Tuesday 29 June 2010

Bird of Paradise

Nu het verzopen voorjaar ons heeft voorzien van voldoende gebladerte rondom in de tuin, is het niet verwonderlijk dat er ook een heleboel levende wezentjes zich daarin verschansen. Dat het van de lente tot het warme najaar een gekwetter is dat het een lieve lust is, waren we al gewend, maar de laatste tijd komen de kleinste bewoners van onze tuin ons ook ongegeneerd vervoegen terwijl wij op het terras zitten.

De meest opmerkelijke medebewoner van de Hof ter Bollendreef nummer 3 is Moeder Merel. Ik zag haar voor het eerst toen ik enkele weken geleden nietsvermoedend de rozentuin waarvan eerder sprake inwandelde om te kijken hoe het stond met de aankomende bloesems, en zij vanop het ijzeren tuinhekje kwetterend tekeer ging tegen mij, waarbij het maar al te duidelijk was dat ik mij in de buurt van haar kroost begaf, en dat zulks niet te waarderen viel. Omdat ik me stilletjes had teruggetrokken en er daarna niet meer in de buurt was geweest, kon ze merken dat ik haar en haar kroost geen kwaad hart toedroeg, en de volgende dagen begon ze met mondjesmaat toenadering te zoeken.



Ze kwam steeds dichter bij het terras zitten, bleef zonder opkijken op het gras naar wormen zoeken, en uit nieuwsgierigheid naderde ze steeds meer, tot ze uiteindelijk op een hoekje van het terras zat. Sinds vorige zondag laat ze merken dat ze alle vertrouwen in me heeft; terwijl ik het onkruid van tussen de rode bessen aan het plukken was, kwam zij, in datzelfde perkje, op nog geen halve meter van mij, met opengesperde bek en opengeslagen vleugels languit van het zonnetje genieten, en ze gaf geen kik toen ik een paar keer langs haar passeerde. Ondertussen komt ze, als wij aan tafel zitten, een metertje verder naar ons zitten kijken, en dat herhaalt zich elke avond bij thuiskomst opnieuw. Als er op een hoekje van het terras, op weg naar haar kroost, een trosje met rode bessen, enkele rijpe bosaardbeitjes of de overblijvende kruimels van een quiche worden gelegd, neemt ze die heel onbevangen in ontvangst terwijl we erop blijven kijken, om haar kroost een meer gevarieerde voeding te geven dan rupsen en wormen alleen.

Sinds gisteravond blijken we er nog een avondlijke bezoeker bij te hebben. Na eerder al wat stevig geritsel te hebben gehoord dat te luid was om van de gebruikelijke kleine muizen of padden te zijn die we af en toe ook de tuin horen of zien doorkruisen, verscheen dan gisteren plots een jonge egel. Terwijl je op het terras zit, en steeds rond een uur of tien, zo net voor de duisternis begint te vallen, komt hij uit de richting van het bos achteraan, en begeeft hij zich naar de stenen bakjes met water en overschotjes kruimels, cornflakes en brood die we onder de wilg gooien ten behoeve van het gefladderte, en doet hij zich al tegoed aan de kruimels in het bakje, en de insecten die zich aan de onderkant verschansen, waarna hij zijn weg verder zet om zijn nachtelijke honger te stillen.




Verder is er natuurlijk een constant geritsel, getrippel, gekwetter en gepiep van bosmuizen, veldmuizen, Vader Merel (die ook af en aan vliegt en de struiken uitkamt naar voedsel, maar blijkbaar iets meer verlegen en afstandelijk is), bosduiven, eksters (minder geliefd bij dageraad als ze zich op een ontiegelijk uur al laten horen, en de andere fladderaars aanvallen) en wie weet wat nog allemaal. De meesjes die afgelopen winter nog aan de achterdeur zaten om de zaadjes in het voederbakje aldaar dankbaar in ontvangst te nemen, hebben nu de hoogste bomen opgezocht om de omgeving van hun chanson te laten meegenieten.

De minder aangename en recent opgedoken bewoners – met dank aan de beek en stilstaande waters in de buurt – zijn de enorme muggen, die eruitzien alsof ze al enkele jaren genetische mutatie hebben ondergaan (maar liefst 1 tot 1,5 cm groot), en (hoewel Wikipedia beweert dat ze dat niet kunnen) dwars door je kleding boemelen op je bloed, waarbij ze beten achterlaten die de concurrentie met die van een daas gerust kunnen doorstaan. Vermits het nogal moeilijk zal worden om hen ook af te richten en met een fruitje in het riet te sturen, kan ik alleen maar rekenen op de vleermuizen die elke avond rakelings langs het terras scheren om ons van dit kwaad te verlossen. Want onze merel, die wordt steeds kieskeuriger; hoe zou je tenslotte zelf zijn?

Sunday 27 June 2010

Soak up the sun

In afwachting van de dra aanbrekende pruimentijd, heeft justitie alvast een aanzet gegeven tot een meer geanimeerde start van de zomer door op ware Dan Brown-wijze een doorgedreven huiszoeking uit te voeren in het huis en de kathedraal van Kardinaal Danneels in Mechelen. Als het openbreken van een graftombe van een Kardinaal die al in 1926 werd begraven al geen materiaal opleverde voor een onderzoek van feiten die pakweg de laatste 40 jaar zijn gepleegd, dan zorgde het in ieder geval wel voor de nodige inspiratie bij de media, nu het nieuws rond de nieuwe messias van N-VA en het onsluitbare olielek in de Golf van Mexico stilaan op het achterplan geraken.

De sensationele evenementen werden voorafgegaan door een bewogen week op het werk, met een jaarvergadering en dito diner waarop enkele belangrijke Eurocraten als President Van Rompuy en commissarissen Olli Rehn en Karel De Gucht het woord kwamen voeren, en die ook belangrijk waren voor het verdere voortbestaan van onze denktank. Misschien had het weer er iets mee te maken, maar het goede verloop van de jaarvergadering was verzekerd, en daarmee ook het probleemloos voortbestaan van onze job.

En de zomer, die is definitief aangebroken. Terwijl het laatste weekend van juni boven de 55ste breedtegraad traditioneel wordt gevierd met nachtelijke bacchanalen ter ere van midzomer, is zulks op de 51ste breedtegraad in Willebroek het toneel voor de Kanaalfeesten, met doorgaans dezelfde nachtelijke bacchanalen tot gevolg. Gelijk met de temperaturen liepen ook de gemoederen al eens hoog op, met onder meer een heuse cat fight vlakbij de plaats waar wij nog stonden na te genieten van 10cc. Of het iets te maken had met de Kanaalfeesten was niet duidelijk, maar de buurt werd het afgelopen weekend ook bezocht door de enige echte Goodyear Blimp, die - ongetwijfeld met toeristen aan boord - met de regelmaat van de klok rondjes trok over ons huis, wat bijzondere beelden opleverde.




Ondanks de strenge winter die we achter de rug hadden, en de langdurige koude temperaturen, die in onze tuin hier en daar weer wat casualties tot gevolg hadden, lijkt het wel alsof die koude winter nu een omgekeerd effect heeft gehad op de rest van de tuin: de bloemdragende planten lijken allemaal tot een explosieve groei te zijn gekomen, wat ons een kleurige show biedt en onze gevederde vrienden een ruim onderkomen. Vooral de rozenstruiken barsten uit hun voegen en zijn één en al bloem; de lavendel hinkt hier en daar nog even achterop, maar wat nu alvast duidelijk is, is dat er in het najaar duchtig zal dienen gesnoeid. Maar dat zijn zorgen voor later; laat nu maar komen die zomer!











Wednesday 16 June 2010

Young turks


Sinds de discussie over het al dan niet langer werken werd aangevangen, zijn er recent ook een paar artikels verschenen over de houding van jonge werknemers op de werkvloer, en meer bepaald hun verhouding tot de werkgever. Terwijl de economische omstandigheden landen ertoe brengen maatregelen in te voeren om mensen langer te laten werken, worden werknemers van boven de 50, en in sommige gevallen zelfs boven de 40 (meer bepaald personal of management assistants – daar waar je vroeger onder die leeftijd niet in aanmerking kwam voor genoemde functie wegens te onervaren) als “oud” bestempeld en dus “minder geschikt” bevonden voor bepaalde jobs.

Dat dit “minder geschikt” veeleer een pecuniaire kwestie is vanwege de door de personen in kwestie opgebouwde expertise, dient niet nader te worden uitgelegd. Kwaliteit heeft nu eenmaal een prijs, en mensen die hun diploma’s misschien hebben behaald in een tijdperk dat tegenwoordig als “het verre verleden” ingaat, hebben in de plaats een onschatbare bagage verkregen aan know-how, feeling, Fingerspitzengefühl, mensenkennis enz., waarvoor bij jongeren tegenwoordig in veel gevallen thuis zelfs geen basis meer wordt gelegd. Want laat “goede manieren” en het zich weten te gedragen op het werk nu ook één van die dingen zijn waar het schoentje wringt.


Wat volgt is een demonstratie van hoe enkele van mijn collega’s, veeleer twintigers, maar ook enkele vroege dertigers, “jongvolwassenen” zeg maar, zich tegenwoordig gedragen op het werk. Het valt vooral op, omdat dergelijk gedrag in de eerste helft van de jaren ’90, toen ik zelf begon te werken, absoluut niet door de beugel zou gekund hebben, en zonder twijfel al na 2 maand een handgeschreven C4 tot gevolg zou hebben gehad. Misschien is dat in sommige andere organisaties ook het geval, maar het is zeker een fenomeen dat je meer opvangt van andere bedrijven en werkomgevingen.
..

Groeten als je binnenkomt en weggaat, “goeiemorgen” zeggen tegen de aanwezige collega’s, en “tot morgen” of “goeienavond” is totaal voorbijgestreefd. De absolute coolness gebiedt dat je – bij voorkeur voorzien van een iPod of andere mp3 met bijhorende koptelefoon die Dumbo met afgunst zou bejegenen – de collega’s totaal negeert, tot je mp3-liedje is uitgezongen, jijzelf bent geacclimatiseerd en je je toevlucht hebt gezocht tot de veiligheid van je eigen bureau, dat eruit ziet als een San Francisco den na 8.5 op de schaal van Richter. In het beste geval, als jij al aanwezig bent en de andere collega’s die de religie van het dagelijks groeten zijn toegedaan binnenkomen, kan je je beperken tot het optrekken van één wenkbrauw, waarbij je hun aanwezigheid hebt erkend, kwestie van als je hen later in de dag toch zou nodig hebben om één ander te vragen dat jou moet verder helpen met je werk.
Op tijd komen is uiteraard uit den boze; er zijn glijdende werkuren en dus is het toch prima dat je zowat tegen half tien opdaagt. Uiteraard kan je ’s avonds niet langer blijven dan 18 uur, gezien je vele sociale verplichtingen, en omdat je ook een ruime middagpauze wenst kom je dus concreet gezien bijlange niet aan je acht werkuren per dag, maar hey, het zijn toch alleen maar de kommaneukers die daarover vallen? Die van HR heeft er al wel eens een opmerking over gemaakt, maar... who cares?

Na je blijde intrede is het eerst tijd voor koffie, en een babbeltje met die ene collega met wie je zo goed overeenkomt. Zij vindt het namelijk ook best wel oké om tegen tien uur op te dagen, en met haar is het tenminste leuk kletsen, want zij kent alles van de laatste mode, en jullie hebben ook al wel een paar leuke zuipavonden achter de rug, waarbij jullie elkaar moesten ondersteunen, onderwijl lallend en brullend aan omstaanders duidelijk makend dat jullie samen bij Bruegel werken. Dat is lachen.

En zo is het gauw ook weer 11 uur. Tijd voor een telefoontje aan de mama. En de papa. En de zus. En de broer. Ondertussen ook even kijken op Facebook of die kerel van eergisteren die je hebt toegevoegd ondertussen al iets op je pagina heeft gezet. Oh ja, hij heeft gereageerd. iiiiiii!!! Terug even naar de zus bellen om het haar te vertellen. En tot bij je collega om er nog even over te babbelen. Pffff nu gaat die telefoon weer; moet je die of die te woord staan die op zoek is naar één van de collega’s. Kan die niet gewoon rechtstreeks bellen? “Watte? Eh?” En waarom kunnen ze verdorie jouw taal niet spreken? Dat ze zich eens aanpassen; tenslotte zijn zij het die ‘ons’ nodig hebben! (Nvdr: ‘receptioniste’ = professioneel telefonisch en persoonlijk onthaal in drie talen.)

Half één, dan krijg je honger natuurlijk. Even de zus bellen, want je weet dat die gewoonlijk met haar collega’s een lekker lang terrasje gaat doen onder de middag. Zij zijn ambtenaren, en hebben zowaar twee uur middagpauze, hoe oneerlijk is dat!? Wat krijg jij daarvoor in de plaats bij je werkgever? Misschien dat je toch wel meegaat; zo’n terrasje in de zon kan je ook wel gebruiken. En dan nog een paar uurtjes werken, en je dag zit er weeral op. Maar waarom zou je je maaltijdcheques gebruiken die je krijgt als extralegaal voordeel; die kunnen beter worden gebruikt voor je volgende feestje [fe:ʃə]! Nee, je kan beter je slag slaan in de broodjes en de slaatjes die net voor de middag werden gebracht voor het seminarie dat aan de gang is; er is toch meer dan genoeg, en ze merken er niks van. En je hebt dan toch al mogen opdraven voor koffie en drank, dus je hebt meer dan genoeg gedaan om het te verdienen. Het bord laat je dan gewoon ergens achter; de keuken, de gang, een tafel... maakt allemaal zoveel niet uit, de kuisploeg ruimt het vanavond wel op, daar worden ze tenslotte voor betaald!


Nog een namiddag door te komen, misschien kan je al eens gaan uitvissen wat er vanavond te beleven valt. Even bellen naar Cindy om te vragen wat zij gaat doen, dan naar Danny, dan naar Johnny, dan weer naar Cindy om te vertellen wat Danny en Johnny van plan zijn, dan weer naar Danny om te zeggen dat Johnny en Cindy een beter idee hadden, dan weer naar Johnny om te vragen of hij het goedvindt dat Danny ook meekomt, dan weer naar Danny om te zeggen dat Johnny een beter idee had, maar dat het oké is dat hij ook komt, dan weer naar Johnny om te vragen of het oké is dat Danny Benny ook meebrengt, dan weer naar Danny om te zeggen dat het Johnny het leuk vindt dat Benny meekomt, dan weer naar Cindy om te zeggen dat Benny-de-vriend-van-Danny meekomt en dat ze hem moet toevoegen aan haar Facebookvrienden als ze wilt dat het iets wordt vanavond, al is het maar voor één avond, en tenslotte om te vragen wat zij zal dragen en of je eventueel iets mag lenen uit haar kast, voor het geval je rechtstreeks komt omdat je overuren moet doen op het werk. (“Jaja, veel werk, belangrijke projecten, veel conferenties aan de gang enz., het is hier een heksenketel.”)


Drie uur. Tijd voor een koffie en een stuk taart van de verjaardag van die andere collega gisteren. Je hebt gisteren tenslotte de taart moeten halen bij de bakker (vlak na je middagpauze, waarvoor je bent moeten omlopen langs de bakker!!!), en dan heb je ze ook nog in stukken moeten snijden. Je hebt dus zeker een extra stuk verdiend. En dan ga je nog even langs bij je leuke collega, want zij moet natuurlijk op de hoogte worden gebracht van wat er vanavond te doen is. Ja, natuurlijk vind je het cool dat ze meegaat; het zal een verrassing zijn voor de anderen, dus je gaat niet meer bellen naar Cindy/Johnny/Danny, ze zullen het wel zien. Misschien wordt het nog wel iets tussen haar en Johnny of Danny. Zelfs al is het maar voor één avond, dan heeft ze het toch gehad.


Eigenlijk zou je ook eens moeten kijken wanneer je vakantie gaat nemen deze zomer. Niet dat je nog verlofdagen hebt, want je hebt vorig jaar maar drie maand gewerkt, en nadat je in september bent begonnen ben je dit jaar al eens 5 weken en in mei net nog eens 2 weken op vakantie geweest. Van overuren natuurlijk. Niet dat je dus nog verlofdagen hebt om op te nemen, maar dat kan je wel oplossen door ’s avonds wat langer te blijven, zodat je overuren kan opsparen. Verdorie, dat betekent dat je dus vanavond best al wat langer blijft. Dan zal je morgen wel naar de apotheker gaan voor je naar het werk komt; op dat half uurtje later zal het wel niet aankomen.
Krijg je daar toch weer telefoon... Iemand heeft een fax gestuurd. Gezien? Daar heb je geen idee van. Pfff... kunnen ze die niet gewoon opnieuw sturen? Best even snel afwimpelen, want daar belt papa op de gsm, om te vragen of je wel te eten hebt vanavond, en of je al naar de dokter bent geweest voor je verkoudheid. Die papa toch; je bent 30, woont nu al een paar jaar alleen, en toch kan hij het niet laten om zijn meisje te bellen, alsof je niet voor jezelf kan zorgen. Misschien er toch maar even passeren vanavond, want wellicht kan je toch wat free food scoren. En anders krijg je wel een bakje mee om morgen op te warmen.

Bijna zes uur. Ondertussen belt Benny nog even, de vriend van Danny, om je te vragen of je leuke vriendin van die zuippartij onlangs ook meekomt vanavond. Nog even chatten op MSN met Cindy om het te vertellen, dat ze erop voorbereid is, en dat pikante bloesje moet dragen dat ze net heeft gekocht! Ondertussen zegt de assistente van de baas je dat de vergaderzaal moet worden opgeruimd na de conferentie. Waar bemoeit die zich mee zeg? En daarbij, je hebt daarvoor toch een kuisploeg zeker? Duh! Gauw nog even kijken of er nog wat dessert over is van de conferentie. Yummie, nog een stuk chocoladetaart! Dan heb je toch al geen honger straks, en hoef je misschien niet meer langs bij papa. Dat doe je dan morgen wel, en dan kan je dan meteen blijven eten, want dan is er geen conferentie op het werk en valt er dus ook niks te bikken.


Half zeven. Tijd om je naar Cindy te reppen. Natuurlijk schrijf je een uur aan overuren op; tenslotte ben je hier de hele dag geweest en heb je geen middagpauze genomen, en wat krijg je daarvoor in de plaats van je werkgever ? Trouwens, je kan die overuren wel gebruiken om vakantie te nemen in juli...


Ik mag niet denken dat dit een algemeen voorkomende trend is, die zich zou doorzetten in alle bedrijven met jonge werknemers, maar waar rook is is vuur, gezien de artikels in Jobat en De Standaard. Op die manier wordt het voor oudere werknemers alvast wel eenvoudiger om terug aan een job te geraken.

Wednesday 9 June 2010

J’aurai voulu être un artiste


De zomer houdt haar definitieve intrede nog steeds in beraad, en wij mogen het gelag betalen. Vandaag is al aangevangen onder een stromende regen, en volgens bepaalde
weersites zou dit nog niet helemaal de slechtste dag van de week zijn, want die moet morgen nog komen. Gelukkig ziet het er voor volgende week iets beter uit, en lijkt de zomer dan toch schoorvoetend voor de dag te komen. Het begin van de echte zomer vindt officieel dan ook pas plaats op 21 juni, juste is juste! Het terrasjesweer is tot dusver nog tot een strikte sporadiciteit beperkt gebleven, en dus dient een mens zijn toevlucht te zoeken tot overdekte gelegenheden. Zoals La Crèche des Artistes, bijvoorbeeld, een meermaals geroemd Italiaans etablissement in de buurt van de Brusselse Matongéwijk, dat maandag het schouwtoneel was voor een wederkerende afspraak met een vriendin. Of mijn reservering van de week ervoor terdege was genoteerd, was mij niet geheel duidelijk, want het heerschap toog met ons naar de kelderverdieping, waar we letterlijk in la cave mochten plaatsnemen, temidden van de volle en lege flessen druivenat uit lo stivale. Nog voor we met de ogen konden knipperen, werden we al voorzien van een glas Prosecco, het zoetere broertje van cava en champagne, aangeboden door het huis, en omdat we besloten geen voorgerecht te nemen, volgde al gauw een bord met Parmaham en Italiaanse worst, in afwachting van ons hoofdgerecht.

Terwijl ondertussen de kelder volliep met gasten, bestudeerden wij de niet zo uitgebreide kaart met verse schotels – een beperkte kaart maakt de keuze niet alleen gemakkelijker; ze geeft je ook de zekerheid dat alles vers is, in tegenstelling tot tavernes en bistro’s waar je eerst door 10 bladzijden schotels moet waden, om vervolgens een ontdooide en opgewarmde schotel op je bord te krijgen. Omwille van de originaliteit en de bekendheid met de overige gerechten op de kaart, kozen we beide voor de Fagottini aux truffes, twee grote lappen ravioli met truffels en champignons, geserveerd in een groentenbouillon, vergezeld van een glas rode huiswijn, waarbij niet minder dan een ruime beker Rosso di Montalcino werd voorzien – in tegenstelling tot hogergenoemde etablissementen, waar men als huiswijn al wel eens een Chateau Javel of Chateau Migraine durft voorzetten, of andere goedkope hoofdpijnwijn. Tutto bene, en dus rondden we af met – uiteraard – een verse gelato stracciatella aan deze en een coppetta Dama Biancha aan gene zijde van de tafel.

Toen we weer aan de oppervlakte kwamen bleken ook de tafeltjes op de begane grond helemaal uitverkocht, met nog enkele wachtende gegadigden aan de aperitief. En dat om 21u op een maandagavond. Zo te zien kan bij het aantreden van premier De Wever het Brussels Gewest zonder problemen op eigen houtje verder mits een speciale taks op haar meest succesvolle gelegenheden. (Of op de Vlamingen die er komen werken en vervolgens blijven plakken.)


In ieder geval, alweer, een adres om te onthouden – voor minder zomerse avonden – want de blinkende schotel antipasti aan enkele andere tafels dient absoluut aan een nader onderzoek te worden onderworpen.

Monday 7 June 2010

King of Pain

De vorige week werd aangevangen van de regen in de drop en niet alleen ik, maar ook mijn eega was tegen het einde van diezelfde week serieus in de aap gelogeerd, met een ferme boost voor de farmaceutische industrie en dito kosten voor het totnogtoe Belgische socialezekerheidsstelsel.

Bij mij was de migraine midden vorige week alweer opgelost, maar voor mijn wederhelft diende op een gloeiend hete zaterdagochtend zowaar de hagelnieuwe N16 huisartsenwachtpost te worden aangesproken, met een daaropvolgend spoedbezoek aan de Sint-Jozefkliniek in Bornem, waardoor we de vrijwel enige warme dag in twee weken langzaam aan ons voorbij zagen trekken. Het euvel was een tandwortelontsteking waarmee de eerder bezochte tandarts niets mee had aangevangen, en het onvoorziene uitstel van een ingreep leidde tot een onrustbarende uitbarsting van genoemde ontsteking, waardoor de eloquente professor werd gereduceerd tot een zielig wauwelend en kermend hoopje mens, wiens hart plots ter hoogte van zijn oor begon te kloppen. Drie uur, een ferme spuit in de bips met een paardenmiddel en wat troostende woorden van de stomatoloog van dienst verder leek het iets beter te gaan, maar ook het geruststellende vonnis dat de tandarts de boel zou moeten openleggen als de ontsteking geminderd was, konden niet beletten dat de zaterdagavond het bonkend hart van mijn eega zich weer ter hoogte van zijn kaaksbeen bevond en het jeremiëren kon herbeginnen. De farmacologisch ondersteunde nacht bracht toch enig soelaas, en naarmate de zondag vorderde begon het geleidelijk aan beter te gaan. Uit bovenstaand relaas mag dan wellicht blijken dat één en ander vrij vlekkeloos is verlopen met weinig input van ondergetekende, doch gezien de mannelijke aard van het slachtoffer hebben de vrouwelijke lezeressen uiteraard onmiddellijk begrepen dat mijn inbreng toch wel de nodige bezigheden vergde, waarvan de omschrijving nog het best wordt verwoord met behulp van de woorden "watten", "eieren" en dies meer.

Vrijdagavond zat er voor mij niets anders op dan een gemaakte culinaire afspraak met een jarige bij (het reeds eerder bezochte – zie lager) Zakuro in Willebroek alleen in te vullen. Niet alleen heb ik mij op behoorlijke wijze van de taak gekwijt, bovendien heb ik gegeten voor twee. Mijn holle tand was daarmee alvast wel gevuld, en we konden met het hele gezelschap nog net beletten dat op het terras van het Poussecafé de stoelen ook op tafel gingen.

Door eerder genoemde perikelen op de zaterdagochtend bleef er niet veel tijd over om van de schaarsbedeelde zomerzon te genieten, want boodschappen dienden zich aan om de inwendige mens te versterken (ook al kon die dan niet over zijn volledige gebit beschikken), en dan maar meteen ook een lang uitgesteld bezoek aan Decathlon. In ieder geval is er nog nooit door iemand zo reikhalzend naar een tandartsenbezoek uitgekeken zoals nu in de Hof ter Bollendreef...