Tuesday 18 May 2010

Geef mij maar de prairie

Nu ook Sophia van Rome gepasseerd is, ziet het ernaar uit dat we toch minstens overdag eindelijk richting zomertemperaturen gaan, en met de welwillendheid van betreffende dame konden we tijdens het weekend, zonder het gevaar zelf vast te vriezen aan ons gereedschap of bot te vangen op de koude grond, alvast terug terecht in de tuin, die ondertussen al de nodige achterstand heeft opgelopen en er op bepaalde stukken eerder als een Braziliaans regenwoud begint uit te zien – voor zover dit laatste nog over bomen beschikt.

De appelbomen die vorig jaar nog in twee bloembakken in onze voortuin stonden als toegang tot de voordeur en letterlijk uit de kluiten waren gewassen, werden in het najaar verplaatst naar de volle grond en ondertussen angstvallig in de gaten gehouden om te kijken of ze het wel zouden overleven. En zowaar, ondanks het getreiter van ijsheiligen en andere weerlieden verschenen ondertussen de eerste bloesems en kunnen we in de toekomst weer rekenen op een appeltje voor de dorst. De leegte die werd achtergelaten bij het verwijderen van de vereenzaamde kluiten diende vanzelfsprekend te worden opgevuld, kwestie van de toegang tot onze stulp wat aantrekkelijker te maken voor bezoekers (ook al wordt bij ons doorgaans de achterdeur gebezigd), en vooral ook te vermijden dat onverlaten het grote gat als een vrije parkeerstrook zouden zien - wat op warme zomers vooral bij nachtelijke passanten met amoureuze plannen al wel eens het geval is, gezien de afgelegen aard van onze straat. Omdat we niet zover wilden gaan als onze toevlucht te nemen tot mosterdg(r)as tegen ongewenste bezoekers, werd, met behulp van pvc-bakken die zich profileren als Henegouwse blauwe en twee piepjonge aanwinsten van de soort “Prunus Okame” het gat gedicht, het zicht verfraaid en hopelijk zal de lente van 2011 er dan helemaal rooskleurig uitzien.



Vervolgens was het de beurt aan het perkje met de Lavandula Angustifola dat stilaan aan het verstikken was onder de wild om zich heen grijpende graszoden en andere onkruiden. De anciens werden ontdaan van hun wildgroei, de border werd schoongemaakt en aangevuld met nieuwe jonge exemplaren, die echter het geheel nog niet genoeg vervolledigen, zodat we er nog aan zullen dienen te werken tot we paars zien, alvorens dit een voluptueuze lavendeltuin wordt. Er is nog genoeg te doen, maar we zijn op goeie weg en zien door de bomen alweer terug het bos!



Ondertussen bereikte ons ook het nieuws dat voormalig Bomenaar Bobbejaan Schoepen aan het einde van de tunnel de lichtjes van de Schelde meende te zien, en zijn heideland dus heeft geruild voor de eeuwige jachtvelden. Vaarwel, Bobbejaan! Hopelijk mag je popje met jou mee naar de hemel, en zijn er daar – God forbid! – geen cafĂ©’s zonder bier...

No comments: