Wednesday 31 December 2008

Ladies' Night

Enkele moeders van mijn spelers vonden dat er onder de dames alleen eens een 'extra-curriculaire' activiteit moest worden gepland zonder de heren erbij, en er kwam er eentje opdraven met de theatervoorstelling Ladies' Night, met enkele BV's die blijkbaar wereldberoemd zijn in het soapcircuit. De affiche die 'Helemaal naakt!' aanprees zag er veelbelovend uit, en omdat de markt van het bloot mannenvlees in het straatbeeld en op TV toch aan een serieuze schaarste onderhevig is - je moet tegenwoordig al op internetblogs terecht om aan je gerief te komen - zag dit aanbod er toch wel zeer aanlokkelijk uit.

De eerste domper op de feestvreugde kwam er wel toen bleek dat we in de Antwerpse Stadsschouwburg zowaar op balkon 2 zaten - ondanks de hoge prijs van de kaarten, die dan wel weer te verantwoorden was door het vooruitzicht op het beloofde bloot - waardoor we helemaal niet midden in de actie kwamen te zitten om een eventuele kunstige klokkenspelchoreografie goed te kunnen beoordelen. Het geheel bleek ook een beetje traag op gang te komen; het eerste half uur geen rollende lachsalvo's wegens niet echt heel grappige conversaties. Het ging tenslotte ook over een groep werkloze mannen, want het verhaal was gebaseerd op dat van The Full Monty, een film die ik zelf jammer genoeg destijds heb gemist in de cinema, maar die zelf ook heel goed bleek te zijn. We werden als opener wel getrakteerd op de blote billen van Gert Lahousse, maar daar bleef het dan ook even bij. Hier en daar werd er al wat gekakeld en een ei gelegd, maar vermoedelijk omdat de dame in kwestie zich in gedachten al zat te verkneukelen aan wat mogelijk komen zou.

In de loop van de volgende scènes werd het humorgehalte toch gevoelig opgevoerd, mede dankzij Carry Goossens en vooral Gert Lahousse, die hun typetjes op fantastische wijze neerpootten en daarmee hun acteertalent nog eens dik in de verf zetten. En vanaf dan gingen de porties humor en bloot samen in crescendo, zonder te vervallen in platte onderbroekenlol of de gebruikelijke situatie- en misverstandenhumor. Het feit dat dit van origine Britse en geen Vlaamse humor was, zal daar wel niet vreemd aan geweest zijn. De meeste dames zaten al op het puntje van hun stoel en er werd gewillig meegeklapt op de opzwepende discomuziek, in afwachting van het moment suprême, het ogenblik waarop de heren the full monty zouden tonen, want de hele voorstelling draaide rond de opbouw naar dat moment.

En dan, toen de rode slipjes uitgingen...was het podium al half verduisterd en ging na een fractie van een seconde het licht uit tot volledige duisternis! Geen tijd om het vlees in de kuip te bestuderen, of te aanschouwen wat de heren in dezen naar voren konden schuiven, geen tijd voor volle ornaten of de fleur 's herens leven. Volksverlakkerij ende misleiding! Maar over het algemeen beschouwd was dit een hele moedige daad van de acteurs, en een aangenaam ontspannende en grappige portie theater, als perfecte afsluiter van een toch wel bewogen, stormachtig en bij momenten minder grappig 2008.

Een fijn eindejaar, en ik bedien u graag weer in 2009. Schollekes!

Monday 22 December 2008

Brussels by night

De 6 weken intensief jobshoppen en jobhunten hebben eindelijk hun vruchten afgeworpen. Na veel overleg en gedebateer, gecorreleer en gediscussieer, is er eindelijk toch een onderneming die de onderneming aangaat om mij in vaste dienst te nemen, zodat ik vanaf januari weer onder contract en onder dak ben. Als enige Vlaming in een internationale omgeving, in een mij totaal nieuwe werkomgeving en gedeeltelijk nieuwe functie, wachten mij een paar bijzondere avonturen, die zeker in de context van de huidige economische malaise niet toepasselijker konden zijn. Afgezien van het feit dat ik mij uiteraard verheug over het feit dat ik in hogervermelde malaise toch een vast contract heb kunnen versieren, terwijl rondom mij de ontslagen vallen en nog zullen vallen, biedt deze overeenkomst ook vastheid van betrekking omwille van het onderwerp zelf waarop zij zich richt, met name net deze economie en de aldaar heersende wantoestanden.

Vanaf januari zal ik namelijk deel uitmaken van de vzw Bruegel, een economische denktank, waarvan - kort gezegd - de leden-onderzoekers uit alle hoeken van de Europese Unie verschillende aspecten van de Europese economie bestuderen, en op basis van die bevindingen de leden van de Europese Commissie van advies voorzien, door middel van workshops, ontbijten, lunches en conferenties. De taak van bibi zal erin bestaan om enerzijds de Franse directeur van deze denktank te assisteren in zijn activiteiten en aldus zijn leven een beetje gemakkelijker te maken (overigens een zeer voornaam heerschap, die o.a. reeds raadgever was van de Franse Minister van Financiën), en anderzijds een Engelse collega te helpen bij de organisatie en het op poten zetten van al deze te organiseren evenementen. Zoals hierboven reeds aangehaald ben ik de enige Vlaming in het geheel, en dus een beetje de vreemde eend in de bijt. Een eerste kennismakingsbezoek op kantoor ontlokte van een collega met Frans-Amerikaans-Poolse roots zelfs de opmerking "it's the first time I actually see one of you guys" (daarmee bedoelend 'een echte Vlaming!'). Daar waar ik de voorbije jaren dus kind aan huis was in de Koekestad, zal - met enige pijn in het hart - vanaf januari de Groote Hoofdstad mijn dagelijkse habitat worden. Niet dat ik mijn hoofdstad geen warm hart toedraag, maar ondanks de pogingen van de Pezewevers van een bepaalde partij om ze te bestempelen als een Vlaamse stad en haar als inzet te gebruiken bij een mogelijke splitsing van België, is het daarom niet zozeer een Franstalige, dan toch wel een internationale stad geworden, waar de kleine Vlaming niet echt meer thuis is. Wie daaraan nog twijfelt, hoeft maar eens een kijkje te nemen op enkele artikeltjes op de website van Brussel Blogt. (NVDR: het hoofdkwartier van de partij in kwestie is overigens zowat naast de deur van mijn nieuwe werkplek gevestigd.)

Omdat Kerstmis gewoonlijk ook de periode is om deze of gene kerstmarkt te bezoeken, en die van onze hoofdstad overigens op een behoorlijke plaats werd geklasseerd, besloten we die gisteren ook eens een bezoekje te brengen. Ze werd namelijk al benoemd tot de meest originele kerstmarkt van Europa. Niet dat we grote kerstmarktfans zijn, maar het hoort een beetje bij de kerstsfeer, en als je er eentje hebt bezocht, kan je weer zonder voor de volgende drie jaar... Zowat tien jaar geleden zou ik ze inderdaad als origineel hebben bestempeld, met huisjes en bijhorende specialiteiten van zowat elk lid van de Europese unie, of elke nationaliteit die in de hoofdstad aanwezig was, en toen stond ze ook nog in het mooie kader van de Grote Markt. Tegenwoordig vertoont ze echter nog weinig verschillen met de kerstmarkt in menig andere Europese stad: de standjes zijn niet langer van de internationale gemeenschap in Brussel, maar van commerçanten die gewoon een centje willen bijverdienen door allerhande prullaria aan te bieden, al dan niet met de stempel 'artisanaal'. De markt zelf strekt zich nu uit over verschillende locaties, waarbij je niet zomaar onbezorgd kan rondstruinen, want je moet straten oversteken aan verkeerslichten waar ook auto's passeren, smalle straatjes doorschuifelen die omwille van een grote concentratie bezoekers als bottleneck fungeren en de vlotte doorgang belemmeren, wat bij sommige mensen tot irritaties leidt, enz. Op de Grote Markt is een hoogtepunt van de markt te vinden, een door Electrabel gesponsord theater van led-lichtjes, als een soort van alternatief voor vuurwerk. Voor de liefhebbers zijn er natuurlijk de schaatsbaan en het reuzenrad op de Vismarkt, die de aandacht afleiden van alle fantastische restaurants die zich rond dat plein bevinden, waarvan het personeel en de eigenaars enigszins beduusd staan te kijken naar de rondschuifelende mensenmassa op het plein tussen de chalets, die uiteraard geen oog hebben voor de culinaire parels errond. Want, en daar is het hem op elke kerstmarkt om te doen, de bruisende activiteit concentreert zich uiteraard rond en voor de verschillende kraampjes waar men de inwendige mens voorziet van spijs en drank: de sissende worsten, de pruttelende potjes met tartiflette, choucroute, couscous, paella, de schuimende glühwein, al dan niet aangelengd met nog sterkere dranken, en de grootste collectie jenevers die ik ooit in mijn leven bij mekaar heb gezien. Het zijn vooral deze kraampjes die gouden zaken doen, niet alleen bij de Belgen, maar vooral ook bij verschillende buitenlandse bezoekers, zoals onder meer Duitsers die graag hun eigen land ontvluchten om in Brussel aan een kraampje te komen aanschuiven voor een broodje met...een gigantische Duitse Bratwurst. Uiteindelijk is elke kerstmarkt dus een soort uit de kluiten gewassen Vlaamse kermis met internationaal karakter. Maar, als je dan toch een grote kerstmarkt wil bezoeken, dan kan je beter een trein/metro naar Brussel nemen, in plaats van uren onderweg te zijn naar Duitsland of Frankrijk, vermits ze toch heel hoog staat aangeschreven tussen haar Europese concurrentie.

Het mooiste van de hele kerstmarkt is en blijft echter nog altijd het decor waartegen dit hele gegeven zich afspeelt: het Sint-Katelijneplein en de Vismarkt, en uiteraard de Brusselse Grote Markt, een van de mooiste pleinen in Europa, waar de mensen gisteren graag bleven hangen in de kerstsfeer, omdat het lichtspel ook enkele spots wierp op de gevels en figuren van de huizen. Uiteraard kan je Brussel niet verlaten zonder een bezoek aan zijn kleinste inwoner, die voor de gelegenheid zijn beste kerstpakje had aangetrokken.


Wednesday 17 December 2008

Pretty Paracetamol

Al voor de tweede keer in iets meer dan een week tijd heb ik weer te kampen gehad met een aanval van migraine. Voor mensen die er niet mee bekend zijn, is het altijd weer moeilijk om het fenomeen uit te leggen. Hoewel het vrij veel voorkomt, en bij vrouwen volgens de statistieken drie keer zoveel als bij mannen, is er nog steeds geen enkele dokter of website die er een plausibele verklaring voor kan geven. Ondertussen weet de wetenschap wel wat het is (vernauwen en verwijden van de bloedvaten in het hoofd), en hoe het ontstaat (hormonaal, door stress), of waardoor het wordt getriggerd (bepaalde voeding, te weinig slaap), maar het 'waarom' van de pijn blijft nog steeds een groot vraagteken en de enige remedie is niet anders dan een zeer zwaar geneesmiddel - hetzij ontstekingswerend en koortsremmend, hetzij specifieke migrainegeneesmiddelen - want alle paracetamollekes en aspirientjes ten spijt laat migraine zich niet zomaar verdrijven. Gelukkig lijd ik nog enigszins aan een 'milde' vorm, want mijn migraine gaat niet gepaard met verdovingsverschijnselen, flauwvallen, overgeven, maar toch wel met de karakteristieke stekende pijn, ofwel over de hele schedel, ofwel aan een kant van het hoofd, de 'aura' (zgn. 'slingers' in het zicht zien) die een aanval voorafgaat, misselijkheid en overgevoeligheid voor licht en geuren. Een paardenmiddel, bij voorkeur met codeïne - in Frankrijk heb ik ooit een stevig exemplaar ontdekt met zowel codeïne en cafeïne dat officieel en vrij bij de apotheek kan worden verkregen, waarvan ik dan steeds weer een paar doosjes meebreng - brengt vrijwel onmiddellijk soelaas, doch niet zonder de gebruikelijke bijwerking dat je bijna letterlijk wordt geveld als een paard. Het middel in kwestie, Prontalgine, verbiedt niet voor niets het besturen van machines en voertuigen als je het hebt ingenomen. En verder kan je dan niets anders doen dan gaan liggen en de kamer zo stil en donker mogelijk maken. Zelfs met de cafeïne slaag je er dan toch nog in om te slapen. Maar je dag, en alle activiteiten die je gepland had, zijn er onverbiddelijk aan, want tegen de tijd dat je er weer bovenop bent, en je 'aching brow' volledig weer gesooth is, is de dag ook weer voorbij. En wat kan een mens dan anders doen dan verder liggen wegsuffen in de zetel met de filmversie van Jane Austen's Pride and Prejudice op TV?

Monday 15 December 2008

Is there anybody going to listen to my story?



Als je een blog begint heb je er geen idee van wie die eigenlijk actief leest. Je geeft de link door aan een aantal mensen die je kent van ver of van dichtbij, in de hoop dat hij zo verspreid geraakt (want daarvoor doe je het uiteindelijk), en begint dingen te schrijven die weetjes of niet-weetjes zijn, maar gewoon als ‘leesbeetjes’ kunnen dienen voor het geïnteresseerde publiek. Maar met het groeiend succes van zo’n blog, groeit ook de druk om er op regelmatige basis iets op te posten - van ‘opposten’ ken ik wel teen en tander, doch dat terzijde – want er gaan zowaar mensen achter je veren zitten met vragen wanneer er weer iets verschijnt, over de inhoud, opmerkingen dat ze het niet helemaal kunnen lezen, enz., waaruit blijkt dat het publiek in kwestie groeit.


Wat is er nu zo fascinerend aan een blog? Mensen schrijven welke schoenen ze gekocht hebben, in welk team ze spelen, wat de Sint heeft gebracht, waar ze zijn gaan wandelen, over familiebijeenkomsten... met andere woorden, in veel gevallen over heel banale onderwerpen. En toch is het net dat lezen over die heel banale onderwerpen dat ons aanspreekt, soms omdat we onszelf erin herkennen (dat verklaart bv. ook het succes van de familiereeks “De Kampioenen”, die waarschijnlijk tot aan het einde der tijden zal worden uitgezonden, gezien haar blijvend succes), soms ook omdat we er juist iets nieuws door ontdekken of leren kennen dat we tevoren niet kenden (bv. interesses, hobby’s, recepten enz.).


Maar waarom ga je deze dingen delen met wildvreemde mensen? Is dat niet een heel klein beetje omdat ons sociaal leven aan een deficit lijdt, omdat we steeds minder bij elkaar over de vloer komen, en die veelvoud aan kennissen slechts bij mondjesmaat zien, zonder er daarom echte gesprekken mee te hebben? Tijdens het leven van onze grootouders vooral, maar ook nog van onze ouders, liepen bij de mensen bij elkaars familie en vrienden de deur plat, soms onaangekondigd en onverwacht, maar in veel gevallen werd je toch met open armen ontvangen en werd het nooit als onaangenaam of ongelegen ervaren. Ik herinner me nog het bezoek dat ik als kind met de familie bracht aan een nicht van mijn grootmoeder in Diest, de dochter van mijn grootmoeders tante, waar we onaangekondigd met open armen werden ontvangen en er terstond om vlaai werd gelopen naar de naburige bakker. Een eenvoudig bezoek, met een eenvoudige ontvangst, die toch een grootse namiddag werd, voor altijd in het geheugen gegrift, want dit soort improvisaties blijken later de leukste bijeenkomsten. Een dergelijke ontvangst, hoewel beide dames reeds rond de 70 waren, en de vader van mijn grootmoeder - de enige link met die familie - na haar geboorte in '13 nooit meer uit de Grooten Oorlog was teruggekeerd, zou je nu alleen nog kunnen verwachten van familieleden of vrienden waar je heel close mee bent. Bij mijn grootmoeder thuis was het trouwens ook veelal de zoete inval, met veel volk - waaronder uiteraard mijnheer Pastoor en zuster Christine - dat over de vloer kwam. Maar een ander onderdeel van het probleem is uiteraard net het feit dat mensen nu niet meer thuis zijn. Mijn grootmoeder (en mijn moeder trouwens ook) waren altijd thuis, terwijl nu iedereen is gaan werken. Ik zat het onderwerp te overpeinzen nu ik hier zelf (tijdelijk) thuis zit, maar er ook niemand anders is om binnen te springen, omdat al die andere mensen natuurlijk op hun werk zitten. Als er een familiebijeenkomst moet gepland worden, dan moeten alle agenda's naast elkaar gelegd worden om te zien of er binnen de zes weken nog een datum is die voor iedereen gelijk past, want iedereen doet tijdens het weekend dan ook nog een sport of hobby. Van spontaniteit is hoegenaamd geen sprake meer. Ik pleit niet onschuldig, want ik maak er mijzelf evenzeer schuldig aan...


En als mensen dan thuiskomen, moeten ze nog boodschappen doen, zijn ze moe, willen ze hun eigen ding doen, niet gestoord worden, en...gaan ze op Facebook zitten surfen! Facebook bestaat al enkele jaren, maar kende de laatste maanden een enorme uitbreiding. Ik sta er ook op geregistreerd, maar blijf het een eigenaardig fenomeen vinden. Ik gebruik het om berichtjes te sturen aan mensen waar ik contact mee houd, die ik af en toe of zelfs regelmatig zie. Maar plots krijg je dan berichtjes, boodschappen, cadeautjes, spelletjes enz. toegestuurd van mensen die je al in 15 jaar niet meer hebt gehoord of gezien, van sommigen die je zelfs maar vaag hebt gekend op school, die er hoger of lager zaten, van (ex-)collega's die op een andere verdieping of in een ander gebouw zaten/zitten, waar je verder bitter weinig contact mee had, terwijl ze zich op Facebook nu profileren als die 'long lost friend'... Is dat eigenlijk niet een hele rare situatie, misschien een beetje pervers zelfs? Bovendien, als je in die stroom wordt meegezogen, word je op Facebook zelf ook verleid tot het versturen van berichtjes, opmerkingen op foto's, het spelen van spelletjes, het 'taggen' of 'porren' van mensen, het lid of fan worden van allerlei verenigingen of bekende figuren (waardoor anderen jouw interesses en jezelf dan weer beter leren kennen), maar voor je het weet heb je een hele hoop tijd verspeeld of 'versurfd'. Die tijd (in veel gevallen toch 's avonds, na het werk) had je dan weer evengoed kunnen besteden aan een telefoontje aan die vriend of die kennis, een afspraakje op café om eens bij te praten, of eens binnenlopen bij deze of gene persoon... C'est fou, non?


Zonder in de val te trappen van de verzachtende omstandigheden waar de kerstperiode gewoonlijk voor zorgt (al heb ik vorige week ook iets gemakkelijker toegegeven aan die bedelaar in de Brusselse metro), kan ik stellig verzekeren - zeker nu ik een tijdje thuis ben - dat de deur en de flessen bij ons altijd open en klaar staan voor onvoorziene bezoekers. En ik hoop van u hetzelfde.



Monday 8 December 2008

Girls on film

... en boys ook natuurlijk.
Een van de papa's van onze Mix-ploeg is volop aan het experimenteren met zijn nieuw fototoestel, en dat heeft tijdens een paar wedstrijden al mooie beelden opgeleverd. Hij slaagt erin van telkens op het juiste ogenblik af te drukken, met knappe en zeer professionele actiefoto's als resultaat.





























Dat de foto's een goede weergave zijn van "het basketballeven zoals het is" en dat dat leven niet altijd zo eenvoudig is in een ploeg met voor driekwart meisjes, getuigt onderstaand beeld van de laatste thuismatch, dat voor zich spreekt...

Friday 5 December 2008

Kdeng kdeng

Sinds de Goodman-ervaring afgelopen is, heb ik weer het genoegen om terug in het circuit van de 'job hunt' te zitten. Een cv dat ondertussen al 2 volle pagina's bestrijkt en de bijhorende 15 jaar ervaring verdwijnen bij elk nieuw gesprek als sneeuw voor de zon, want altijd weer moet je tot in den treure worden getest, binnenste buiten gekeerd en ondervraagd, om toch maar te bewijzen dat het allemaal geen loze woorden zijn, en dat je daadwerkelijk al die dingen gedaan hebt, en de talen die je spreekt ook inderdaad spreekt, om bovendien na 15 jaar ook nog steeds de vraag te krijgen waarom je geen vertaler bent, alsof dat er na al die jaren nog iets toe doet. Het is alsof je aan Paul Michiels zou vragen waarom hij geen melkboer is. Een mens zou er horendol van worden.

Met het solliciteren, dat doorgaans per auto gebeurt omdat veel gesprekken ergens op een comfortabel uur in het midden van de voor- of namiddag vallen, maar af en toe ook per trein, als de locatie en het tijdstip niet zo comfortabel samenvallen, heb ik ook de geneugten van het treinreizen opnieuw mogen ervaren, wat al jaren geleden was. Het is ondertussen ook al heel wat veranderd, maar wat helaas niet veranderd is, is de onaantrekkelijkheid en de ontoegankelijkheid van het treinrijden, vooral dan voor leken, niet-ervaren treinreizigers en buitenlanders.

De eerste keer dat ik bijvoorbeeld terug de trein nam om mij naar Brussel te begeven, en dan niet zomaar Brussel-centrum, want dat zou te gemakkelijk zijn, maar een eind op de Louizalaan, heb ik bijna twee uur op internet zitten zoeken om mij zo goed mogelijk te informeren over vertrek- en aankomsttijden, overstappen, stationsfaciliteiten, metro en trams, enz. Ik maakte me namelijk geen illusie dat het zichzelf allemaal niet zou uitwijzen, en wou beter goed voorbereid aan de rit beginnen.

Die eerste uitstap, waarbij ik van punt A (thuis) naar punt B (een eind op de Louizalaan) moest geraken in de meest voordelige tijdsspanne, zou tegenwoordig door geen enkel wiskundig schoolvraagstuk kunnen worden berekend, want het simplisme van bij punt A op de trein en bij punt B van de trein te stappen, houdt tegenwoordig geen enkele steek meer. Ik begaf me per auto naar het station van Puurs, waar exact op het uur (8.00 uur) een trein passeerde die richting Leuven ging, zodat ik in Mechelen kon overstappen richting Brussel. Het station van Puurs heeft een eigen (onbetaalde) parking, dus dat kwam heel goed uit, al bleek bij aankomst echter - nadat ik enkele plaatselijke omleidingen voor wegenwerken had getrotseerd, die weliswaar waren ingecalculeerd - dat om een onduidelijke reden zowat 1/4 van de parking was aangeduid met bordjes "niet parkeren". Dus, een rit tot bijna het einde van de parking, waar ik het laatste plaatsje vond, om het dan op een loopje te zetten naar het station zelf, want ik moest immers nog een ticketje kopen. In het station gekomen bleek dat de plaatselijke gepensioneerdenbond 1 of andere uitstap bekokstoofde, die met veel omhaal werd aangekondigd aan alle medereizigers in het gebouw, en waarbij voor alle duidelijkheid nog maar eens kond werd gemaakt van de namen van de deelnemers, bij middel van zeer volumineuze naamafroeping door het vrouwmens dat zich als '
Gruppenführer" had opgeworpen. Aangezien iedereen zichtbaar genoot van de persoonlijke aandacht die hen hierbij werd toebedeeld, en bij het horen van de eigen naam een "ja" door het stationsgebouw schalde, waarbij een schalkse blik aan de andere aanwezigen werd geworpen om te laten verstaan "Dat ben ik!", hadden ze zich natuurlijk allemaal rond het vrouwmens geschaard en blokkeerden ze op die manier de hele stationshal, waardoor andere reizigers - die op weg waren naar ernstiger activiteiten - moeite moesten doen om zich een weg te banen door de bende opgehitste veteranen om bij het loket te komen, waar het spoorwegpersoneel het hele tafereel geamuseerd gadesloeg van achter hun kogelvrij uitstalraam. Toen ik een (tamelijk duur) retourticket had aangeschaft en mij naar het juiste perron begaf (na toch maar drie keer te hebben gecheckt of dat wel het juiste was op de aanwezige uurroosters), bleef ik daar even wachten tot de trein eraan kwam. Blijkbaar stond ik ei zo na op de plaats waar mijnheer Huppeldepup elke dag zijn laatste sigaretje rookte voor de trein eraan kwam, want het bebaarde exemplaar in kwestie liep me bijna omver om zich exact tussen mij en het muurtje achter mij te komen installeren, waarop ik niet anders kon dan enkele stappen opzij te doen, want hij wou duidelijk geen millimeter van die ene tegel prijsgeven.

Het traject tot Mechelen verliep perfect, afgezien van het feit dat de trein 3 minuten later vertrok dan volgens schema, maar ach, welke echte Belg maakt daar nu een punt van, zolang hij maar "
à peu près" op tijd is? Door die vertraging was het wel zo dat ik de trein naar Brussel hoorde afkondigen terwijl ik uitstapte en natuurlijk, waarom het gemakkelijk maken als moeilijk ook gaat, was onze trein aangekomen op het spoor aan het ene uiteinde van het station, terwijl die naar Brussel natuurlijk aan het andere uiteinde van het station zou stoppen, waardoor iedereen in een rotvaart tussen de mensenmassa door de Mechelse stationsgang liep in de hoop om nog op tijd te komen. En wat bleek? Er waren zowaar twee treinen die richting Brussel gingen, maar de ene had 5 en de andere 15 minuten vertraging, waardoor we voor niks hadden gespurt.

Op de trein gekomen bleek dat er niet alleen hele banken en aparte zitjes bestaan op de trein, maar er was ook nog keuze uit een soort van halve bankjes. De mensen die daarop zaten zagen eruit van het type semi-autist, die liever niemand naast zich hadden en dus lekker breeduit op het bankje waren gaan zitten, met krant opengeplooid, tas naast zich, enz. Aangezien er nergens nog plaats was - want spitstreinen, vooral als ze vertraging hebben, blijken goed gevuld te zijn - nam ik dan maar voorzichtig plaats op een half bankje naast een dame, die met een vieze blik en een zucht haar handtas opzij trok en helemaal tot tegen het raam schoof. Ik vroeg me al af of de plaatsen soms besproken waren en keek rond om een nummering te vinden, maar kon toch nergens zoiets dergelijks opmerken. Ik had waarschijnlijk het bewegingsruim van de dame in kwestie geschonden.

Bij aankomst in Brussel moest ik een specifieke tram nemen om tot op de Louizalaan te geraken, en aangezien ik wist dat een ticketje op de tram nu duurder was en dat het ongemakkelijk was voor de chauffeur om met wisselgeld in de weer te zijn enz., had ik opgezocht dat er op het centraal station een verkoopkantoor van de plaatselijke MIVB was, waar ik mij alle mogelijke kaartjes, rittenkaart of dagkaart, kon aanschaffen. Ik zocht het hele station af, keek in een paar gangen, bij winkeltjes enz., maar kon nergens het verkooppunt traceren. Je zal maar een vreemde bezoeker zijn die aankomt in Brussel (al was er een plaats waar je Thalys-, Eurostar- en andere internationale ticketten kon kopen, waarbij ik me afvroeg waarom je daar zo'n ticket zou willen kopen, als je net in Brussel bent gearriveerd). Dan bedacht ik me meteen dat zo'n internationale bezoekers waarschijnlijk ook hun ticketjes op de tram zelf moeten kopen, en dat het dus voor mij ook de beste oplossing was. Toen ik op de tram stapte was er voor mij zowaar ook een dame die nog een ticketje moest kopen, en de chauffeur ging hier enigszins aarzelend op in, met een blik op ons gericht alsof we als verdachte criminele individuen eender welk moment een paraplu zouden bovenhalen om hem te lijf te gaan. De vrees voor dergelijke aanvallen zit er diep ingeworteld, bleek duidelijk toen hij me "Deuzeuro!" toesneerde omdat ik niet uit het hoofd wist wat een ticketje kostte. Tijd om het ticketje af te punten had ik niet, want hij ging er met volle vaart vandoor, dus het veiligste wat me te doen stond was gewoon te gaan zitten en geen verdere aandacht meer op mij te vestigen. Gelukkig ben ik op tijd en heelhuids op de afspraak geraakt, maar ik was dan ook ruim anderhalf uur eerder vertrokken vanuit punt A.

De terugreis voltrok zich volgens een gelijkaardig scenario, waarbij in Mechelen tijdens het overstappen bleek dat - in tegenstelling tot in de Engelse metro, waar iedereen mooi aan 1 kant blijft zodat snellere reizigers door kunnen naar hun volgende bestemming - in Belgie iedereen als een zootje ongeregeld in een mensentros de trappen op- en afloopt, waarbij je de keuze hebt om mee te hangen in die tros, of je erdoor te werken zodat je iets meer kans hebt om je trein nog tijdig te halen. Ik koos voor het laatste, want
uiteraard werd mijn reactievermogen ook bij het terugrijden weer op de proef gesteld en diende ik opnieuw een spurt in te zetten naar het verst verwijderde perron, wat mij niet alleen nijdige blikken maar dito opmerkingen en enig duwwerk opleverde van een tweetal dames beladen met de buit van hun dagje shopping, aangezien het hen duidelijk eender was welke trein ze zouden nemen. (De NMBS maakt overigens tegenwoordig reclame om te gaan shoppen per trein in plaats van per auto, dus de modale worker die de hated journey on the train elke morgen dient te ondernemen, gaat veel meer met dit soort tergend trage toeristen te maken krijgen.)

Al bij al was het nog wel leuk, vooral als je niet gehaast bent, want alles heeft zijn positieve kanten, en je hebt tenslotte tijd om wat te lezen, wat in de auto in de file nog steeds niet mogelijk is - als onervaren reiziger weliswaar enigszins nerveus en met een knikkende hoofdbeweging om je er bij elke stop toch maar van te vergewissen dat je je bestemming niet voorbijrijdt. Ondertussen blijkt ook dat het uurrooster van bepaalde treinen weer is aangepast, wat volgens de NMBS de zaken verbetert, maar volgens de reizigers niet. Maar dat zal wel een eeuwigdurende discussie blijven.
De trein is immers, ondertussen meer dan ooit, "altijd een beetje reizen".