Wednesday 19 January 2011

Knock on wood

De tuin. Je zou niet verwachten dat er in de vochtige en koude (of soms minder koude) januarimaand iets te beleven valt. Al het groen is, net als de NMBS overigens ook weer dezer dagen, ongegeneerd tot traagheid teruggebracht. Vogels en eekhoorns, zelfs sporadische fazanten of watervogels, lummelen wat rond of prikken verveeld aan de noten en vetbollen, maar blijven vooral liever op hun behaaglijke nest zitten, vooral als er weer eens jagers de buurt onveilig maken. Nochtans is dit een maand waarin het voor ons alle hens aan dek is in de tuin, kwestie van niet voor een voldongen feit en onbegonnen werk te staan als we in maart of april na een abrupt einde van een lange koude weer een plotse explosie van nieuw groen beleven.

De drie knotwilgen in de voortuin waren aan een vestimentaire coupe toe, niet alleen om hun ware aard te behouden, maar ook en vooral omdat ze al dreigend dicht naar de overhangende elektriciteitsdraden begonnen te reiken, en we daar toch liever geen vuurwerk van zien komen. Aldus begonnen we twee weekends terug, gewapend met onze “Alligator”, aan deze zware taak, die bijna dreigde uit te groeien tot een sisyphusarbeid. Sommige ‘twijgjes’ waren al zo uit de kluiten gewassen, dat ze geheel onafhankelijk hadden kunnen postuleren voor knotwilg. En aldus konden we met onze Alligator maar bij mondjesmaat tewerkgaan, en kwam het snoeien en verwerken van het hout tot voor onze stoof hapklare brokken, niet verder dan een gezapig tempo van één wilg per zondagnamiddag. Traagheid alom, zoals ik al zei.

Maar er staat ons nog meer te doen, in deze stille maanden. Aangezien de fruitbomen (ook al) op hun traagst groeien in midwinter, is het aangewezen om die nu alvast te kortwieken, of je zit in de zomer weer met de gebakken peren, omdat hun takken zowel in de hoogte als in de breedte alle richtingen uitgaan. Een notelaar die er vóór de zomer het bijltje bij neerlegde, diende noodgedwongen te worden omgelegd, maar twee scheutjes met ambitie die nog niet aan opgeven dachten werden daarbij wel gevrijwaard, en zullen ons hopelijk binnen een jaar of 15 terug noten op onze zang bezorgen. Er is dus nog werk aan de winkel, en de volgende weekends zullen we nog zeker weten wat doen, al is het nu niet van die aard dat we niet weten van welk hout pijlen maken.

Om geheel in de groene sfeer te blijven, en in afwachting van het ontluiken van onze eigen fruitoogst, doen we tegenwoordig een beroep op de vitaminen die worden aangeleverd via een lokale Fairtrade-organisatie, onder de vorm van biogroenten en -fruit van Julienne. Het principe is eenvoudig: je maakt op de website de keuze van de pakketten die je wenst, mailt je bestelling door, en op maandagavond ga je ze bij je plaatselijke verdeler ophalen, voor een hele week verse biologische groenten en fruit aan een redelijke prijs, met enkele simpele muisklikken. Of hoe de winter die in de rest van Europa diep bruin en zwart kleurt, bij ons toch nog groen wordt...

Tuesday 11 January 2011

Keep on rockin' in the free world

Ondanks de hoopvolle vooruitzichten en wensen die om 12 uur des avonds op den 31sten december door Nonkel Charel en Tante Wis al lallend over menig glas champagne of Gordon X-mas worden ingefluisterd, is het nieuwe jaar is niet echt goed ingezet, me dunkt mij. Hongarije heeft het voorzitterschap van de EU overgenomen, maar de fakkel die België doorgaf (met hier en daar uitgedoofde plekken, smeulende vuurtjes en vlammend vuurwerk) stak ter plekke meteen het vuur aan de lont. De ‘sociaaldemocratische’ premier Orban schijnt de autoritaire trekjes van de vuurrode geschiedenis toch niet helemaal verleerd; het land dat de rest van Europa moet leiden in de komende zes maanden, legde bij middel van een nieuwe mediawet de journalistiek ter plaatse én in het buitenland een pak regels op, die schijnen te ruiken naar censuur. De Europese Commissie dient de wet zelf nog uit te pluizen, en niemand kan vertellen wat er eigenlijk instaat, maar de hele Europese Gemeenschap heeft haar verontwaardiging nu alvast laten blijken.

Tenslotte is een weekje rond de kerst al lang genoeg om vriendelijk te zijn tegen iedereen. Dus werd er ook een aanslag gepleegd op een christelijke kerk in Alexandrië (dat bij ons gewoonlijk op een vrolijkere manier onder de aandacht komt) waarbij 21 doden vielen, ging een razige republikeinse zot met een geweer tekeer in Tucson Arizona (met dank aan Sarah Palin – bij ons vooral bekend als de vrouwelijke versie van Bush jr., maar dan met nog dommere uitspraken), vechten in Ivoorkust twee honden om een been, en zit het er in de bezette Palestijnse gebieden en voor de verandering ook eens in Tunesië en Algerije, bovenarms op. Alsof dat nog niet genoeg is, zitten ze in Australië nu ook al voor een groot deel Down Under Water, terwijl bij ons de uitgelopen Waalse rivieren uit de lessen aardrijkskunde bijna dagelijks in het nieuws worden opgefrist (hoog tijd overigens dat er eens wat meer synoniemen worden gevonden voor het parafraserende “buiten zijn oevers treden” –het is trouwens al lang niet meer duidelijk waar die oevers nu juist beginnen en eindigen; vraag het maar eens aan Tante Jeanne met de caravan aan de Lesse). En terwijl we het dan toch over overlopers hebben: de broer van professionele partyshopper Bert Anciaux heeft besloten om ook eens een Bertje te doen en in good spirits zijn partij te verlaten voor de Bende van Bart De Wever, de professionele regeringsvormingsstopper en volgens sommigen Allerslimste Mens van de provincie Vlaanderen. (Er wordt mitsgaders door de N-VA overwogen om den leeuw op de Vlaamsche vlag te vervangen door enen draack, om onduidelijke redenen, doch dit terzijde.)

Bijzonder jammer maar helaas moesten ons in dit prille jaar ook al een paar grootheden van de populaire cultuur verlaten: de acteur Pete Postlethwaite, de man met de haast onuitspreekbare naam wiens afkomst en achtergrond haast letterlijk te lezen stonden op zijn uit marmer gehouwen gezicht, die een paar pareltjes van films afleverde en desondanks toch niet altijd de eer opstreek die hem daarvoor te beurt had moeten vallen; en de muzikant Gerry Rafferty, componist van onder andere het bekende deuntje Baker Street, dat vanaf NU dus voor de rest van de dag in uw hoofd zal blijven hangen. Ook gemengde gevoelens in de entertainmentsector: De
Kampioenen houden ermee op. Of dat een goede of een slechte zaak is, laat ik in het middenveld en aan uw eigen voorkeur over.

Helaas voor ons zijn er ook een paar dingen, en met name in de sector van de taalkundige expressie, die de oversteek naar het nieuwe jaar wel overleefden. Tegenwoordig kan je niet zomaar met iets beginnen, of iets gaan doen; nee, je moet “aan de slag gaan”, met een tekst, een toneelstuk, met een stuk steen of klei, met verse sint-jacobsvruchten of desnoods een boterham en de pot choco, maar vooral: “met je creativiteit” (AAAARRRGHH!!). Je moet ook blijven “Genieten”, want “dat is genieten!”. Vroeger deden we dat van een kop koffie, de zon, een fris pintje, een vakantie; kortom, van alle leuke dingen die aan dit overgankelijk werkwoord dat een aangename beleving weergaf, een betekenis gaven. Tot één of andere nitwit besloot dat het plots een onovergankelijk werkwoord moest worden, met een betekenis op zich, en dat gretig werd overgenomen door BV’s en OV’s. For the record: genieten heeft in onovergangelijke zin enkel de betekenis “hebben, ontvangen, krijgen”. Ik doe hierbij een oproep aan alle tentsletjes om het correcte gebruik van dat woord terug in ere te herstellen. Voor zover ze natuurlijk niet “iets hebben van” dat het te moeilijk is, want dit andere voorbeeld van Pfafferig woordgebruik is nog zo’n wangedrocht dat ondertussen in alle geledingen van de maatschappij is doorgestoten, en waar we blijkbaar niet meer afgeraken. (Wat heb je dan? En waarom heb je er maar een stuk van? Een verstand misschien?)

Andere blijvers, op straat, op het werk en aan de telefoon, maar vooral te onpas, zijn “gaat het?” en “stoor ik?”. Het eerste wordt altijd en overal gebruikt. Niet meer “hoe gaat het met u?”, “hoe voel je je?”, of een werkelijke vraag in die zin naar de toestand van je gesprekspartner; nee, zelfs als je net van je fiets bent gevallen, je knie zo hard openligt dat het bloed door de scheur in je jeans gutst en je elleboog plots naar voren wijst, of je na een halve nacht de ziel uit je lijf kotsen met een geelgroen gezicht en gedroogde korsten in je mondhoeken door twee half toegeknepen en opgezwollen ogen met je bleke gezicht het daglicht tegemoet treedt, zal één of ander autistisch medemens je nog steeds uitbundig vragen “gaat het?”, uiteraard in onovergankelijke, rethorische zin. Eén raad om dit uit de wereld te helpen: met luide stem en in volle overtuiging “NEEN!” antwoorden als die vraag uw richting wordt uitgekaatst. Het meewerkend voorwerp zal zich nog nooit zo snel uit de voeten hebben gemaakt. Idem dito met de totaal overbodige vraag “stoor ik?” die in niet-rethorische zin wordt gelanceerd, en waarop klaarblijkelijk steeds een antwoord wordt verwacht, als deze of gene collega je opbelt (doorgaans diegene die twee bureaus verder maar vanachter de plant hoeft op te kijken om je te zien zitten), of een kennis je op de gsm opbelt. Dude: ten eerste word ik hier betaald om deze telefoon op te nemen; ten tweede zou ik mijn telefoon niet opnemen als ik niet gestoord wens te worden, want die vrijheid bestaat nu eenmaal en heeft altijd bestaan, dat je je telefoon niet kan opnemen, of een gsm zelfs helemaal kan uitzetten. (Ja hoor, ze bestaat! Blijven oefenen.)

Een nieuwkomer, met de komst van de sneeuw net voor de kerst gelanceerd door één of ander mediamens, en tegenwoordig met stip op één, zijn de “vrachtwagens in schaar” op onze autosnelwegen. Een vrachtwagen slipt of kantelt niet meer, staat niet meer dwars over de weg, nee, of het nu om een gewone vrachtwagen gaat, een trekker met aanhangwagen of desnoods een Piaggio Ape: hij staat altijd en overal “in schaar”. Ik hoop dat u in 2011 er niet door ééntje van de weg wordt geknipt. En nu eruitknippen, die onzin.

Moraal van het verhaal: ’t is niet voor de crisis, of ’t één of ’t ander, maar we zijn na 11 dagen 2011 alweer niet echt goed bezig...

Tuesday 4 January 2011

Let's hope it's a good one, without any fear

Mijn goede voornemen voor dit jaar is om geen voornemens meer te maken. Of toch, dat is er al eentje. En misschien ook wel om nog maar eens wat te diëten. En terug wat meer te bewegen, maar dan buiten, of op de hometrainer. De weegschaal lijkt er niet zo content meer mee, met dat bewegen van mij, vooral niet na de afgelopen feestmalen. En ik zou me ook niet meer ergeren aan vanalles en nog wat, al is dat niet zo evident. Om dat te omzeilen heb alvast deze eerste werkweek van het jaar besloten om minimaal gebruik te maken van het openbaar vervoer, en om mijn avonden te besteden aan goeie films of aan boeken. Tot zover gaat dus nog alles goed.

Het was evenwel niet evident die eerste dagen van dit wonderbaarlijke nieuwe jaar. Vooral niet met de jagers in de ons omringende bossen, die niet alleen onze zondag van 8 tot 18 uur, maar ook een (voor ons) doordeweekse ochtend van een werkweek zo vroeg als kwart voor vijf al begonnen te verknallen, waardoor een fazantenfamilie van 3 toevlucht kwam zoeken in onze tuin, en het ondertussen al vertrouwde uilengeroep van de afgelopen vakantienachten (dat bij deze voor de rest van het jaar dus wordt geassocieerd aan “vakantie”) weer verdwenen is. Doch, ik wil niet hypocriet zijn; ik lust ook wel een stukje wild bij tijd en wijle, maar daarom hoeven ze dat nog niet te komen schieten in mijn achtertuin. Edoch, ik zal mij er niet aan ergeren.

Ook ging ik wat meer live contact proberen te houden met sommige mensen, of terug contact proberen op te nemen met andere mensen. Dus bel je iemand op, die niet opneemt, waarbij je een voice mail laat, een voorstelletje doet om eens af te spreken – persoonlijk contact in plaats van de afstandelijke e-versie, weetuwel – en dan wordt er niet teruggebeld. Nooit. Ook weer lekker. Dan stuur je maar een e-mail, die weer onbeantwoord blijft. Zucht. (Ik doe m’n best hoor.)

Op het werk zou ik evenzo wat beter mijn best doen om er het beste van te maken. Het is overduidelijk dat noch de markt, noch mijn persoonlijke medische omstandigheden (blog van 5 oktober 2009 weldra revisited) er momenteel naar zijn om de overstap naar iets anders te maken, dus begon ik deze eerste week met een optimistische inzet aan de werkzaamheden van dit nieuwe jaar... om de tweede dag alweer stil te vallen en mijn bezigheden vooral gevuld te zien met “Prullen” (voor het gemak even met een grote P, kwestie van het toch nog wat cachet te geven).

In verband met dit laatste heb ik bovendien het voornemen om geen grote verwachtingen te koesteren van dit jaar, ondanks de goede wensen en mooie stellingen in de trant van “in 2011 gaat alles vanzelf” (gezien de Belgisch-Nederlandse uitspraak van dit aan de gang zijnde jaar puur gebaseerd op ongelijk jambisch rijm en bovendien jammer genoeg geen empirisch bewijsbare exacte voorspelling van een voorgehouden werkelijkheid).

En voor je het weet heb je zo alweer een lijstje met voornemens bijeengerakeld, die in februari wederom een stille dood zullen sterven in een diepe vergeetput, om pas in januari van een volgend jaar opnieuw te worden gevoed. Maar alsnog een gelukkig nieuwjaar! En wat zijn uw voornemens voor deze maand?