met de mantel der liefde toegedekt. Alles blonk als de sterren in de vlag.

Tot de laatste economische crisis, waarbij sommige noorderlingen het oeverloos gezwoeg beu waren, vooral nadat was gebleken dat de zuidelijke zwarte kous niet alleen leeg was, maar ook nog eens een ferm gat vertoonde dat bijzonder moeilijk te stoppen viel. Kwam daar nog bij dat de stopper van dienst zich op trans-Atlantische missie zelf niet bepaald op kousenvoeten bewoog en daardoor in nauwe schoentjes kwam te zitten, zodat er nu ook nog grote onenigheid is ontstaan over wie als volgende het spaarvarkentje mag wassen.

Bij een microklimaat als een internationale werkvloer komen in deze omstandigheden de grote oude oerverschillen tussen de verschillende volkeren die de lading vormen, gedekt door eerder genoemde vlag, daardoor weer sterk bovendrijven, en worden clichés in al hun starheid bevestigd.

Zo is het “Et alors?” van Mitterand in de Franse zeden gaandeweg tot norm verheven. Mijn Franse collega’s maken zich uitermate druk over de behandeling van hun would-be toekomstige president aan de overkant van de plas, maar het met een waas van look en uien omgeven protest wordt uiteraard alleen tijdens de werkuren gespuid, want tijdens de lunch worden er belangrijker dingen voorgeschoteld, en om zes uur staat de pastis alweer te wachten.

De Britten, die eigenlijk aan een verdoken vorm van penisnijd lijden over zoveel Franse flamboyantie, halen afkeurend in één keer hun neus met stiff upper lip op, en vinden dat het hele zootje beneden de Kanaaltunnel eigenlijk terug zou moeten naar waar het thuishoort, nl. onder de Britse knoet. Als het even kan met regelmatige beroering van het zweepje door de drager van een paar empire makers, want tenslotte zijn al die luie volkeren die alleen met eten en koken bezig zijn toch niet goed snik. Om nog maar te zwijgen van hun gebrek aan pedigree.

Terwijl de Duitsers al stilaan terug dromen van ein Reich, zij het dan met meer dan één Führer, omdat zij toch als enigen goed bezig zijn, schuifelen de “oosterlingen” van vlakbij en van ver in stilte dichter, om met socialistisch geschoeide vlijt tot de Europese officiële functies door te dringen, waar ze, met de heerlijke smaak naar meer van die Europese munt, zich wentelen in het summum van wat ooit het communistische ideaal was: zich zo hoog mogelijk begeven op de ladder van de ambtenarij.

En de zuiderse medemens? Die werkt aan zijn carrière en zijn economie, heus wel, al is het echt wel moeilijk om het hoofd erbij te houden, zo na de middag, of als die mooie dame gepasseerd is, of als er voetbal op TV is, of rugby, of Berlusconi...

De sterren in de vlag blinken dezer dagen een beetje minder, voornamelijk omdat iedereen vooral bezig is om voor zijn eigen deur te vegen en geen oog meer heeft voor het gemeenschappelijke goed. Als al die zgn. decision makers weer eens met hun voeten op de grond zouden kunnen worden gebracht, – en dat hoeft daarom heus niet zo drastisch te gebeuren als bij een beschuldigde in een Amerikaanse rechtszaak – gewoon weer eens back to basics, stoppen en zich afvragen waar al die welvaart, die uiteindelijk de oorzaak van alle miserie was, ook alweer vandaan kwam, dan komt het misschien allemaal nog wel goed met die unie. Want zonder was het alleen nog maar veel erger geweest.

Monday 16 May 2011

Voulez-vous coucher avec moi ce soir

Met een lentefeest, de eerste veelvuldig foutief gespelde barbecues – dus niet de in een steeds groeiende hoeveelheid folders fonetische voorkomende misbaksels “barbeques” (sic), technisch te worden uitgesproken als [barbeks] – en een moederdagetentje achter de rug, hebben we nog niet echt de gebruikelijke culinaire lentematigheid aan de dag kunnen leggen die komt met de luchtigheid van het weer. De slaatjes zullen dus nog even op zich moeten laten wachten, maar dat doen de zomerse temperaturen op dit moment dan ook weer.

Een bezoekje aan Leuven onlangs werd afgesloten onder de vorm van een etentje bij Omaya, een Libanees restaurant aan het Sint-Jacobsplein in Leuven. Een beetje ongelukkig gelegen, daar aan dat Sint-Jacobsplein, want klaarblijkelijk alleen bekend bij buurtbewoners of mensen die de plaatselijke parkeerplaats weer afrijden na hun shoppingstonde. Maar aangezien ons oog en onze neus gemakkelijk blijft hangen aan alles met een culinair reukje, hadden we het al gespot bij aankomst, en dus wilden we het voor onze terugrit naar het Klein-Brabant eens uitproberen. Met de gevel van een gewoon woonhuis zou je er al snel aan voorbijlopen, als er geen suggestiebord op het voetpad voor de deur zou staan, dat in één oogopslag een smakelijk idee geeft van wat er te verkrijgen is, ondersteund door de begeleidende geur die uit het pand stroomt. Nog vrij vroeg op de avond was het wat verlaten, al liep het een uurtje later toch stilaan vol, vooral dan met wat door de patron klaarblijkelijk als habitués werd herkend. Vooral buurtbewoners dus, zoals ik al zei. We startten met enkele lukraak gekozen voorgerechten – een gebruikelijke mezze die je in andere Libanese restaurants kan krijgen, waarbij er al een voorselectie van de Libanese tapa’s werd gekozen voor de gretige eter, stond niet als dusdanig op de menukaart – om vervolgens te kiezen voor één van de “mechwi’s”, wat eigenlijk een grillschotels zijn, voorzien van enkele groenten, rijst en brood. Geen superdeluxe kookkunst, maar het is dan ook vrij redelijk van prijs en lekkerder (lees: gezonder) dan de doorsnee pittaschotel; het interieur is net iets gezelliger gemaakt. De kaart biedt niet zo’n geweldig grote keuze om er regelmatig de deur plat te lopen, al is dat wat habitués gewoonlijk aanspreekt. Ik zou er niet voor omrijden, maar als je toevallig op Sint-Jacobs parkeert, kan je het misschien wel eens proberen.

Nog iemand wie niet bepaald matigheid aan de dag legde afgelopen weekend, was Dominique Strauss-Kahn, "DSK" voor de vrienden, tot voor kort gedroomde presidentskandidaat voor de sossen in Frankrijk, en graag geziene gast bij enkele evenementen van mijn huidige werkgever. Helaas voor dit alles, sloeg de testosteron bij de genaamde DSK zo erg de hoogte in, dat hij er meteen zijn professionele en politieke carrière mee aan gruzelementen knalde. Ook al mag iedereen dan orakelen dat het heerschap het voordeel van de twijfel geniet, het vermoeden van onschuld heeft zolang zijn schuld niet is bewezen, en er wordt getwijfeld aan de echtheid van het gebeurde, wat ik vooral frappant vind is dat schijnbaar niemand er de facto van uitgaat dat hij wel eens gewoon ronduit een verkrachter zou kunnen zijn. Iedereen, vooral de media en zowel zijn politieke mede- als tegenstanders gaan onmiddellijk uit van een complottheorie bedacht om hem van zijn piëdestal te gooien, terwijl mijn onmiddellijke collega’s van Franse nationaliteit op het werk in alle nuchterheid wezen op het feit dat de man gewoon een vrouwenzot is, en zelfs een vrij ongezonde omgang heeft met vrouwen, die hem in het verleden al veel problemen en een zware reputatie op dat vlak hebben opgeleverd, getuige daarvan overigens bijkomende verhalen in die trant die nu weer bovenkomen. Maar, wat in mijn ogen het ergste is, opgezet spel of niet – want zelfs als het op één of andere manier zou kunnen zijn opgezet als een val voor een muis, dan nog heeft de man toch gretig toegehapt in het blokje kaas – is dat er een vrouw is die werd aangevallen en daarvoor klacht heeft ingediend, en toch, nog steeds in deze 21ste eeuw, wordt er onmiddellijk van uitgegaan dat de claims van de kleine vrouwelijke garnaal dienen te worden afgedaan als een onwerkelijke fantasie die aan haar brein is ontsproten om een grootheid wellicht geld af te troggelen, terwijl de grote, invloedrijke kreeft zijn gloed van onaantastbaarheid blijft behouden. Maar ja, het jaar van de vrouw is dan ook alweer een tijdje geleden...

Thursday 5 May 2011

Heal the world

Op vrijdag 29 april troonde mijn eega mij mee naar de plaatselijke Sint-Pieterskerk van onze woonplaats. Edoch, niet voor wat men daar gewoonlijk zoal pleegt te doen op een vrijdag, maar wel om des avonds een concertje bij te wonen van de heer Liebrecht Vanbeckevoort, u wellicht alleen maar bekend van zijn plaats als finalist in de Koningin Elisabethwedstrijd. (Geen nood, mij ook.)

Blijkbaar heeft de pianovirtuoos (die ook nog andere prijzen en onderscheidingen mocht ontvangen, en van tijd tot tijd een gastrolletje heeft in de Night of the Proms) op een blauwe maandag in een ver verleden nog eens in Puurs gewoond (of althans toch eventueel familie van hem). Het was voor het in verhouding tot zijn reputatie bij het gemeentebestuur tamelijk dunnetjes opgekomen publiek niet echt helemaal duidelijk. Hoedanook, onze burgervader vond dat reden genoeg om zelf in hoogsteigen persoon de inleiding te komen volspreken, waarbij iets werd gemompeld van een eventuele “herinneringsplaque” aan het voorouderlijk huis, om geld te verdienen aan de drommen toeristen die zich daarvoor te Puurs zouden begeven. Je zag hem al dromen van de inkomsten voor de gemeentekas die de bijhorende merchandising aan gesigneerde foto’s, petjes, speelgoedpiano’s, herdenkingstheekoppen, plastieken – of nee, plaasteren! – kopieën van de herinneringsplaque en dies meer zouden opbrengen, maar de boodschap ten gronde aan het publiek ging enigszins verloren in zijn lyriek.

Gelukkig dwaalde hij dienaangaande toch niet al te ver af, want de starre en krakkemikkige kerkstoelen, het langdurig gebruik waarvan mij de laatste 28 jaar bespaard was gebleven, bleken niet verrassend totaal ongeschikt voor dit soort langdurige concerten, en zaten op dat ogenblik al onder mijn kont te branden en te prikken. Het muzikale gezelschap Nuove Musiche werd in de presentatie van het dorpsopperhoofd tamelijk stiefmoederlijk behandeld, ook al bespeelden zij ‘alleen maar’ alle andere instrumenten die eraan te pas kwamen, en verdween Vanbeckevoort na het pianoconcerto nr. 20 van Mozart met de magnumfles Duvel van de cultuurdienst onder zijn arm richting coulissen, om niet meer terug te keren. Daarop mochten de artiesten van Nuove Musiche toch even zelf in voetlicht treden, en – ik weet niet of het aan Mozart, Schubert, Vanbeckevoort of Nuove Musiche lag – dat kon mij iets beter bekoren dan de grote pianopasja zelf, wiens hyperactief smoelwerk tijdens het spelen mij veel meer in de ban hield dan zijn muzikale talenten. Wellicht lag het aan de combinatie van een vrijdagavondvermoeidheid – tenslotte had het koninklijke huwelijk van over de plas die dag al de helft van mijn attentie opgeëist! – met de ongemakkelijke stoelen en de hitte van de spots, die om één of andere reden op het aanwezige publiek waren gericht (misschien bij gebreke van terraswarmers in de kille kerk), maar ondanks dit alles liep ik toch niet echt warm voor het concert. De leden van Nuove Musiche kregen overigens de Duvel niet te zien en moesten met een droge keel de kerk uit. Er kwam zelfs geen zingen aan te pas. Maar zij verdienen dan ook geen plaque in Downtown Puurs... (Ik had eigenlijk wel een beetje met ze te doen.)

Nadat alles geleidelijk aan weer stil werd rond het Verre en het Midden-Oosten, worden de gemoederen dezer dagen weer beroerd in Europa, nu sommige landen terugplooien op de oude krokodillenpolitiek en de grenzen opnieuw willen controleren uit angst voor de verhuis naar een beter leven die vanuit de Noord-Afrikaanse landen op gang zou kunnen komen. Nog even, en er wordt ons weer terug gevraagd of we “Rien à déclarer” hebben op weg naar huis van onze vakantiebestemming (een Tunesiër of een Egyptenaar in de koffer?). Nochtans zag heel de wereld de toekomst weer even rooskleurig in op maandag, toen het opperhoofd van de VS de dag opende met zijn dooddoenertje (excusez le mot): de vangst en liquidatie van Al Qaida-kopman Osama Bin Laden was eindelijk een feit en leidde tot vreugdevuren en dito kreten aan de overkant van de Atlantische Oceaan. U kan nu weer met een gerust hart uw achterdeur los laten staan, uw fiets/auto/schoonmoeder onbewaakt achterlaten, uw portefeuille uit uw achterzak laten hangen, het geld voor de bakker/melkboer aan de klink van de voordeur hangen, of uw bestelde CD’s en boeken bij afwezigheid aan de achterdeur of bij de buren laten afleveren want: “the world is now a safer place”! Nu alleen nog Frankrijk en Italië overtuigen. En enkele (andere) dictators een beetje zuidelijker.