Thursday 31 December 2009

What a difference a day makes

Zoals eerder vermeld zijn er voor deze laatste dag van het jaar geen speciale voorbereidselen te treffen, en dus werden de afgelopen dagen gevuld met hangende klusjes waarvoor eerder dit jaar niet de tijd of de goesting aanwezig was.

Woensdagochtend was het zo onder meer ook tijd voor de jaarlijkse keuring van mijn 9-jarige Saab, die na de initiële kinderziekten de laatste paar jaren elke keer met vlag een wimpel naar buiten rijdt bij het AV-BTV. En toch sta ik elk jaar een beetje met knikkende knieën aan te schuiven, want hij gaat nu toch al naar de 200.000 km, en dus verwacht ik me elk ogenblik aan een negatief verdict van de Tuf-Tuf Club.

De laatste weken maakte diezelfde AV-BTV op de openbare omroep uitgebreid reclame voor hun persoonlijke stapje in de 21ste eeuw, nl. het maken van afspraken voor de technische controle via internet: niet meer aanschuiven, maar je onmiddellijk aanmelden op het afgesproken uur, en dadelijk worden verder geholpen! De halve dag indachtig die ik vorig jaar had verkwanseld met aanschuiven was zulks voor bibi uiteraard een geschenk uit de hemel, en dus maakte ik twee dagen voor mijn gepland bezoek een afspraak in de nog resterende online tijdstippen, helaas vrij vroeg 's morgens, wat mij eruit deed afleiden dat de halve wereld al een afspraak had gemaakt voor de iets orthodoxere uren. De boeking verliep zeer vlot, en ik kreeg een zeer efficiënte bevestigingsmail die mij aanraadde mij op het aangevraagde tijdstip met warmgelopen motor aan lijn 6 van het keuringsstation te Willebroek aan te melden. Aldus geschiedde, en om 9.15u stond ik geheel warmgelopen met dito wagen voor de grote poorten. Alleen...de genummerde lijnen van het genoemde keuringsstation gingen niet verder dan 4. Daarnaast waren nog 2 garagepoorten, waarbij duidelijk stond vermeld dat het alleen ging om herkeuring, keuring na ongeval, ingevoerde wagens en tweedehandswagens voor verkoop op afspraak. Gezien de lijn die er al stond te wachten, en de twee auto's bij de andere poorten, leek het erop dat er niet bepaald schot in de zaak kwam. Dus werd de oude Saab maar achter een prille Mercedes geparkeerd in de rij wachtenden, en besloot ik mij ten kantore te begeven om navraag te gaan doen naar de beloofde afspraak. In de keuringshal zelf bleken op dat ogenblik maar liefst twee (2!) mensen aan het werk, terwijl ondertussen het ene stalen ros na het andere de rij wachtenden vervoegde, die gestaag aangroeide tot een blinkende rups. De kantoren naast de keuringshal bleken zo verlaten als een cowboydorp na een zandstorm, en dus restte mij niets anders dan onverrichter zake terug in mijn stalen kooi te kruipen.

Toen de stoom bijna uit mijn warmgelopen motor en mijn oren begon te komen, mocht ik eindelijk uit de rij komen, en kreeg ik voorrang op een tweedehandswagen in 'de andere rij'. Ik begroette de keurende jongeling hartelijk uit erkentelijkheid om mij toch nog iets sneller van dienst te willen zijn, waardoor ik ervan uitging dat ze de afspraak te laat hadden opgemerkt. Na het positieve verdict bij de uitstoot - toch altijd wel een spanningsmoment bij een oude diesel - mocht ik dan weer verder, om...te stranden achter de vorige tweedehandswagen die daar nog steeds stond te wachten op verdere keuring. En we wachtten en wachtten, terwijl ik ondertussen maar liefst drie auto's die na mij in de reguliere rij hadden staan aanschuiven, ernaast vlotjes zag worden gekeurd, gewikt en gewogen, en al dan niet te licht bevonden. Zowat een half uur later was het dan eindelijk weer de beurt aan mijn koets, maar slechts nadat de heren onderling nog wat hadden gedold, een koffietje gedronken, een plaspauze ingevoerd, en dies meer. De opgeblonken glimlach, die ik tevoorschijn had getoverd om de keuring van mijn vervoersmiddel mogelijk wat vlotter te doen verlopen, was ondertussen al uitgeschoven tot een grimas, maar zou op de heren keurders vermoedelijk toch weinig impact hebben gehad, vermits de meesten onder hen hun beroep uitoefenden met de ernst van een begrafenisondernemer. Tenzij de temperatuur in de keuringshal daar natuurlijk voor iets tussenzat. In ieder geval mocht ik pas zowat anderhalf uur na aankomst de keuringshal verlaten met een diplomaatje dat mij toelaat het komende jaar de Europese wegen verder onveilig te maken met mijn oude kar.

En na deze laatste grote taak zijn we klaar voor het nieuwe jaar en het nieuwe decennium. Nog even terugkijken op wat geweest is (of niet), wie er geweest is (of niet), de gemaakte voornemens van het vorige jaar (niet!), de prettige en de minder prettige momenten. Ondertussen valt er alweer een nieuw laagje sneeuw dat onze wereld oppoetst voor het komende jaar en het komende decennium, ook al is het morgen dan weer gewoon weer een dag als alle andere. Wij lopen alvast warm...

Monday 28 December 2009

What Are You Doing New Year's Eve?

Het idyllische witte landschap dat ons werd toebedeeld maakte een dag voor de kerst alweer plaats voor het alomtegenwoordige groen en grijs, ook al bleven bepaalde rondborstige weervrouwen op alle media orakelen dat we een witte kerst beleefden, en scheen niemand die zich lager bevond dan het Signal de Botrange daar iets van te merken. Maar: in Ukkel lag een sneeuwlaag van 3 cm, en laat dat nu volgens de Belgische Grondwet (of was het het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens?) het wettelijke minimum zijn om officieel van een "Witte Kerst" te kunnen spreken! Of dat scheen althans toch volgens de weerkabouters.

Niets aan te doen, men moest laten smelten wat smolt, vloeien wat vloeide en lopen wat liep, Kerst of geen Kerst. Gelukkig was het geen probleem om onze aandacht op andere zaken te focussen, want tot tweede kerstdag toe mochten we elders met onze voeten onder tafel schuiven. Enkel op kerstavond dienden we te voorzien in ons eigen onderhoud en onze eigen voedselbehoeften, en dat gebeurde met de hulp van Tim Meuleneire van De Koopvaardij, kersvers winnaar van de Prix Prosper Montagné, die één van de laatste versies van de Standaard Magazine had bedacht met een kerstmenu. Voor het voor- en nagerecht bedacht ik een eigen alternatief (zoals een Dulce de Leche made easy), maar het hoofdgerecht, een hartige 'pithiviers' met fazant, ganzenlever en truffel, werd zo goed mogelijk nagemaakt volgens de aanwijzingen van de chef, en het resultaat kon best gesmaakt worden.




Het uitwuiven van het oudejaar en het inluiden van het nieuwe jaar zal alweer gebeuren aan uithuizige tafels, maar verandering van spijs doet eten. De pakjes dienen nog te worden verdeeld, dus ondertussen blijft het kerstgevoel onder onze kerstboom alvast nog wat verder duren. Met of zonder sneeuwtapijt.


Tuesday 22 December 2009

Tombe la neige...

...dan wordt de zondag besteed aan een winterwandeling in een idyllisch landschap.













Sunday 20 December 2009

Let it snow let it snow let it snow

Terwijl we op donderdag mochten 'genieten' van de eerste sneeuw - die van achter een raam best te genieten was, zolang je de weg niet op moest - stond op het werk het jaarlijkse kerstdiner op het programma. Als rechterhand van het opperhoofd mocht bibi de locatie zelf kiezen en dat werd, na wikken en wegen, tellen en meten, inschatten en dan gokken, uiteindelijk het restaurant Jaloa, op de bijna legendarische Place Sainte Catherine of - voor de Flaminganten - het Sint-Katelijneplein in Brussel.

Het restaurant in kwestie werd al op verschillende sites bewierookt, waaronder die van Sensum, voor het betere restaurant, en aan de geoogste lof werd geheel en al tegemoetgekomen. We gingen voor het all-in banketmenu van 72 euro, en de schotels waren van onberispelijke en kraakverse kwaliteit, ruim overgoten met degelijke wijnen. De aanwezige vegetariërs kregen een aangepast menu dat veel origineler was dan de gebruikelijke omeletten, soepen of quiches in de doorgaans vleesgezinde etablissementen. Iedereen was voldaan, zonder zich echter zompig te hebben gegeten, en net als de apéro met de amuse-gueules was ook de afsluitende koffie met de eigengemaakte hapjes tot in de puntjes verzorgd. Een aanrader voor wie eens wat meer aan een etentje wil geven in het toeristische hart van Brussel, zonder bedrogen uit te komen.

Resten mij dit jaar dan nog drie werkdagen in de week die komt, al is het maar de vraag of we er met z'n allen wel gaan geraken met dit weer...

Thursday 17 December 2009

Dinner at eight

Naar aanleiding van een doctoraatsdiner konden we enkele dagen geleden onze voeten onder tafel schuiven bij de Leuvense Faculty Club. Deze “Alma voor de professoren” – zo wordt hij althans toch gezien door de studenten – biedt een vrij hoogstaande keuken, maar stelt evenzeer heel wat bijkomende eisen aan haar bezoekers alvorens je de kans wordt geboden om nog maar een teen binnen de deur te zetten: je moet op voorhand reserveren; het aantal personen moet ruim 2 dagen vooraf strikt bepaald zijn, en daar mag niet van worden afgeweken, of er dient toch voor te worden betaald als je met een persoon minder bent; het menu moet op voorhand worden gereserveerd en daar mag niet van worden afgeweken, ook al is het gangbare ‘groepsmenu’ dan niet voorhanden en moet je gewoon van de kaart kiezen, en ben je maar met 7 à 8 personen in plaats van met een grote groep. Nochtans bouwt het restaurant enkel maar op het historisch kader waarin het zich bevindt, en hoogstwaarschijnlijk op de zelfverklaarde expertise op culinair gebied, want het blijkt al die jaren dan toch vrij van enige associatie met Michelin, Gault Millau of enigerlei andere restaurantrecensentenrecensies, ook al komen de prijzen hoe langer hoe meer aardig in de buurt van dergelijke etablissementen.

Bij het binnenkomen heerste er al een vrij opvallende chaos, die vermoedelijk werd veroorzaakt door de volle conferentie-eetzalen, die al volop in het voedingsproces zaten. Gelukkig waren wij – en dus ook de maker van de reservatie – eerst, en botsten we op een toevallig passerende garçon, anders waren we wellicht op drift geraakt in de gangen op zoek naar onze tafel. De zich in het ongewisse verkerende kelner in kwestie moest ons doorverwijzen naar de Oberkellner ofte Maitre d’hotel, die ons op zijn beurt doorverwees naar de salon, in afwachting van de rest van het gezelschap. De eerste tafelgast die arriveerde moest aldus in verdwaalde toestand worden opgevist uit één van de eetzalen en naar de salon worden gebracht. Toen iedereen aanwezig was en we uiteindelijk aan het aperitief zaten, kwam de Maitre d’hotel langs om met ijzige zelfbeheersing de menukaarten uit te delen en de schotels te declameren aan het kleine gezelschap van 7 mensen, waarbij met enige verrassing diende te worden geopperd dat de keuze van de menu’s toch al twee dagen eerder (verplicht) was doorgegeven (overigens met de mededeling dat er voor 8 moest betaald worden, omdat het gezelschap een dag eerder en dus drie dagen op voorhand nog een man meer telde), en die dus al moest gekend zijn? Op dat ogenblik kregen we al een voorproefje van de eigenaardige trekken waarin het rubberen gezicht van de Oberkellner zich de rest van de avond nog een paar keer zou wringen, en de menukaarten werden onverrichter zake weer afgevoerd met het schaamrood op de wangen (van de kelner, niet de kaarten).

Toen we dan uiteindelijk aan tafel gingen en het voorafbepaalde menu aan een zacht tempo de revue passeerde – gegrilde Sint-Jakobsnootjes met witloofstoemp en gegaard spek; biefstuk van hert met herfstgroenten en aardappelrösti, en tenslotte een trio van desserten – moesten we vaststellen dat de keuken en de schotels toch wel van onberispelijke kwaliteit waren, in behoorlijke porties kwamen, en dat voor de bijpassende wijn op geen glas meer of minder werd gekeken. De vreemdsoortige gelaatstrekken van het rubberen gezicht moesten we er dan maar bijnemen. Om even aan pseudo-TV-kookrecensie-naäperij te doen, dien ik er toch nog bij te vermelden dat de zoetigheden bij de koffie jammer genoeg niet van eigen makelij waren (“en dat verdient voor mij vanavond toch maar een gemiddelde 6”). Alles beschouwd was het eten lekker, al vind ik wel dat je, de gevraagde prijs en de gekregen behandeling in acht genomen, in een minder gehypet restaurant meer waar voor je geld krijgt. Gelukkig was het gezelschap goed, maar daar had de Faculty Club natuurlijk geen enkele verdienste aan.

Op naar de volgende tafel vanavond, in de stad van de Kiekenfretters...

Monday 14 December 2009

Het land van Maas en Waal

Een kerstcadeau van vorig jaar (een Bongobon voor een pittoreske overnachting) bracht ons in het land van Maas en Waal, op de kerstmarkt van Maastricht. Beelden zeggen meer dan woorden, dus bij deze een foto-impressie:











Overnachten deden we in de Abdij Rolduc in Kerkrade, op een halfuurtje rijden buiten Maastricht, met een echt Grootseminarie, een rococobibliotheek, een prachtige omgeving en... een vleugje eerste sneeuw.




Friday 11 December 2009

It's the most wonderful time of the year

Hij staat, hij staat... Terwijl her en der de chocoladecenten en -venten nog werden geteld, werd hij bij ons al opgesteld; vorig weekend gelost en tijdens de week uitgedost:


Omdat we een groter exemplaar wilden dan vorig jaar en dus niet tussen de zielige restantjes wilden kiezen, stormden we toch al de deur uit toen de Sint net de straat uit was, en met recht en reden: na ons stormden op deze vroege Sinterklaasnamiddag menig anderen al om een oud-Germaanse rituele boom. De verleiding was groot om een nog groter exemplaar binnen te halen, maar nu heeft hij nog wat 'Lebensraum' en plaats om zich te ontplooien. En laat hij nu toevallig ook een 'vruchtbaarheidssymbool' zijn...

Het huidige weekend werd al lachend ingezet met de gebroeders Walschaerts, die als Kommil Foo de planken onveilig maken met de voorstelling "Wolf". Ondertussen zijn de getalenteerde broers en hun cabaretformule al oude bekenden, maar de nieuwe voorstelling was toch weer een hele verfrissing. Met hun muzikaal zang- en verteltalent werd de verbeeldingskracht van het publiek aangesproken, waarbij soms zelfs niets aan de verbeelding werd overgelaten (dames: allen daarheen!); nu eens ontroerende liedjes, dan weer rolden de tranen over onze wangen van het lachen, maar geen moment verveelde de show en de tijd leek voorbij te vliegen. De wolf in de broertjes blijkt eerder iets weg te hebben van een zachte teddybeer. Of was het een eekhoorn? Hoe dan ook, er staat nog een hele speellijst te wachten (al dan niet uitverkocht), dus wie nog een kaartje kan bemachtigen, kan ik ten zeerste aanraden om dat te doen. Uw lachspieren zullen u dankbaar zijn.

Tuesday 8 December 2009

Blankenberge Blankenberge

Terwijl Sinter-, houten en andere klazen vorige week overal te velde met hun zwarte pieten paradeerden, consumeerden wij alweer een stukje uit ons plaatselijk cultuurabonnement, dat ons meteen in een totaal ander seizoen katapulteerde, en ons naar het einde van de zomervakantie aan zee bracht, voor het stuk “Blankenberge”, een tragikomedie van Tom Lanoye door Fluistercompagnie en Theater aan de Stroom. Met de koude, de gierende wind en de striemende regen rond het Puurse theatergebouw duurde het een tijdje voor de volgelopen zaal met het hoofd volledig mee in het Blankenberge van augustus zat, maar de cast was overtuigend en getalenteerd genoeg om aan de juiste sfeerschepperij te doen. Het was de eerste tragiekomedie van de hand van Tom Lanoye, waarin hij (volgens de aankondiging) de wereld van de horeca doorlicht, maar er in mijn ogen ook meteen een karikatuur van maakt. Misschien had de bekendheid van enkele castleden ermee te maken, maar het feit dat de zaal voor de helft was gevuld met “actieve bejaarden”, die het eerste half uur van de voorstelling toen de acteurs op het toneel verschenen tekenen van herkenning zaten te kirren en te fluisteren omwille van de iets populairdere prestaties van de personen in kwestie (“Miel Verbiest uit Familie!”, “Stavros van Lili en Marleen!”, “dieje slechterik uit Familie!”, en dies meer), maakte het clichégehalte van de hele voorstelling nog meer voelbaar. Maar gaandeweg volgden de acties in het stuk elkaar naadloos op, zodat de aandacht van de toeschouwer volledig werd opgeëist. Geen platte humor, maar ironie en cynisme doorspekt met emoties in een boeiend verhaal, gebracht door stuk voor stuk overtuigende acteurs, maakten het geheel de moeite waard. Dat had wellicht ook te maken met het feit dat dit de voorlaatste voorstelling was van het goed geolied reizend gezelschap, en ik vermoed dat ook de laatste stoeltjes wel zullen uitverkocht zijn.

Vrijdag werd, na een korte en late doortocht langs Ikea in Wilrijk voor een heleboel gewoonlijk vooral onnodige hebbedingen (maar eindelijk ook een koeienvel voor het salon in de living!), onze honger gestild door Lucy Chang in de Koekestad. Veel valt er niet over te vertellen, maar enkel dit, kort en goed: de zaak zat vol, het eten was lekker, verzorgd, heeft gesmaakt, het ging goed vooruit en klaar was kees. En dat is toch wel een beetje jammer. Dus laat ik toch wat meer zeggen... Ze gaan weliswaar prat op hun snelle manier van werken, reden waarvoor ze geen reservaties aannemen, maar wij hadden gedacht dat een maaltijd waarvoor je binnenkomt om 21.15 uur, als het gros van de mensen al gepasseerd is, toch wel iets langer zou mogen duren, vooral ook omdat we toch een gezellig tafeltje bij het raam en naast de verwarming hadden. Niet dus. Bovendien was er op de bovenverdieping een verjaardagsfeestje aan de gang, en dat mochten we gevoeld hebben: ons eerste drankje, waarvoor de ‘garceuse’ al stond te wachten toen we onze jassen nog aan het uittrekken waren, terwijl er al een menukaart in onze handen werd geduwd, werd ruim ná het voorgerecht geleverd. Mijn eega kreeg zijn Chinese pils voor bij het hoofdgerecht er dan maar meteen bijgeleverd, zodat die lauw was tegen de tijd dat we ons voorgerecht en ons aperitief hadden weggewerkt. Toen ik daarentegen een Thaise pils vroeg voor bij mijn hoofdgerecht, werd, ondanks het alomtegenwoordige en veelvuldig starende personeel, ongeveer tegen de tijd dat ik mijn hoofdgerecht afrondde en we al ruimschoots waren buitengekeken omdat we duidelijk veel te veel tijd spendeerden aan ons hoofdgerecht, nogmaals dezelfde Chinese pils geleverd. Zonder al te veel protest wijdde ik dan maar zonder morren deze Chinees aan mijn grote dorst. Een tweede, laat staan een nieuwe vragen zou wellicht toch te veel gevraagd zijn, met de nodige chaos bij het afrekenen tot gevolg.

Omdat we een hekel hebben aan mensen die ons afjakkeren, vooral in culinaire omstandigheden waarvoor we graag onze tijd nemen, besloten we ook koffie en dessert te nemen, al was het maar om de ondertussen gewisselde dienster wat te jennen, die de tafel naast ons al aan het opruimen was, nadat de vorige serveerster die mensen geduldig had bijgestaan naast de tafel tot ze hun rekening hadden betaald. Al bij al wisten we het toch langer dan een uur te rekken, al was dat dan vooral omdat we ons best deden om ons hoofdgerecht dieetgewijs 30 keer te kauwen alvorens het aan de peristaltiek over te leveren. Ondanks alle goede commentaren die her en der over Lucy Chang verschijnen, en de kwaliteit van hun eten dat toch niet zo slecht is, geldt mijn verdict simpelweg: dit is gewoon de Oosterse versie van McDonalds, maar dan duurder omwille van de bediening aan tafel. Vermijden die handel, tenzij je een snelle hap zoekt op weg naar ergens anders...

Tuesday 1 December 2009

Wij zullen doorgaan

Wie de man de afgelopen 2 jaar zag in zijn laatste TV-verschijningen was ongetwijfeld niet verbaasd door het nieuws vandaag over het overlijden van Ramses Shaffy. En toch is het weer een schok om nog een icoon onzer prille jeugd te zien verdwijnen, en te weten dat hij er niet meer is. De flamboyante zanger was de rebel en de bon-vivant van de Nederlandstalige muziekwereld, met muzikaal complexe liedjes en indringende teksten.

Vermoedelijk was de man en zijn repertoire net daardoor ook bij mijn generatie erg bekend en bemind, terwijl hij zich diende te handhaven tussen de Engelstalige pop, iets wat nog weinig Nederlandstalige zangers en kleinkunstenaars hem kunnen nadoen. De erfenis die hij nalaat kan nog jaren gekoesterd worden door de komende generaties: Sammy; Pastorale; Zing, vecht, huil, bid, werk, lach en bewonder; Aan de andere kant van de heuvels; Wij zullen doorgaan, en nog zovele andere.

Bedankt voor al deze mooie liedjes, Ramses. We laten je je eigen gang maar gaan, daar aan de andere kant van de heuvels. Maar wij zullen doorgaan en zingen, vechten, huilen, bidden, werken, lachen en bewonderen...

Sunday 29 November 2009

Sunshine in my soul

Nu de zachte winden plaats ruimen voor een snijdende winterse bries die wordt afgewisseld met een koude striemende regen, lijken warme zomers alweer een verre fata morgana. In de tuin valt er ook al niet veel te beleven, dus wat kan een mens anders dan een beetje actief bezig zijn in de keuken?

Sinterklaas wordt elk jaar steeds heviger al bij voorbaat ongegeneerd de mantel én de pan uitgeveegd om plaats te maken voor kerst- en aanverwante menu’s die ons steeds sneller een nieuw jaar gaan inloodsen, alsof het allemaal nog niet vlug genoeg gaat. Maar terwijl we al weken om de oren worden geslagen met winterse stoofpotten en wildschotels, van de ene week van de smaak naar de andere Michelin-wedren worden gebracht en bij middel van de “Beste Hobbykok van Vlaanderen”, “Komen eten”, “SOS Piet” en andere tenenkrullende televisionele restauratieve onzin die ons in de maag wordt gesplitst, luidkeels worden aangemaand om actief mee te dingen naar een eigen persoonlijke keukenster, blikten wij nog even weemoedig terug op de maanden toen het leven en de schotels nog simpel waren. Dus kwam er vandaag een zomers zalmpje op tafel, met gegrilde aubergines en tomaat, en een olijfolie-/basilicumpuree. En de zon schitterde nog even in ons bord.

Friday 27 November 2009

Keep 'm laughing as you go

Gisteravond werd weer een stukje uit ons plaatselijk Puurs cultuurabonnement genuttigd in de Rode Zaal van De Kollebloem. Het voordeel van het abonnement is dat je verscheidene voorstellingen hebt aan verminderde prijs, en er bovendien nog een extraatje bovenop krijgt, zoals bv. een gratis filmticket; het nadeel is dat je op voorhand de voorstellingen moet uitkiezen, op goed geluk, zonder dat je weet of ze echt wel de moeite waard zijn.

Nu was het de beurt aan “Supermarkt Malschaert”, een “one-woman show” van de actrice Veerle Malschaert, bij nadere kennismaking bij het grote publiek beter bekend als Carla uit “Flikken”. Inderdaad, het personage dat enkel af en toe een papiertje of een dossiertje moet doorgeven van achter haar balie, en verder als groot wapenfeit alleen het versieren van dat andere personage, Raymond, heeft, waardoor ze in de laatste reeks een iets grotere rol krijgt toebedeeld als hun beider leven met relationele en andere problemen een beetje nader wordt belicht. Die dame dus, die inderdaad verder niet echt bekend is omwille van grote acteerprestaties. Maar aangezien de aankondiging van het CC lovende woorden weergaf als “Ze slaat u om de oren, hilarisch en ontroerend. Ge moogt huilen van ’t lachen”, konden we niet anders dan zwichten voor de belofte van een goedlachse avond.

Misschien lag het aan de sfeer in de (halfvolle) zaal, de eerste novemberkoude buiten, of het gebrek aan een opwarmende en/of verfrissende bar in de onmiddellijke buurt van de Rode Zaal, maar het publiek, wij inclusief, geraakte tot ver in de voorstelling maar matig opgewarmd van de eenmansactie die Veerle Malsschaert afstak. Het was duidelijk de bedoeling van de voorstelling dat er enige interactie met het publiek was, reden waarom de zaal ook maar half verduisterd was zodat ze haar publiek kon zien, maar de enkele mensen die door de onverwachte gevraagde interpellatie door de actrice verrast werden, konden dit niet alleen maar matig apprecieren, ze begrepen ook niet altijd goed wat er van hen verwacht werd, en waren ook duidelijk gegeneerd doordat iedereen hen in de gaten kreeg. Wat ook begrijpelijk is; wij hadden immers betaald om in de zaal te zitten en naar een voorstelling op het podium te kijken, niet om er zelf in op te treden.

Bovendien waren de eerste grapjes tot halverwege de voorstelling nogal lauw, soms zelfs helemaal niet grappig en ronduit platvloers, en vervulden ze ongetwijfeld grote delen van het publiek met een soort plaatsvervangende schaamte. Nu zijn de Vlamingen niet bepaald aan hun eerste grap gestorven, en heeft onder meer Urbanus zijn volk toch wel geleerd om zelfs om politiek incorrecte grappen (over homo’s, gehandicapten en migranten) te lachen, maar de manier waarop Veerle Malschaert sommige van de grappen aan de man en de vrouw bracht, ontlokte bij het publiek meestal maar wat ingehouden kuchlachjes.

Het was pas halverwege de tweede helft van de voorstelling dat de humor werd opgevoerd, omdat hij ook meer herkenbaar werd, vooral voor single vrouwen, mensen die de ervaring hebben met daten, en diegenen die zich de vraag stellen over het hoe en waarom van kinderen opvoeden. De scènes over de single vrouwen in de disco, het carnaval en vooral die over het opgroeiende kind (“de teek”) waren in ieder geval onbetaalbaar, en maakten de lauwheid van de eerste helft naar het einde van de voorstelling toe wel weer goed.

We werden niet echt om de oren geslagen, we hebben niet gehuild van het lachen, en enige graad van hilariteit is ook uitgebleven. Maar om de boze tongen het zwijgen op te leggen die beweren dat er geen grappige vrouwen zijn, meen ik toch te kunnen stellen dat er meer in Veerle zit dan we met haar eerste show hebben gezien. Doorbreken als stand-up comedian is niet zo eenvoudig, en gedurende een vol uur de grappen aan elkaar rijgen om het publiek lachende te houden is toch wel heel lang. Tenslotte ben ik geen echte fan van de (f)lauwe humor van Geert Hoste, en toch wordt die ons elke nieuwjaar en nog ettelijke maanden daarna opnieuw door de strot geramd door Eén, terwijl hij een heel jaar tijd krijgt om zijn voorstelling voor te bereiden. Misschien moet Veerle Malschaert wat meer tijd nemen om het geheel voor te bereiden, ondertussen ook een “koninklijk” handelsmerk uitzoeken om de grappen in haar shows op af te stemmen, en vooral maar eens iets aan haar PR gaan doen.

Of tenminste zorgen dat ze speelt in een zaal met een bar...

Sunday 22 November 2009

Soul Cake

Bij het voelen opkomen van een paar pre-kerst-winteraankopen, al dan niet impulsief, trokken we nog eens naar de heimat van mijn eega, en gingen we shoppen in Leuven. Toevallig bleek net het nieuwe "Kookhuys Mafrans" te zijn geopend, een samensmelting van de vroegere gelijknamige electrozaak en het Kookhuys aan de overkant. Wij hadden er, ongeacht de opening, enkele handige hebbedingen voor de keuken nodig, maar het gros van de bezoekers bleef hangen bij de kookdemonstraties van Jeroen De Pauw, en dan vooral omdat er af en toe ook wat over de toog hun richting uit schoof. Sommige bezoekers kwamen ongegeneerd binnen om zich aan de toog van de TV-kok vast te ketenen en alles naar binnen te spelen wat onder hun oog passeerde, zonder nog maar zoveel als een tandenstoker te kopen. Wij keken even rond in de winkel, vonden wat we zochten, en trokken weer verder. Overigens is dit geen gewone kookwinkel meer, maar, geheel in de nieuwe modehype, een "concept store" ofte beleveniswinkel, waar je alles wat je wil aankopen eerst aan en in verscheidene standen kan uitproberen. Benieuwd hoe ze reageren als ik binnen enkele weken, als de openingsdatum al lang verstreken is, eens zou vragen om ter plaatse mijn biefstuk te mogen bakken alvorens de juiste pan te kiezen. Eens kijken of dan de vlag de lading nog dekt...

Met het oog op de aankomende winter gingen we bij Fnac alvast over tot de aanschaf van een paar stemmige muziekjes om de zondagmiddagen nog stemmiger te maken: het allerbeste van Clannad, Wannes Van de Velde, en de nieuwste van Sting "If on a Winter's Night" mochten mee naar huis om ons te verwarmen in de komende maanden.

Aan het einde van de dag mochten we met een hongerige maag in de straten verdwalen op zoek naar onze eigen soul cake, en kwamen uit bij het House of Lalibela, waar we al dikwijls waren langs gelopen, maar het nog nooit hadden aangedurfd om de duik in de Ethiopische keuken te wagen. Dat hebben we bij deze dan wel gedaan, met succes en zeer zeker aan te raden voor iedereen. Als je voor de eerste keer komt, raadt de vriendelijke eigenaar je aan om elk een andere "sampler" te proberen; een schotel met respectievelijk 4 soorten gestoofd vlees en 5 soorten vegetarische mengelingen, alle gekruid met heel uiteenlopende maar smakelijke specerijen. Het geheel wordt geserveerd op en met injera, een soort pannenkoeken, gemaakt van de bij ons onbekende teff-bloem, die blijkbaar alleen maar weldaden schijnt te bevatten. De hele schotel was wat ons betrof één en al weldaad, en hij werd dan ook tot de laatste kruimel weggewerkt, samen met de zeer degelijke huiswijn. Met nog een huisgemaakte mangosorbet en Ethiopische koffie toe, hadden wij onze soul cake ruimschoots gehad, en nog wel voor een spotprijs ook.
Doen. Doén!

Monday 16 November 2009

A walk in the park, a step in the dark

Zondag moest een typische luierdag worden, maar het uitzonderlijke weer in onze contreien noopte de lui er weer tot beweging en actie, dus trokken ook wij erop uit voor een wandeling te velde. Zonder planning of richting voor ogen, maar puur met het vrijblijvende nattevingerwerk, al dan niet gedragen door de wind, en toch wel met een mogelijke sanitaire slempstop in het achterhoofd, stapten we resoluut de Patattenstraat in. Uiteraard had bibi weer niet de reflex om de gelijknamige camera op zak te steken, zodat een visuele voorstelling van gebouw, mens en dier die we langs de kronkelende veldwegels mochten begroeten geheel en al aan de fantasie van de lezer dient te worden overgelaten, maar o.a. de Koevoetmolen, een gevlekt paard, Lippelobos en Hof te Melis passeerden respectievelijk het netvlies. We kwamen uit het Oosten, en het was dan ook onvermijdelijk dat we in Lippelo In de Wandeling moesten terechtkomen, wat zo goed als het eindpunt kon worden beschouwd, ware het niet dat we na de pannenkoeken en de Geuze nog de laatste rechte lijn huiswaarts dienden te volbrengen in het halfduister.

De dag werd bekroond met een sappige homemade Chateaubriand annex gestoofd witloof en gratin dauphinois. Klinkt ingewikkeld, maar is in feite een fluitje van een cent. Voor wie toch twijfelt over hoe het aan te pakken, is er nog altijd dit standaardwerk, dat hoger genoemde molen en kasteelhof ongetwijfeld ook hebben zien passeren:

Thursday 12 November 2009

Book of Days

Tijdens één van de nocturnes gingen we nog eens een kijkje nemen op de Boekenbeurs, om onze dorst naar boeken te kunnen laven, en de gaten in de kast te kunnen aanvullen. Maar, het moet gezegd, we bleven een beetje op onze honger zitten. De aandacht lag enorm op kinderboeken, onderwijsmateriaal, en de "kaskrakers" voor de grote massa. Als koopboeken hebben we liever klassiekers in huis, eerder dan de Dimitri Verhulsten en Erwin Mortiers van deze wereld, over wiens "spectaculaire" boeken binnen enkele jaren geen haan meer kraait. Kijk maar hoe het Brigitte Raskin is vergaan. ("Wie?")

Natuurlijk kan je het niet laten, en ga je nooit met lege handen naar huis, wat ook nu weer het geval was, maar als je niet zit te wachten op een handtekening van deze of gene literaire superster, kan je beter rustig een beetje gaan snuisteren in een degelijke boekhandel, want echte prijsklappers zijn er niet zoveel te vinden, en je moet dan nog 8 euro per kop betalen om ze te mogen kopen ook. Wie Engelstalige literatuur op de kop wil tikken aan een degelijke prijs, kan beter even naar Brussel rijden voor een bezoekje aan Waterstone's.

Ondertussen thuis is het de laatste dagen alweer één en al leven in de brouwerij. Het wit konijn is terug in onze tuin, en blijkbaar levendiger dan ooit. De wortels die voor hem geregeld klaarliggen kunnen er voor iets tussen zitten, maar onze tuin blijkt voor een groot deel van de dag zijn vaste stek te zijn geworden. En gisteren kreeg hij overigens nog gezelschap van twee roodharigen. Nog even en we moeten ook toegangskaarten gaan verkopen.



Tuesday 3 November 2009

Picture Perfect

Om naast de hormonen ook de geest een beetje te stimuleren in de aanloop naar onze eerste IVF, trokken we naar Gent voor een bezoek aan de tentoonstelling van Stephan Vanfleteren, die een mooi overzicht biedt van de portretten die hij maakte van bekende en minder bekende mensen tijdens de laatste 20 jaar. Vooral de markante koppen à la Bomenaar Roland Van Campenhout, Jan Decleir, Eddy Merckx enz. worden, door zijn zwart-wit techniek met centrale scherpte en heldere ogen, getoond hoe ze werkelijk zijn, maar je wordt bv. ook geconfronteerd met een haast onherkenbare, door ziekte geteisterde Johan Anthierens. Een hele mooie tentoonstelling, hoewel ik qua hoeveelheid portretten een beetje op mijn honger bleef, aangezien er ruim plaats was geweest voor meer. Maar daar kan je wellicht voor terecht op zijn website of in het bijhorende boek. Overigens is de locatie op zich, het Circus Mahy, ook al best de moeite waard voor een bezoek, en op zich ook heel fotogeniek. Haast niet te geloven dat de stad Gent enkele jaren geleden als enige bestemming voor dit gebouw de afbraak ervan voor ogen had.

Vervolgens kwamen we terecht in het enige etablissement in de buurt dat we op een druilerige herfstzondag open vonden: de koffiebar Barista, huis van de winnares van het Belgische Baristakampioenschap in 2008, Melanie Nunes. En dat was nu net wat we nodig hadden om het allerheiligenweer door te spoelen... Een honey cappuccino en een caramel macchiato, vergezeld van een chocolademoelleux en een echte Halloween-pumpkin pie!

Terug thuis vingen we de laatste glimp op van het wit konijn, dat ondertussen omwille van de toegenomen koude en ondanks het beschikbare kot annex verse wortelen, het hazenpad heeft gekozen, zijn kat heeft gestuurd, of misschien zelfs wel de konijnenpijp aan Maarten heeft gegeven. We zullen het wellicht nooit weten, en gingen dan maar aan de slag met onze nieuw verworven broodbakmachine. Onze broodjes zullen nu wel rap gebakken zijn.

Wednesday 28 October 2009

Helter Skelter

De roltrap. Die speelde deze en vorige week een hoofdrol in mijn dagelijkse lotgevallen met het openbaar vervoer, en wel als studieobject, om wat variatie te brengen in de pendeltijd. De versie van de Brusselse metro dan wel, want aan de Nationale Maatschappij voor Bizar Spoorverkeer ben ik niet zoveel toegekomen de afgelopen dagen. Ofwel hadden de treinen vertraging (het exacte “tijdsschema” begint steeds meer op een bingospel te lijken), ofwel waren ze gewoonweg afgeschaft, en dan heb je maar te wachten op de volgende – wanneer die ook komt. Dus als je niet op je honger wilt blijven zitten, ben je nog het best af met een auto-metro-combo, dat doorgaans veel meer voldoening schenkt, kortstondige of buitengewone verkeersopstoppingen niet te na gesproken. En dan passeer je dus een aantal roltrappen, want de MIVB heeft duidelijk meer centen te besteden aan haar materiële uitrusting om alles op rolletjes te laten lopen, dan eerder genoemde maatschappij.

Vrijwel elk metrostation biedt de keuze tussen een standaardtrap die je uit eigen beweging mag beklimmen, of het mobiele alternatief. De meeste mensen gaan altijd en overal in eerste instantie voor het would-be-perpetuum mobile, vermoedelijk omdat ze denken dat ze daardoor sneller op een volgende verdieping zijn, hetzij hoger of lager. Misschien zou dat het geval kunnen zijn, als je van de bewegende roltrap gebruik zou maken om de eigen beweging te versnellen, ttz als je dus zelf ook nog gaat stappen op die roltrap. Vreemd genoeg lijken mensen, van zodra ze op een bewegende roltrap staan, compleet ontdaan van enige spierwerking, en blijven ze roerloos staan, om te wachten tot de trap – naar mijn gevoel tergend langzaam – hen op een ander niveau brengt. Ondergetekende nam bovendien de proef op de som, en kon constateren dat je op een standaardtrap nog altijd sneller naar boven gaat dan de mensen in beweging op een roltrap.

Bovendien zijn er nog elementen aan de roltrap die tot onderzoek nopen. Zo is er in eerste instantie de vraag die je je als kind dikwijls al stelt: waar gaat de trap naartoe als hij boven- of onderaan in de vloer schuift? Het gezond verstand (en de techniek) zegt natuurlijk dat de treden in elkaar schuiven om vervolgens via een rotatiesysteem weer naar het aanvangspunt te worden gebracht, m.a.w. dat de trap werkt als een draaiende ketting. Toch blijkt uit het gedrag van veel mensen dat dit nog steeds niet bekend is bij het grote publiek. Soms blijven dames al stilstaan, wordt have en goed in een stevige greep genomen, worden nietsvermoedende bloedjes van kinderen gewelddadig aan de arm opgetrokken, en dat allemaal al op enkele meters van “de spleet”, blijkbaar uit een daadwerkelijke angst om te worden opgeslokt. De goedgeoliede roltrapbeoefenaar weet natuurlijk dat hij kan blijven staan tot net voor de geduchte spleet, om dan met een gezwinde sprong weer op de begane grond te belanden.

Alhoewel de begeleidende leuningband eerder te duchten is dan de trap zelf, omdat hij sneller gaat en je na enkele treden dus vervaarlijk gaat vooroverhellen als je jezelf in evenwicht tracht te houden, hebben de meeste mensen daar echter het volste vertrouwen in. De doorsnee roltrapgebruiker klampt zich dan ook – terecht of onterecht – volledig aan het rubberen leidsel vast, met als gevolg dat hij nog meer uit evenwicht geraakt, en het naderen van de spleet met knikkende knieën tegemoet ziet. Dat leidt dan weer tot een onefficiënt gebruik van de roltrap, aangezien dit onevenwichtig gedrag de weg verspert van andere mensen met een betere controle over hun persoonlijk roltrapgebruik, die verwachten dat de weg voor hen wordt vrijgemaakt aan de linkerzijde van de trap om sneller progressie te kunnen maken. Zo is het roltrapgebruik in steden als Londen bv. veel beter ingeburgerd, en gaan de “trage” en onwennige gebruikers van de “escalier roulant” spontaan rechts houden om de doorwinterde “rollers”door te laten. Dit gebruik is in onze contreien nog niet doorgesijpeld, en dat is dermate ergerlijk (als je tot de snelle gebruikers behoort), dat er in Nederland zelfs al een heuse campagne gestart ter inburgering van het rechts houden op de roltrap.

De roltrap is in ieder geval een merkwaardig studieobject, dat mensen veeleer vertraagt dan ze sneller doet gaan, hen eerder beweging ontneemt dan die te stimuleren, en dus inefficiëntie brengt waar optimalisatie verwacht wordt. Als het van Volkswagen afhangt, is daar snel iets op gevonden...



Sunday 25 October 2009

Kom op konijntje

De witte gedaante hadden we al een drietal keer gezien in hetzelfde aantal weken, gewoonlijk 's avonds laat bij het thuiskomen in het donker, gewoonlijk in gezelschap van een tweede, vermoedelijk wild exemplaar, en we hadden hem (of haar) zelfs al eens voor een aangewaaid plastic zakje gehouden, maar sinds vrijdagnamiddag is het onmiskenbaar en overduidelijk: er zit een wit konijn in onze tuin.



Verscheidene toenaderings- en kennismakingspogingen met behulp van wortels en brood draaiden er gewoonlijk op uit dat het beestje enkele meters verder ging zitten, en één keer zelfs het hazenpad koos, naar de tuin van de buren. Maar elke morgen of avond zit het weer terug op het vertrouwde plekje, al ziet het er ondertussen tamelijk pips uit, en zit er nog maar weinig beweging in, ook al wordt het dan van wortels, groenafval en water voorzien. Diverse contacten hebben al uitgewezen dat het schepseltje vermoedelijk weinig of niets ziet, en vooral op z'n reukorgaan moet afgaan, wat misschien de gedeeltelijke immobiliteit verklaart.

Ondertussen werd een verlaten kippenhok van de vorige eigenaars al uit een hoek van de tuin tevoorschijn gehaald, kwestie van op alles voorbereid te zijn om het diertje eventueel onderdak te bieden. Maar ondertussen laten we het nog wat gewoon worden aan de tuin, en hopelijk raakt het gewend aan een leven in het wild, zodat het zijn eigen Watership Down heeft om op te grazen.


Met één oog op het konijn maken we ondertussen de tuin winterklaar. De hagen en heggen zijn gesnoeid, de dode olijfboom werd omgehakt tot hout voor onze kachel, die we deze winter eindelijk eens hopen aan te steken, en de struiken van de "trosselbezen" zijn... weg.
Of toch uit het gazon naast de grote bomen, waar ze door de vorige eigenaars nogal ongelukkig neergepoot waren. Niet alleen kregen ze er weinig zon, ze stonden er bovendien behoorlijk in de weg bij het afrijden van het gras. Nu staan ze tegen de afsluiting van de buren, in wat ooit de aanzet tot een kruidentuintje was, maar dat nooit kan gedijen omdat het elke zomer de snoepwinkel wordt van de vele slakken en bladluizen, waar ze volgende zomer in de volle zon en beschut van de wind hopelijk goed zouden moeten aanslaan.

Nu rest ons enkel nog het verplaatsen van de twee uit de kluiten gewassen appelbomen die de toegang tot onze voordeur sierden, maar die ondertussen stilaan uit hun bakken barsten. En zo blijven we bezig, onder de argwanende blik van een wit konijn, dat vooralsnog niet gehaast is om ergens naartoe te gaan.