Monday 23 February 2009

In the country

Omdat all work and no play makes Jack a dull boy and Jill a rich widow, en de laatste weken in een nieuwe job vrij intensief waren, was het hoog tijd om er nog eens een weekendje tussenuit te knijpen. Er zijn inspirerender plaatsen dan de Belgische kust, en op zoek naar een bestemming aan de Normandische kust herinnerde ik me een plaatsje dat ooit veel lof kreeg als bijzonder pittoresk overblijfsel van het beginnend toerisme uit de 19de eeuw, Les Petites Dalles. Claude Monet hield er een tijdje halt na de dood van zijn eerste vrouw Camille, leerde er de zee en de luchten schilderen in de buitenlucht onder impuls van Eugene Boudin, en sindsdien is het gehuchtje niet erg meer veranderd.

Een zoektocht op internet leverde geen overnachtingsresultaten meer op voor Les Petites Dalles, alhoewel er zowat tien jaar geleden nog tekenen van leven waren, met o.a. een hotelletje en een restaurant. Nu was de dichtstbijzijnde chambre d'hotes te vinden in het naburige Sassetot-le-Mauconduit, een plaatsje dat ook al zo'n 300 jaar geleden bestond en is opgebouwd rond een kasteel met aanhorigheden en herenboerderijen. In een dergelijke annex was de chambre d'hotes van Rolande en Claude Bourcier, Les Bruyeres, ondergebracht. Voor het diner moesten we dan weer terecht in "het dorp", waar in Le Relais de Dalles onze avond verzadigend werd afgesloten.


Het sympathieke en praatgrage gastkoppel van ons verblijf, die beiden het grote Canada voorgoed achter zich hadden gelaten voor het "kleine" Frankrijk, hield niet alleen vanaf het eerste moment iedereen aan de praat, maar deed bovendien ook nog enorm veel moeite om aan de collectieve ontbijttafel een brug te slaan tussen de aanwezige gasten. Hun gerestaureerde boerderij, met in het bijgebouw een paar gites die ze verhuren, ligt achter het dorp van Sassetot, midden tussen de velden, en toch op slechts 600m van het Franse spiegelbeeld van de white cliffs of Dover, waarlangs de GR21 passeert. Langs die wandelroute kon je aan de ene kant afdalen in Les Petites Dalles, en aan de andere kant in Les Grandes Dalles, een wandeling die onze eerste voormiddag in beslag nam, onder een flauw impressionistisch zonnetje, dat voor een 19de eeuws sfeertje zorgde in het mooie maar verlaten Les Petites Dalles. In de namiddag, waarbij de zon werd verschalkt door vochtige mistbanken die uit het niets vanuit de zee kwamen opzetten en de hele kust in een mysterieuze waas hulden, volgden we met de auto een route met enkele uitzichtpunten die ons door gastheer Claude was aangeprezen, maar waarbij die mist enigszins de spelbreker was. Pas toen we aankwamen bij ons eindpunt van de dag, Etretat, om ons er nog eens van te vergewissen of de echte rots er nog altijd even goed uitziet als de verschillende schilderijen waarin ze ooit werd vereeuwigd, deed het zonnetje de dag nog even uitgeleide. Tevreden van onze dag stopten we onderweg in de haven van Fecamp voor onze tweede culinaire halte van het weekend, het restaurant de la Plaisance, voor o.a. een kraakverse en succulente "choucroute de la mer".

De laatste dag van ons verblijf begon, met de gepaste tristesse bij het einde van een (mini-)vakantie, een beetje druilerig en grijs, vooral omdat de andere gasten aan het ontbijt nog een verlengstuk aan het verblijf mochten breien. Wij namen afscheid van de Franse Canadezen / Canadese Fransen in Sassetot-le-Mauconduit, en vatten onze terugtocht noordwaarts aan langs de kust van Haute Normandie, waarbij we tussen een paar sporadische druppels door af en toe halt hielden en een wandelingetje deden in een paar mooie dorpjes (waaronder een paar villages fleuris), een allerlaatste culinair exploot hielden in Le Treport, een ietwat vergane kuststad, die echter nog altijd een enorme keuze aan restaurants biedt, die allemaal vooral de plaatselijke catch aanprijzen, de coquille St. Jacques. Kort daarna reden we Haute Normandie uit en de Somme binnen, waar onze laatste kostbare vrije uren werden besteed aan een wandeling langs de bekende baai in St. Valery sur Somme, wat zovelen ons zowat 100 jaar geleden al voordeden. Gelukkig hadden sommigen toen verf en doek bij de hand, want bij het mistige februariweer is dat toch nog iets efficienter dan de digitale plaat.


Sunday 15 February 2009

Your body, my body..

Valentijn ging aan ons voorbij - mits een klein geschenkje - wegens een dag gevuld met basketbal: met de meisjes een flinke bekerpandoering op het veld van Boom tegen flink uit de kluiten pupillen waar geen Willebroeks kruid tegen gewassen was, gevolgd door een reguliere thuiswedstrijd voor de Mix samen met de jongens, en 's avonds nog eens opdraven voor de thuiswedstrijd van de heren, waar de twee pupillenploegen A en B werden voorgesteld en mochten high-fiven met hun idolen in de herenploeg alvorens die match aanving. Een beetje basket-overkill voor een dag als je het mij vraagt, maar veel werd goed gemaakt door de vooruitzichten op "the day after".


Enkele weken geleden al hadden we tickets besteld voor een bezoek aan Körperwelten, omdat de vorige editie in Belgie werd gemist, en omdat er werd aangekondigd dat deze nu toch wel iets beters en speciaals was. Vervolgens zouden we - bij wijze van een vertraagd valentijnachtig diner - een hapje gaan eten in Brussel. Omdat Brussel uiteindelijk maar een goed half uur van Liezele verwijderd is, gingen we met de auto en niet met de metro. Dat was echter gerekend buiten de exotische markt die zich afspeelt net naast de Kelders van Kuregem. Behalve de markt die zich zondagochtend ontrolt aan het Zuidstation, blijkt er immers in de Ropsy Chaudronstraat nog een soort van overdekte exotische markt te zijn, die op zondag tot maar liefst 14 uur duurt, wat dus voor een onoverzienbare verkeerschaos zorgt, aangezien de marktbezoekers en -kramers zich maar in het wilde weg richting bestemming begeven, zonder daarom de verkeersregels in acht te nemen. We konden op de valreep nog de Kelders bereiken rond 15 uur, want dat was het tijdstip dat op onze voorafbetaalde tickets stond aangegeven als toegangstijd. Aan de ingang wachtte ons een onbegrijpelijk schouwspel: hoewel promotie werd gemaakt voor vooraf via het internet bestelde en betaalde tickets met aangegeven toegangstijden, bleek het gros van de bezoekers zonder ticket te zijn opgedaagd, wat voor hen resulteerde in wachttijden die meer dan twee uur bestreken. Na de verkeerschaos wachtte ons dus ook hier nog eens een onbegrijpelijke chaos, want onze tickets bleken geenszins voorrang te krijgen, en dus wachtte ons ook een relatief serieuze wachttijd, waardoor we pas na bijna anderhalf uur naar binnen konden.


Het bleek uiteindelijk wel de moeite waard. Het is een zeer uitgebreide tentoonstelling, waarin letterlijk elk deeltje van het menselijk lichaam nog eens afzonderlijk wordt ontleed en belicht, en die een mooie herhaling is van iedereen die ooit een anatomieles uit het hoofd heeft moeten leren. De gedachte dat het om mensen gaat die echt hebben geleefd, en hun lichaam aan het project hebben geschonken, gaat volledig naar de achtergrond, en in tegenstelling tot wat tegenstanders beweren is de tentoonstelling op geen enkel ogenblik griezelig of mensonterend. Het biedt, vooral voor mensen die nooit een dergelijke anatomieles hebben gekregen, een mooi overzicht over hoe het menselijk lichaam in elkaar zit. Hier en daar krijg je - wij hadden een audiogids die nog meer extra uitleg gaf - nog een gratis moraliserende les erbij, over het effect van roken op je longen, of hoe zwemmen goed is voor je wervelkolom.


We keerden met andere woorden tevreden terug, en dan vooral richting Brusselse Dansaertstraat, waar ons een tafeltje wachtte in het Baskisch tapasrestaurant Comocomo (in het Spaans letterlijk "Hoe ik eet"). Met je handen dus, en het tafeltje bleek een plaatsje aan de lopende band te zijn: langs de toog waar je aan zit passeert een soort van sushiband, waarop met de regelmaat van de klok steeds nieuwe tapas (of eigenlijk Baskische pintxos) worden geleverd, waar je naar gelieven van neemt. De kelner komt enkel langs om je drankbestelling op te nemen (vooral dan wijn - het restaurant heeft ook een immense wijnlijst - want de flesjes water passeren mee op de band), en verder neem je de tapas naar je smaak volgens de kleur van de bordjes (bv. groen zijn 'veggies', blauw zijn 'fishies', zwart 'meaties' enz.). Je bepaalt zelf hoeveel je eet, of je kaas, vlees, vis, groenten dan wel desserts eet, en hoe lang je wilt doorbrengen in het restaurant. Met een goed glas Spaanse wijn ideaal als avondvullend programma, ook al was het dan (voorlopig) zonder zuiderse temperaturen. Niet dat we de moraliserende lessen van Körperwelten daarmee hebben opgevolgd, maar dat is dan maar voor een andere keer. Neemt en eet, want dit is...een heel lekker adres!

Tuesday 10 February 2009

An eye for an eye

Nu de grote commerciële Valentijnsrush weer volop bezig is, waarbij iedereen met platte commercie een romantisch gevoel wordt aangepraat en wordt aangezet tot kopen – wat in de huidige economische omstandigheden dan weer niet zo’n slecht idee is – is er blijkbaar ook een nieuwe vorm van ‘speeddating’ uitgevonden: de “Eyeflirts”. Uiteraard slaat dit natuurlijk goed in bij onze Noorderburen, niet voor niets al eeuwenlang de grootste zakenlui die alles kunnen verkopen met hun praatjes.


In plaats van het gewone speeddaten, waarbij de kandidaten potentiële partners gedurende 3 of 7 minuten te spreken krijgen, en dan doorschuiven naar de volgende kandidaat, wordt bij deze methode niet met elkaar gepraat. Mannen en vrouwen worden bij binnenkomst direct gescheiden en mogen na een korte uitleg plaats nemen aan een tafel. In één minuut moeten zij proberen door middel van oogcontact, zonder te praten, de tafelgenoot beter te leren kennen.


Op een avond vinden er ongeveer twintig (zwijgzame) sessies plaats. Na deze sessies is er een “Afterparty”, waarbij je wel een praatje kan slaan met de mensen die je net diep in de ogen hebt gekeken. De mosterd voor dit evenement haalden de Nederlanders evenwel uit de Verenigde Staten.


Dat er met de ogen kan worden geflirt is niets nieuws, maar hoe je elkaar dan zonder te praten leert kennen is me een raadsel. Tja, beauty is in the eye of the beholder, zeker. Maar voor wie het niet lukt is er goed nieuws: je krijg een gratis herkansing!

Sunday 8 February 2009

Douce France...

In mijn jeugd nam de jaarlijkse familievakantie in juli-augustus altijd een heel prominente plaats in. Nadat mijn ouders de Costa del Sol reeds achter zich hadden gelaten nog voor veel Belgen die moesten ontdekken, en ook enkele Duitstalige berg- en meergebieden al eens waren aangedaan, werd Frankrijk de jaarlijkse bestemming voor de 3-weken durende familieuitstap.

Het moet nu zowat 30 jaar geleden zijn dat mijn vader, om zo veel mogelijk van het land te zien en daarin letterlijk heel flexibel alle kanten uit te kunnen, overging tot de aanschaf van zijn eerste caravan (later zouden er nog 2 andere volgen, in een iets ruimer formaat). En vanaf dan lag Frankrijk aan onze voeten, en hebben we het letterlijk doorkruist van noord naar zuid en van west naar oost in alle mogelijke richtingen en combinaties op cultureel-culinaire wijze. Broer en zus hadden de leeftijd bereikt waarop je thuis veel leuker avonturen kon beleven als de ouders er niet waren, en gingen al niet meer mee op vakantie, en bibi kreeg een tentje dat op elke locatie naast de caravan kwam te staan. Niet alleen is daar een liefde voor kamperen ontstaan, maar ook een hele grote liefde voor Frankrijk, vermoedelijk omdat het land voor altijd zal verbonden zijn aan de onbezonnen vakanties uit mijn jeugd.

Mijn vreugde was dan ook groot toen ik vorige week in De Standaard een kortingsbon vond voor het boek "Langzaam door Frankrijk" van Peter Jacobs en Erwin De Decker, die een tocht ondernamen langs de historische Route Nationale 7 naar het zuiden, maar aan het tempo van voor de autosnelwegen. Het boek dateert al van eind 2007 en ik ben nog maar 2 etappes ver, maar ik ben alweer verlekkerd op Frankrijk, en passeer weer langs steden die ooit op onze reisweg lagen.

Misschien een idee voor een "road trip" volgende zomer, langs de Franse tegenhanger van de Route 66...

Friday 6 February 2009

The game of love


Omdat het al lang geleden was dat we nog eens een toneelvoorstelling zagen, stond vanavond "Tsjechov in love" op het programma, uitgevoerd door het toneelgezelschap "Het Ongerijmde" in het plaatselijke cultureel centrum De Kollebloem. Tsjechov, die vooral bekend is voor toneelstukken als "Oom Vanja", "De drie zusters" en De Meeuw, is echter ook de Russische meester van het kortverhaal, en beschrijft in die verhalen het typische leven in het 19de eeuwse Rusland, vanuit zijn ervaring als arts, met de nadruk op liefde (en relaties), verhalen die bij studenten Russisch erg populair zijn omwille van hun eenvoud en de vlotte lectuur.

Het Ongerijmde speelt een bewerking van 4 verhalen in een moderne omkadering. Gezien de typische aard van dit soort verhalen, die de Russische maatschappij in haar 19de eeuwse tijdsbeeld schetsen, is het niet eenvoudig om er een hedendaagse bewerking van te maken. Wat begint als iets dat op experimenteel theater lijkt en aanvoelt als een jasje dat niet goed zit, begint gaandeweg meer vorm te krijgen en als een gemakkelijke losse trui te zitten. De verhalen geraken zo door elkaar verweven, dat ze bijna in elkaar opgaan, om uiteindelijk grappige en bijna hilarische, vaudeville-achtige situaties op te leveren.

Door de acteertalenten van dit collectief lijkt het zelfs alsof er meer dan 4 acteurs aan het werk zijn, aangezien alle personages zo karakteristiek worden neergezet, en toch in een vrij minimalistisch decor. De acteurs die al bekend waren van TV of het grote scherm, Kadèr Gürbüz, Jenne Decleir en Danny Timmermans (hierbij aangevuld door Machteld Timmermans), werden op sommige websites al neergesabeld wegens te weinig "artistiek" theatertalent, maar het is net Danny Timmermans (bekend geworden in "Buiten de Zone") die zelf de bewerking deed, die de afzonderlijke types heel duidelijk neerzet, wat toch wel op een groot inlevingstalent wijst. Jenne Decleir is meer en meer het evenbeeld van zijn illustere vader, en zou eigenlijk meer op zoek moeten naar grote karakterrollen, want hij heeft zeker evenveel in zijn mars als zijn papa. En Kadèr Gürbüz tenslotte, om alle commentaar meteen de kop in te drukken, bewijst met deze voorstelling dat ze alle genres aankan.

Het was in ieder geval een leuke herontdekking van Tsjechov en van het theater, en het smaakt zeker naar meer. Dat kan niet moeilijk zijn, met maar liefst 4 culturele centra met een goedgevuld programma op minder dan 5km in de omtrek...

Monday 2 February 2009

La Vie en Rose

Op verzoek van DB Willebroek, maar vooral open voor het grotere (vrouwelijke) publiek, was er vanavond weer een proefavond bij Brouwerij Moortgat, de sequel zeg maar, dit keer van gemengde fruitbieren in plaats van zuivere kriekbieren. Sinds de duvelse brouwerij Liefmans heeft overgenomen en daarmee van de ondergang door faillissement heeft gered, wil ze ook weten waaraan de drinkers van dit fruitig bier de voorkeur geven.

De vorige editie was een zeer uitgebreide met maar liefst 8 kriek- en frambozenbieren en vond vorige zomer plaats, aan temperaturen die meestal vragen om iets anders dan een stroperig fruitbier. Nu, de dag van de zoveelste winterprik en met frisse temperaturen, werd een stapje verder gegaan, en bestond de proeverij uit 4 eigen brouwsels, waaronder nog slechts 1 zuiver kriekbier, en daarnaast mengelingen van allerlei rode vruchten die zich tot het brouwen van fruitbieren lenen. Het ene had al wat meer of minder succes dan het andere.

Bibi is absoluut geen liefhebber van de kriekachtigen, maar als het erom gaat de mensheid een stap vooruit te helpen en wat meer kleur in de Belgische bierwereld te brengen, ben ik altijd bereid om me op te offeren.

Nadat het zware karwei tot een goed einde werd gebracht en de nodige formulieren ter vaststelling werden ingevuld, mocht er nog a volonte geproeft worden van de iets krachtiger bieren van de brouwerij, en konden we nagaan of de Duvel, Maredsous, La Chouffe, McChouffe en andere Vedett'en nog altijd met dezelfde kennis van zaken worden gebrouwen als voorheen. Na uitgebreid empirisch onderzoek, ondersteund door de door de brouwerij aangeboden broodjes als beloning voor het zware werk, kon zulks in positieve zin worden vastgesteld.

Bij vertrek werden alle prachtige proevers bovendien nog bedacht met een 75 cl-versie in blikken geschenkverpakking van het gouden Duvelse vocht. Als dat geen pure verwennerij is!
Ik heb al moeilijker avonden doorgebracht, maar deze avond zag ik echt la vie en rose...