Sunday 28 March 2010

Show me what you got

Dario Fo werd in onze contreien vooral bekend door de uitvoering van zijn Mistero Buffo door Jan Decleir, wat meteen ook de doorbraak voor Decleir zelf betekende. Dezer dagen werden des schrijvers Obscene Fabels van onder het stof gehaald door An Nelissen en haar man Peter Perceval, en Nelissen trekt Vlaanderen rond met deze commedia-vertelling van de Nobelprijswinnaar uit 1997 en voormalig kandidaat-burgemeester van Milaan, nadat eerder ook Jan Decleir haar dat voordeed. Deze fabels werden oorspronkelijk door Fo geschreven om te worden uitgevoerd door zijn vrouw zelf, de actrice Franca Rame, die echter door de pittige erotische passages in het verhaal van “de poezemuis”de uitdaging niet aandurfde.

An Nelisssen waagde zich eraan zonder enige gêne, en vertolkte de verschillende personages in de twee gebrachte fabels met verve. De eerste fabel over het “Kindeke Jezus” was vrij braaf en ontlokte aan het publiek niet meer dan wat terughoudend gegniffel, vermoedelijk omdat iedereen zich, afgaand op de titel van de fabels en de acteerreputatie van Nelissen zelf, aan schaterende salvo’s had verwacht. Na de dorstlessende stonde steeg de temperatuur van het stuk met de uitvoering van het bewuste “poezemuis”-verhaal en kreeg het publiek waar voor zijn geld. De berekende chaos van Nelissens uitvoering en de levendige voorstelling van de verschillende personages zonder ook maar één decorstuk zorgde voor algemene hilariteit en opeenvolgende lachstuipen. Het feit dat Nelissen af en toe enkele heren op de eerste rij in de opgestelde scene betrok, hielp natuurlijk om de aandacht van het publiek vast te houden.

Persoonlijk zou ik de eerste fabel vervangen door een iets boeiendere, maar het geheel was niettemin prachtig gebracht door An Nelissen, en bevestigt nog maar eens haar reputatie als grote dame van zowel theater als komedie. Ga zeker eens kijken en luisteren, als ze toevallig nog eens in de buurt komt.

Friday 26 March 2010

Shark attack


In de euforie voor het grootschalige solidariteitsgevoel voor de Grieken en het bewijs van Barack Obama dat hij het wel degelijk kan, werd deze week een belangrijk item voor het milieu en de toestand van onze planeet op schandelijke wijze teruggedrongen tot de rubriek “in de rand”, ofte nieuws dat het vermelden amper waard is.

Nadat een tijdje geleden al was aangetoond in een Nederlandse studie dat de zogenaamde “groene wagens” helemaal niet zo groen zijn als de fabrikanten wel willen doen geloven, en dus helemaal niets doen tegen de opwarming van de aarde, werd deze week op de CITES-conferentie in Doha geweigerd om bescherming te geven aan enkele zeedieren die acuut met uitsterven bedreigd zijn, waarmee nog maar eens een nieuw dieptepunt werd bereikt op het vlak van zogenaamde milieubescherming, ten voordele van de winsten die eruit worden verkregen. De blauwvintonijn, maar ook verschillende soorten haaien, koralen en ijsberen mogen nog steeds vrij verhandeld worden, nadat het verbod op de handel was afgewezen. Alleen de handel in olifanten voor hun ivoor – een verzoek van Tanzania en Zambia – werd wel afgewezen, al zal de political correctness en de aaibaarheid van de dieren in kwestie daar wel voor iets tussengezeten hebben. De Japanners waren meer bezorgd over wat er op hun bord komt dan voor het welzijn van de natuur, en voor de EU-lidstaten was de ijsbeer maar een figurant in de ver-van-mijn-bed-show.

Het hele geval kreeg in de Vlaamse media nagenoeg geen aandacht; het was vanmiddag even te bekijken op de website van de Standaard, en tegen 19 uur vanavond alweer verwijderd. De tips en weetjes over het vaderlands voetbal blijven natuurlijk wel enkele dagen online omwille van hun hoge relevantie voor onze maatschappij. Gelukkig zijn er nog genoeg media in andere landen die toch wel wat belang hechten aan dit jammerlijk nieuws. Wat al helemaal schrijnend is, is dat deze conventie van 175 landen een zielige fondsenwerving van 5 tot 6 miljoen dollar per jaar haalt, wat een fractie is van wat sommige Londense bankdirecteurs zelfs in een jaar van crisis als bonus kregen.

Voor de komende generatie(s) zullen er dus enkel nog een paar van deze dieren te bekijken zijn in een sporadische zoo. Ach ja, maar wie maalt daarom? Tegen die tijd hebben de grootouders toch te veel werk om met hun kleinkinderen naar de zoo te gaan.

Monday 22 March 2010

Dan zullen we werken, 7 dagen lang...

De man in de straat doet de laatste tijd nog de meeste moeite om uit de crisis te geraken, terwijl de politici hun tijd verkwanselen met TV-optredens, snoepreisjes en paardrijden (of eraf vallen). En dan kwam eind vorige week de CD&V, de partij die nog niet aan haar eerste lumineuze idee gebarsten is, vooral als het erom gaat het meest actieve deel van de bevolking te treiteren, op de proppen met de voorstelling om de pensioenleeftijd van 65 jaar af te schaffen, en te vervangen door een loopbaan van 45 jaar werken. Daarbij lieten ze dan quasi-nonchalant verstaan dat het “concreet toch niet zoveel verschil zou uitmaken”.

Door het heel simplistisch voor te stellen schijnen ze daarbij gemakkelijkheidshalve wel één en ander uit het oog te verliezen, onder tafel te schuiven en in de doofpot te stoppen.

Ten eerste werd in 1997, zowat 4 jaar nadat bibi op 22-jarige leeftijd afstudeerde, de pensioenleeftijd voor vrouwen al opgetrokken van 60 naar 65 om die gelijk te stellen aan mannen, aanvankelijk nog met een overgangsregeling, maar vanaf 1 januari 2009 definitief. Een minimumloopbaan om aan een pensioen te geraken was daarbij nog 35 jaar, maar een eenvoudige berekening leerde mensen al gauw dat 40 jaar werken een serieuze slok op de borrel scheelde in de pensioenuitkering, zeg maar twee slokken zelfs. Dus mijn vrouwelijke leeftijdsgenoten en ik werden plots geconfronteerd met een langere effectieve werktijd van 3 jaar (bij 40 jaar werken) om een volledig pensioen te krijgen. Nu zou deze pensioenleeftijd – nog steeds voor diezelfde generatie van loontrekkenden, die net de helft van hun loopbaan al stilaan zagen opdoemen – nog eens worden verlengd tot een loopbaan van 45 jaar, wat in mijn geval in concreto neerkomt op een loopbaan tot 67 jaar, en voor de “gelukkigen” die nog wat langer mochten studeren, tot 70 jaar, en het dus weer dezelfde generatie is – die nu al de pensioenen betalen van de actieve-gepensioneerden-die-voor-niets-tijd-hebben, omdat de pensioenkas eigenlijk al bijna leeg is – die ferm “gejost” is.

Ten tweede worden daarbij de mensen afgestraft die langer gaan studeren om kennis op te doen, en door die kennis de economie alweer een pak vooruit helpen en hun studies ruimschoots terugbetalen aan de maatschappij met hogere lonen en dus hogere belastingen. Met andere woorden, mensen die er tegenop kijken om langer te gaan werken en/of belastingen te betalen, zullen hun studies maar liever inperken, of zullen met de kennis die ze hebben opgedaan naar het buitenland trekken, waardoor de brain drain waar ons land al enorm onder te lijden heeft nog eens extra in de hand wordt gewerkt, ten voordele van landen waar langer studeren wel op prijs wordt gesteld, en niet wordt gezien als parasitair gedrag.

Ten derde schijnt het deze partij, temidden van alle vrolijke feestelijkheden waarmee de geldinzamelingen van Kom op tegen kanker gepaard gaan, ook te ontgaan dat er net een enorme toename is aan die kankergevallen, en dat de theoretische gemiddelde leeftijd, die bijvoorbeeld volgens “de boekskes” nu al ver de 80 overstijgt voor vrouwen, wel eens niet zo hoog zou kunnen zijn. De vader van bibi legde er, ondanks een heel leven van intensief sporten, op net geen 68-jarige leeftijd het bijltje bij neer dankzij deze ontembare ziekte. Wat is dan eigenlijk de bedoeling, mevrouw Thyssen, dat wij werken tot we erbij doodvallen, terwijl de vorige generatie vrolijk de 100 voorbijgaat?

Ten slotte krijgen vrouwen in het bijzonder het tegenwoordig al hard te verduren; ze worden verondersteld om zich voort te planten, maar ook om carrière te maken, kwestie van hun geloofwaardigheid op de arbeidsmarkt te bewaren. En toch moeten ze ook goeie moeders zijn, die naast de zorg voor hun kinderen, ook nog eens de zorg voor die andere eeuwige puber op zich moeten nemen, die zelf als enige zorg de uitbouw van zijn carrière heeft, naast sport en/of spel. Om nog maar te zwijgen van de fysieke beslommeringen die dit voortplanten met zich meebrengt... Wordt het niet eens tijd om eens iets concreets te plaatsen tegenover het combineren van drie carrières in één leven, in plaats van vrouwen nog maar eens te verplichten langer te werken, enkel maar omdat ze in theorie langer leven?

Ook al steunen veel partijen dit voorstel, vooral omdat ze door de bomen het bos niet meer zien en geen concrete uitweg vinden uit de crisis, toch denk ik dat dit niet zonder slag of stoot zal worden aangenomen door de bevolking; daarvoor wordt er al te veel door de strot geramd, en bovendien zijn er tal van andere posten waar duchtig op kan worden bespaard voor men nog maar eens dezelfde generaties voor de jarenlange spilzucht van hun voorgangers laat opdraaien (bv. de overtollige en niet-functionerende ambtenaren, eeuwigdurende stempelstonden, enz.). Laat ons dus hopen dat het allemaal nog zo’n vaart niet zal lopen. Marianne Thyssen zal het waarschijnlijk zelf niet meer meemaken: die is daartegen al lang met pensioen. Alleen de Koning wellicht nog steeds niet.

Wednesday 17 March 2010

Coffee & TV

Crisis bij de openbare omroep! Minister van Media Ingrid Lieten gaat als een ware Dulle Griet het grootste slagersmes ooit zetten in de budgetten van ons aller “bron van instructie”. Niet alleen moeten er maar liefst 279 werknemers buiten, en vermits dit een strikt uitgerekend getal is, zullen de laatste Jomme Dockx’en ongetwijfeld het veld moeten ruimen uit de catacomben van de Reyerslaan, maar bovendien gaat er ook streng worden bespaard op de werkingsmiddelen voor programma’s, tot maar liefst 10 %. Niet alleen voor wat betreft het nieuws, sport- en jeugdprogramma’s, fictiereeksen, muziekprogramma’s, maar ook voor extern aangekochte producties, waardoor Wouter Vandenhaute het zout over zijn patatten aanzienlijk zal weten slinken. Kortom, straks is er dus helemaal niks meer op TV, behalve de 20ste herhaling van De Kampioenen; aan sommige vaste waarden mag nu eenmaal niet getornd worden, en dit programma draagt uiteindelijk toch alle voorgaande thema’s in zich, dus de belastingbetalende kijker heeft niks te klagen, toch?

Zet het kastje dus maar uit, en trek de boer eens op, bijvoorbeeld per trein, als hij rijdt. In Puurs aan het station bevindt zich namelijk een zeer aangename brasserie, die wordt opengehouden door een oude bekende van onze familie: Brasserie ‘t Parc. Niks geen poeha en hoog van de toren geblaas, noch imitatie van sterrenrestaurants en keukensterren in dit etablissement, dat heel gezellig werd ingericht met behoud van originele 19de en vroeg-20ste eeuwse elementen; hier kan je terecht voor een stevige pint, een eenvoudige snack tegen de kleine honger, of een klassieke Vlaamse schotel. Of zelfs koffie met een pannenkoek in de namiddag, als je weer eens moet wachten op die trein...

Ons gezelschap koos voor verschillende schotels, van verschillende vleesschotels over een pastabord tot een vispannetje en paling in ’t groen.

De grootste gemene deler van het eten was de verse kwaliteit en – het dient gezegd – de enorm grote porties. Als het er goed vol zit, moet je met een groter gezelschap iets langer wachten op de komst van je eten, maar het is het wachten zeker waard. Oh ja: en ze hebben een “mean” sabayon met kriekbier om achteraf de gaatjes te vullen!

Je hoeft er niet speciaal voor om te rijden, en de brasserie heeft de speciale vermelding ook niet echt nodig, want het zit er altijd goed vol, maar als je er toevallig passeert, daar in Puurs aan het station, dan is het toch wel de moeite om er eens langs te gaan, zeker als straks bij de eerste lentezon het enorme terras weer wordt uitgestald. FC De Kampioenen wordt altijd nog wel eens herhaald.

Friday 12 March 2010

Eye in the sky

In navolging van mijn eerdere blog, mocht ik zelf de (onnodige) druk op het werk in crisistijd deze week aan den lijve ondervinden.

Tijdens een week afwezigheid wegens wat heet ziekteverlof, waarbij mijn mailbox op het werk voorzien was van een boodschap van uithuizigheid om de toevallige passanten door te verwijzen naar een collega die mij diende te vervangen om de dringendste brandjes te blussen, werd ik van bij de aanvang al ettelijke keren per dag telefonisch lastig gevallen op mijn (persoonlijke) gsm, echter zonder dat er een boodschap van hoogdringendheid werd ingesproken. Hoewel ik de vage belofte had gedaan – omdat onze werkmail simpelweg op Google draait – dat ik ‘af en toe’ mijn mail van thuis uit zou nakijken, kwestie van de eventuele brandjes die ontsnapten niet te laten uitgroeien tot een vlammenzee, achtte ik een mailrustpauze van een drietal dagen toch wel tamelijk billijk.

Dat was echter buiten een drietal (!) collega’s en mijn eigen patroon gerekend, die mij, nadat ik de eerdere gemiste oproepen op mijn gsm bij ontsteltenis van enige boodschap van hoogdringendheid had genegeerd – tenslotte dient een week die de arts voorschrijft om te genezen ook om uit te rusten – via e-mail en gsm op haast hysterische wijze tot de orde riepen, en vroegen om onmiddellijke toegang te verkrijgen tot mijn persoonlijke e-mail, wat ik uiteraard weigerde, gezien de doorverwijzende boodschap op mijn elektronische post én het feit dat ik zelf de vinger aan de pols zou houden. Doch de furieuze voortvarendheid van mijn collega’s was van dien aard dat ze zonder mijn medeweten ondertussen het externe bedrijf hadden gecontacteerd dat de IT-ondersteuning bij ons op kantoor doet, dat hen zonder pardon en zonder verdere vragen de sleutel tot mijn elektronische postbus had aangereikt, om die aldus te openen voor wie het maar beliefde op kantoor. Enig protest van mijnentwege, zowel aan de desbetreffende collega’s als aan de patroon, werden onder de nodige verontwaardiging in de kiem gesmoord en zowel van mijn keuken- en salontafel als onder de mat geveegd, met als mededeling ‘dat het allemaal toch niet zo erg was’.

Op zich wellicht niet, want ik gebruik andere postbussen voor het verzenden van persoonlijke calamiteiten en flauwe privé-moppen, dus ik heb niet echt iets te verbergen, maar laat die eigenste patroon nu net een tweetal weken eerder zelf hebben gezegd dat alle informatie die onder mijn neus passeert, zeker nu ik ook nog voor een tweede, net benoemde directeur werk, van de hoogste confidentialiteit en verregaande vertrouwelijkheid is, en zeker niet aan iemand anders’ neus mag worden gehangen. En naast het feit dat het hoogst merkwaardig is dat een autonoom IT-bedrijf dat in onderaanneming werkt voor onze denktank zomaar op een simpele telefonische vraag iemands persoonlijke inboxgegevens meedeelt (uiteraard vermeld ik de naam van het bedrijf hier niet, want met een open mailbox op Google en de gegevens van mijn werkgever zou eender welke techneut via een simpele zoektocht op internet al gauw de kat op de koord en de poppen aan het dansen krijgen), is er ook nog steeds de aanhoudende discussie rond de e-mailprivacy op het werk, die o.a. via CAO 81 en Art. 124 van de Wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie (B.S. 20 juni 2005) al een duidelijkere vormgeving kreeg, en bij voorkomende rechtszaken doorgaans in het pleit van de werknemer wordt beslecht, tot spijt van wie het benijdt. M.a.w., in principe geniet je als werknemer de uitdrukkelijke bescherming van je internetverkeer, net zoals je in het dagelijks leven op de bescherming van het briefgeheim kan rekenen, tenzij je op voorhand werd ingelicht van enige controle en daar uitdrukkelijk mee hebt ingestemd, wat hier duidelijk niet het geval was.

In hoofde van de werkgever zal dit uiteraard altijd een welles-nietesspelletje blijven, maar als werknemer stel ik me momenteel weer (aangezien dit voorval zich al voor de tweede keer voordoet) ernstige vragen bij de achterliggende bedoelingen van dit gegeven. Niet dat ik enige angsten voel opborrelen voor mijn job, want het feit dat het vuur mij zo aan de schenen wordt gelegd voor de informatie die langs mij passeert, toont aan dat ik als missing link moeilijk kan worden gemist, maar het is vooral het flagrant negeren van persoonlijke rechten dat mij tegen de borst stoot, zoals onder meer ook het recht op een rustig ziekteverlof (hoewel telewerken niet eens tot de contractuele afspraken behoort) en het vrijblijvend omspringen door collega’s en derde partijen met mijn persoonlijke “vertrouwelijke en geheime” informatie.

Wist John Lyly veel dat zijn quote “All is fair in love and war” (1578) in de 21ste eeuw een uitbreiding zou krijgen tot de crisis. Het alziend oog staat niet voor niets op de briefjes van 1 dollar.

Tuesday 9 March 2010

La peur de l'échec

Het ene mediafeit na het andere wordt zo snel de wereld ingeschoten, dat ik – mede door een overvloed aan werk en medische besognes die me thuis houden – niet altijd de tijd heb om er met de geknipte kwinkslag of het geslaagde geginnegap op te reageren. Toch probeer ik het allemaal vanop de bank te volgen, al dan niet als supporter van de aangehaalde feiten. Maar wie de tijd neemt om al deze nieuwsitems in detail te bekijken, ziet dat steeds dezelfde toon heerst: de mens is niet goed bezig, en de angst dient te regeren!

Angst om de gezondheid; je moet veel sporten, je mag niet te veel eten en drinken, anders is je cholesterol te hoog en lijdt je hart eronder, en dan word je nooit 123 jaar (vermits we nu in onze “ziekelijke” toestand al gemiddeld 80 jaar worden). Angst om je eten, want is alles wat we eten wel zo gezond, en hoe valt dat te vereenzelvigen met de maatschappelijke drang om je steeds meer te meten met sterrenchefs, want je hebt Ons Kookboek toch zeker al lang vervangen door een DVD waarin Peter Goossens jou een persoonlijke training met luxeproducten geeft? Angst om de job, want overal gooien ze mensen buiten, al dan niet door de economische crisis, en morgen kan het jouw beurt zijn, en dan kan je die grote villa (want een normale gezinswoning volstaat niet meer om je beter voor te doen dan familie en buren), de 3de auto, de zwemvijver, de moto voor je midlifecrisis en je lidmaatschap van de golfclub (al dan niet voor je gezondheid of je midlifecrisis) niet meer betalen. Angst om de medemens, want is de buurman die zo heel laat uit zijn tuinhuis komt, de onbekende die na 20 uur nog komt aanbellen, en de Marokkaanse kerel die elke dag naast jou op de metro staat, met zijn dikke pak onder zijn jas, wel te vertrouwen? Angst voor het milieu, want de aarde is volledig om zeep, en alle stormen / sneeuw / regen / koude is door ons wangedrag en onze overbevolking opgewekt, en ze gaat nu niet al 2, maar 4 graden opwarmen (wie biedt meer?). Angst voor je carrière, want hoe kan je nu iets betekenen, als je maar een gewone 9-to-5-job doet, en niet minstens met drie diploma’s op zak 90 uur per week werkt om aan duizelingwekkende snelheid geld op je bankrekening te parkeren (dat je dan, door tijdsgebrek, niet kan opmaken, tenzij aan die grote villa. Of aan een groot jacht dat je drijvende houdt na de opwarming van de aarde, uiteraard). En als het even kan moet je daarnaast natuurlijk ook nog een succesvolle sportcarrière uitbouwen, of minstens een gevierd kunstenaar/musicus zijn. Angst voor je kinderen, want ondanks die carrière dien je toch ook elke dag een goede moeder te zijn, voor je bloedjes van kinderen die je minstens 6 maand hebt gezoogd met je eigen moedermelk, en die je nu toch zeker niet aan hun lot gaat overlaten in de handen van anderen om verder aan je carrière te werken. Angst voor je ouders, want nadat ze alles voor jou hebben gedaan, je alles aan hen hebt te danken, en nooit zo ver had gestaan als zij er niet waren geweest, ga je ze toch zeker niet laten wegkwijnen in een home (ook al hebben zij dan een pensioen dat dat ruim kan bekostigen). Angst om je pensioen, want tegen de tijd dat jij na een carrière van 50 jaar werken om de staatsschuld op te lossen die de generaties voor jou hebben achtergelaten eindelijk zal mogen stoppen met werken, zal er voor jou geen pensioen meer zijn, tenzij je dus die goed betaalde job had waarin je dat pensioen zelf had kunnen bekostigen...

Zo gaat het dag in dag uit in de ‘objectieve’ media, tot die dan op een dag met het nieuws komen dat er in tien jaar tijd dubbel zoveel antidepressiva worden voorgeschreven “om onze angsten te bedwingen” en er in 4 jaar tijd 4 keer meer Rilatine wordt voorgeschreven aan kinderen (“een drug die vergelijkbaar is met cocaïne”, aldus de artsen). Allez tiens, hoe komt dat nu?