Tuesday 26 January 2010

From Russia with love

Omdat de tentoonstelling op 31 januari afloopt, was het hoog tijd om ons eindelijk eens naar de nieuwe Hermitage in Amsterdam te reppen voor een blik op het leven “Aan het Russische Hof”. Door examenperikelen van mijn eega aan de Kaa-Uu-El was er geen tijd voor een vol weekend boven de Moerdijk, dus togen we op zondag maar voor een dagje naar het noorden per auto.

Nog maar net in de buurt van Breda leek het alsof we meteen in een compleet ander landschap waren terechtgekomen: sneeuw, koude, grijze luchten, vogels die samenschoolden op het water tussen de ijslaagjes door of met grote slagen en masse betere oorden opzochten... Blijkbaar had het winterse weer in Noord-Brabant wat langer halt gehouden dan bij ons, of het was alleszins weer terug (met meer weer).

Hogerop naar Amsterdam werd de sneeuwlaag overigens alleen maar dikker, en de opgemeten temperatuur lager.

Iedereen weet dat de Hollanders al minstens 300 jaar beter georganiseerd zijn dan het zootje ongeregelde Bourgondiërs die de Belgen zijn, en enig opzoekingswerk had uitgewezen dat Amsterdam dus ook over een excellent “Park & Ride”-systeem beschikt. Via de (iets kleinere) bewaakte parkeerplaats Zeeburg ten oosten van het stadscentrum stonden we met trem 26 op een klein kwartier aan het Centraal Station. En dat voor 6 euro per 24 uur met gratis retourticketjes voor trein/tram/bus. (Overigens een aanrader voor wie langer naar Amsterdam gaat ook, want je mag er tot 4 dagen ofte 96 uur lang aan dat dagtarief parkeren.)

Het Amsterdams decor zag er door de sneeuw net zo donzig uit als bij mijn laatste bezoek in december 2006, maar ook even koud, dus een ‘opwarmingskoffie’ bij aankomst was wel aan de orde.

Groot was onze vreugde toen we bij de koffie twee extra glaasjes met een doorschijnende vloeistof ontwaarden, en even bekroop ons de hoop dat het Nederlandse culinaire leven in deze kosmopolitische maatschappij besmet geraakte met de zuiderse zin voor savoir-vivre;

groot bleek echter onze teleurstelling dat het enkel maar, naar – zij het ook – zuiders voorbeeld, ging om een “aanlengglaasje” water in plaats van een complementair aperitiefglaasje nationaal gerstenat, alwaar wij onze hoop al op gevestigd hadden. Het noorden zouden we alvast niet kwijt geraken. Blijven oefenen, Nederland...

Gezien de ervaring met last-minute museumbezoeken voor een gehypte tentoonstelling begaven we ons rechtstreeks, via de Waag en de rosse buurt op de Kloveniersburgwal, richting het museum aan de Amstel, wat enkele sfeervolle beelden opleverde van de stad onder de verse poederlaag.

Bij de Hermitage gekomen bleek er al onheilspellend veel volk op straat te staan. Inderdaad, daar begon de rij om aan te schuiven.

Aanvankelijk ging het nog allemaal heel vlotjes vooruit, en we maakten ons dan ook geen zorgen omdat we weldra, na toch al bijna een uur, bij het poortje aan de ingang stonden. En dan...

...bleek de binnentuin ook nog eens voor de helft vol te staan met in- en uitheemse bezoekers. Maar niet getreurd, de Hollanders zijn niet voor niets goede commerçanten, dus in no time werd er een stalletje opgetrokken om de verkleumde vernepelingskes te voorzien van glühwein en warme chocolademelk tegen democratische prijzen, wat het wachten in de koude buitenlucht alweer een beetje draaglijker maakte.

Na 2 uur geduldig aanschuiven geraakten we eindelijk bij de kassa’s en mochten we toetreden tot de culturele schatkamer van Sint-Petersburg, of althans een satellietafdeling daarvan.

De tentoonstelling “Aan het Russische Hof” was absoluut de moeite waard: de opstellingen waren levensgroot en heel voelbaar, en de pracht en praal van de tsarenfamilies kon langs alle kanten bewonderd worden. Uiteraard was de grote toevloed aan bezoekers een beetje van het goede teveel om alles aan een uitgebreid onderzoek te onderwerpen, maar omdat alle goeie dingen uit twee bestaan, kon iedereen in twee verschillende vleugels en op evenveel verdiepingen zijn eigen weg zoeken en op zijn eigen tijd overschouwen, om achteraf naar huis te wandelen met enkele replica’s van de tentoongestelde waar, of andere Russische prullaria, uit de twee grote museumshops.

Wij doken weer de noorderkoude in, op zoek naar een welgekomen verfrissing, en warmden op in de Three Sisters op het Rembrandtplein voor een Ierse pint met een snackje. Na een terugtocht langs de – inmiddels volgelopen – rosse buurt in de avondschemering,

trokken de geuren van het kleine China Town ons aan voor een laatste avondmaal vooraleer we terug richting parking en België trokken. Het alomgeprezen en daardoor overvolle Nam Kee in de Zeedijk was ons het niet waard om nog maar eens in de rij te gaan staan, dus kozen we voor het iets verderop gelegen Wing Kee, waar de uitgestalde Pekingeenden ons even lekker leken. Waarvan overigens akte. Je moet er niet gaan voor het interieur, maar voor het eten des te meer.

Al bij al was deze Nederlands-Russisch-Iers-Chinese dag in Nederlands metropool een absolute aanrader, zij het dan misschien bij iets lagere temperaturen. En wonder boven wonder was het openbaar vervoer hier het enige waarvoor we niet hebben moet aanschuiven. Goed hoor!

Tuesday 19 January 2010

Shop till you drop

Met de zware aardbeving in het arme Haïti heeft de wereld er meteen weer een beproeving bij om te kijken hoe het nog gesteld is met de kersteuforie der volkeren, waarbij er in de donkere maand december al eens een duit meer in het zakje van de toevallige bedelaar werd gedaan. Ondertussen zijn de dertiende maanden en bonussen gestort, en heeft een groot deel van de bedienden een behoorlijke cent te spenderen, maar zonder twijfel werd die bij velen ook alweer besteed aan datgene waarop ze de voorbij 12 maanden al verlekkerd zaten. Nochtans zijn er redenen genoeg om de Haïtiaanse medemens te sponsoren: het is niet alleen een grotere ramp dan de tsunami van enkele jaren geleden, maar als men de prognoses moet geloven, is je eigen lekkere uitgave bovendien nog geen garantie op een verbetering van de economie, en dus kan je maar beter wat gemoedsrust voor jezelf met het medeleven voor hen afkopen. Ik deed al een stevige duit in het spreekwoordelijke Haïtiaanse zakje, en hoop van u hetzelfde.

Toch bleef er nog genoeg over tot het aanzwengelen der economie, dus werd zaterdag het koopcentrum te Sint-Niklaas met een bezoek vereerd – thans gekend als Waasland Shopping Center. Het genoemde koopcentrum, waar, vóór de grote renovatie in 2003, nog enkel de figuurlijke 5 man en 1 paardenkop rondliepen, wordt de laatste paar jaren overspoeld door massa’s volk, op eender welke dag van de week. Kuieren & kijken lijkt tegenwoordig nl. het uitverkoren tijdverdrijf van heel wat mensen die niets beters te doen hebben met hun tijd, en die blijkbaar geen enkele andere hobby hebben. Dat je daarbij droog en warm loopt zonder jas, en genoeg te eten en te drinken vindt, is natuurlijk goed meegenomen. Het is dan ook aangewezen om er aan te komen in de late voormiddag, want als je in de vroege namiddag komt, kan het wel eens gebeuren dat je de parking op en weer af kan rijden, ondanks voldoende plaats op het dak. Wij gaan er doorgaans naartoe voor doelgerichte en voorafbesliste aankopen – bij voorkeur in de solden, want beter voor onze persoonlijke economie, en dus noodzakelijkerwijze deze maand.

Des morgens viel het anders nog wel mee; blijkbaar had het weer er ook meerdere mensen toe aangezet om eerst wat uit te slapen, om goed uitgeslapen aan het shoppen te slaan. Maar kort na de middag, toen wij al een hapje hadden veroverd in één van de culinaire voorzieningen, begon de stroom bezoekers gestaag aan te zwellen: de mannen met hondjes en/of (klein)kinderen die – gehoorzamend aan moeder de vrouw of dochterlief – zich bij voorkeur afzijdig hielden op de banken van de middenstrook, terwijl de dames in kwestie hevig gesticulerend de koopwaar bespraken, alsof ze zich op het Djemaa el Fna bevonden; de bejaarde koppels die schuifelend de hevige koopwoede aanschouwden waartussen ze zich zelf liever niet begaven; de tieners die, doorgaans een gsm aan het oor of de duim geplakt, van de ene prullariashop naar de andere slalomden, onderwijl gretig verslag uitbrengend aan de persoon aan de andere kant van de gsm... Terwijl de massa wandelende zakjes zienderogen toenam, en de rij aan de Australian Ice Cream steeds langer werd, besloten wij dat het welletjes was geweest, en keerden we na de broodnodige inkopen bij de plaatselijke Delhaize – die zich op geen slechtere plaats kon bevinden – onze kar richting N16. Voor onze parkeerplaats stonden in de druilerige regen al ettelijke andere gegadigden aan te schuiven, en we werden dus gauw vervangen door een nieuwe groep kooplustigen. Het kan niet anders dan dat de dertiende maand die dag toch wel in veelvoud werd besteed, ter meerdere eer en glorie van de Belgische economie.

Wednesday 13 January 2010

Know your enemy

Terwijl de aarde onder een witte laag poedersuiker lag die haar een tijdelijke air van onschuld gaf, werden bij de aanvang van het nieuwe jaar twee jonge mensen vermoord. Gelukkig werd via naarstig speurwerk de moordenaar snel gevonden, en via nog intenser speurwerk werd hij aan nog een andere moord gelinkt. De speurders denken dat dit mogelijk maar het topje van de ijsberg is, en dat diepteonderzoek nog veel meer aan de oppervlakte zal brengen, ook al blijkt de (als we de veelvoudige tussenkomsten van seriemoordenaarkenner-en-toch-ook-wel-een-klein-beetje-heel-erg-mediageil meester Vermassen mogen geloven, maar hij kan het weten, want hij haalt als Grootste-Belg-Promotor zijn mosterd ongetwijfeld rechtstreeks bij de Heilige Damiaan) ‘serial killer’ een doordeweekse, goedlachse en sympathieke man-in-de-straat te zijn, en bovendien leerkracht, dus iemand met een voorbeeldfunctie voor de jeugd.

Net dat laatste gegeven, dat een doordeweekse man, een grijze muis, de Jan-met-de-pet, het klein Pierke naast God, er een tweede leven met een totaal andere persoonlijkheid op nahoudt, zonder dat ook maar iemand daar weet van heeft, zelfs zijn familie niet, prikkelt de nieuwsgierigheid van de mensen, en maakt mijn dagelijkse pendeltocht van en naar het werk tot een hernieuwde aardigheid. Dat wil namelijk zeggen dat in elk van je medereizigers een potentiële serial killer schuilt: de schriele jongeman met het kaalgeschoren hoofd, die het net aangekochte koffiebekertje omklemt als was het zijn kostbaarste bezit; de twee meisjes die op te hoge hakken giechelend het station doorkruisen, terwijl ze iedereen van onder hun te grote mutsen bespieden; de oude man met het koffertje die al hinkend de trap naar het perron bestijgt, de keurige heer met het krijtstrepen pak die in het ijle lijkt te praten met het gsm-oortje aan zijn hoofd; de grauwe pennenlikker met de grote brillenglazen die je van achter zijn Metro zit te begluren, heel de rit naar Brussel... Voor wie gevoelig is aan achterdocht, en vooral wie regelmatig rare snuiters op zijn weg tegenkomt, zal het leven nooit meer hetzelfde zijn, want plots schuilt op elke hoek, in elke straat en elk huis een onmeetbaar gevaar. Maar dat geeft een beetje filmische spanning aan het leven. Slechts één raad: “Beware the moon, stick to the road”…!

Friday 8 January 2010

Foule sentimentale

De kerstdagen en het begin van het nieuwe jaar zitten er weeral op, en we rollen verder door ons leven, alsof er niets is gebeurd. Eigenlijk gebeurde er ook niets. De kerst is een periode die wellicht zinvol is voor de gelovigen onder ons, maar voor atheïsten heeft die eerder een symbolische waarde, waarbij het samenhorigheids- en medelevendheidsgevoel worden aangesproken om een beetje oog te hebben voor de minderbedeelden, maar vooral ook wordt geappelleerd aan het commercialiteitsgevoel, om de mensen weer een heleboel hebbedingen aan te smeren die hen absoluut niet gelukkiger maken als ze ouder dan 12 zijn. En de bestemmelingen van die dingen, ingepakt en gestrikt, dikwijls nog veel minder, getuige daarvan post-kerst-Ebay.

Ook bij de grote nieuwjaarshype stel ik me dikwijls vragen, want ik vind het elk jaar weer moeilijk in die huid te kruipen om, gewapend met een gek hoedje en een toeter, bij een achtergrond van vuurwerk en uitzinnige mensen, uit mijn spreekwoordelijke dak te gaan bij een glas bubbels om een mathematisch puur conventionele datumrekening die, net zoals aan elk einde van de maand, weer overgaat van 31 naar 1, en waarbij het tellen opnieuw begint, zij het onder een andere naam, terwijl die zgn. jaarovergang in bepaalde culturen trouwens op een totaal ander ogenblik valt. Die bubbels, daar kan ik natuurlijk wel mee leven.

Natuurlijk, het gaat allemaal over het samenzijn met de familie, en het uitwisselen van de beste wensen voor geluk en voorspoed in het verdere leven, maar hoeft het daarom altijd op zo’n opgeklopte manier te gaan, waarbij er steeds meer geld dient tegenaan gesmeten? Bovendien vraag ik me af, als men de mensheid bezig ziet tijdens de rest van het conventionele jaar, waar die voornemens en wensen van voorspoed en geluk naartoe zijn als de temperaturen weer een beetje stijgen? Zo was het alle hens aan dek om een hoop daklozen weer dakhebbend te maken omwille van de strenge koude en de buitengewone hoeveelheid sneeuw die ons al te beurt viel, en toonde de man in de straat zijn goede inborst door onder het eigen dak een beetje op te schuiven om plaats te maken, maar zouden diezelfde goede inborsten nog even “merry and bright” zijn als hen pakweg in de maand juni zou worden verzocht om bij 20° en aanhoudende tropische regen eveneens een beetje op te schuiven onder dat dak, zonder begeleidende jingle bells in hun oor en de geur van Glühwein die zich een weg baant naar hun verstand? Zouden de daklozen niet beter geholpen zijn als de regering voor eens en voor altijd het goede voornemen plant om de periode van regularisatie terug te brengen tot bijvoorbeeld maximum 10 dagen, de langste periode die u en ik bij een ambassade moeten wachten op ons visum voor een plezierreisje in den vreemde?

Begrijp me niet verkeerd, ik heb absoluut geen problemen met de kerst- en nieuwjaarsperiode, en geniet met volle teugen van de bubbels, de ‘voor-één-keer-mag-het’ uitzinnige eetstonden, het krijgen of vinden van ware schatten, zoals 33-jarige wijnen in de kelder van mijn schoonmoeder, nog steeds in perfecte staat (zowel de wijnen als de schoonmoeder), of het pakketje met fietsen en wandelingen in België dat mij te beurt viel...




Maar als het gaat over de goede voornemens en de voorspoed die men anderen en zichzelf toewenst, mag het dan gewoon niet elke dag een beetje Kerstmis zijn?