Monday 21 March 2016

De zotte morgen

Na mijn studiepauze duurde het een viertal maanden voor ik weer aan de slag kon. Over de debacles die ik daarvoor moest doorstaan was hiervoor al één en ander te lezen. Gelukkig kwam er een ogenblik waarop enkele mensen besloten om een aanwerving niet in handen te leggen van een wereldvreemde rekruteerder die het beoordelen van de capaciteiten van een kandidaat aanpakt als vanuit de rode zetels bij Natalia en Bent Van Looy, maar er zelf tegenaan gingen met een to-the-point test, enkele dieper gravende gesprekken en een stevige portie gezond verstand. Daaruit werd besloten dat het wel veilig genoeg was om het werk waarvoor de selectie gebeurde over te laten aan iemand met de nodige ervaring, diploma’s en denkvermogen. Helaas worden nog steeds een boel generatiegenoten beoordeeld door jonkies met een aandachtsspanne van 5 seconden die een cv en ervaring minder waarde toekennen dan pakweg een Instagramaccount.

Een jaar werkonderbreking bood op meerdere vlakken een openbaring, maar voor mij persoonlijk was het in de eerste plaats de cursus van professor Van Hootegem rond change management, arbeidsorganisatie en het nieuwe werken, die voor een duidelijke aha-Erlebnis zorgde. De nieuw aangebrachte arbeidsorganisatie leek me eigenlijk een simpele toepassing van – tja – het Gezond Verstand (en ook wel een beetje van hoe-het-vroeger-in-de-beginsituatie-vóór-al-die-onzin-was), waarbij het me aan het eind van het semester onbegrijpelijk leek dat niet elke onderneming die onmiddellijk wilde toepassen. Terug in de praktijk bleek die logische klaarheid echter ver te zoeken.

Heel wat organisaties blijken zo te zijn vastgedraaid in een onontwarbaar kluwen van bureaucratisch geneuzel, dat ze door het bos de bomen niet meer zien. Via een heel procedé aan administratieve geplogenheden, van het invullen van standaardformulieren om een collega in actie te krijgen voor iets wat bijdraagt aan de hele organisatie (en eigenlijk niet meer of niet minder uitmaakt dan de eigenlijke job van die collega), tot het redigeren en rapporteren van de acties die je hele takenpakket uitmaken aan een niet nader genoemd extern lichaam onder het mom van kwaliteitscontrole, waarbij dat extern lichaam op basis van die rapportage komt beoordelen of jij je werk wel naar behoren uitvoert en – wat meer is – of dat wel gebeurt volgens de “regels” die dat extern lichaam in het leven heeft geroepen – naar ik veronderstel ook op basis van jouw rapportage, vermits de leden van dat extern lichaam uiteraard totaal geen kaas hebben gegeten van de job die jij doet. En zo onderhoudt een dergelijke bureaucratie zichzelf, doordat de hele administratieve molen errond compleet in een rondje blijft draaien, tot hij op lange termijn vastloopt (of ontploft – vraag maar aan NASA).

Daarnaast gaan mensen op basis van een zekere bureaucratische structuur oordelen dat bepaalde taken niet meer tot hun eigen pakket behoren, en zullen ze de spreekwoordelijke paraplu opentrekken: van zodra iets wordt gevraagd, zoeken ze een excuus om het niet te moeten doen, gaan ze anderen aanwijzen en betrekken, en wordt daarbij een hele rits verantwoordelijken in kopie gezet op het e-mailverkeer, allemaal om alle persoonlijke verantwoordelijkheid van zich af te schuiven in de richting van anderen. Er worden taken als een “hete patat” over diensten heen aan collega’s doorgegeven, ook al hebben die daar inhoudelijk niets mee te maken. Dit soort carrousel gaat door tot ergens in de cyclus weer een verantwoordelijke met gezond verstand oordeelt dat de taak toch terug bij die persoon terechtkomt, omdat het nu eenmaal zijn/haar taak is, wat uiteraard voor bijkomende wrevel zorgt. Ondertussen werd een heleboel tijd, geld en vooral energie verspild en daar doen burn-outs hun intrede, wat in veel organisaties nu het geval is, maar waar het management vaak blind voor blijft.


Uiteraard zijn er nog andere aspecten die een burn-out in de hand werken, zoals het flagrant negeren of net het betuttelen van mensen, het ontkennen van talenten en het ontnemen van alle zelfstandigheid – iets wat met de voorschrijvende bureaucratie uiteraard steeds frequenter en erger doordraait. In combinatie met de vereconomisering van de werkplaats – “je moet opbrengen want je wordt tenslotte meer betaald” – zal dit klimaat van citius, altius, fortius het werk steeds onwerkbaarder maken en meer mensen doen afhaken, omdat ook voor enige rust, zelfrelativering en introspectie helemaal geen plaats meer is. De wereld draait door. En hoe…

Friday 20 November 2015

Cloud Nine

De laatste tijd – vóór de massahysterie na vorige week losbarstte – was er in de media wel wat te doen rond tewerkstelling van werklozen, het (on)heil van de loopbaanbegeleidingscheques en de (on)werkzaamheid van de VDAB daarin.

Deze laatste heeft, naast de goednieuwsshow en de leukigheid rond de dagelijkse “fun”-activiteiten van haar opperhoofd, immers steevast de mond vol van mensen die, na een burn-out of een al dan niet kwalijk ontslag, zichzelf plots heruitgevonden hebben, het licht hebben gezien en nu verder op de ultieme roze wolk door het leven zweven, door het initiatief te nemen om een heel andere richting uit te gaan, een “als-je-het-mij-tien-jaar-geleden-had-gezegd-had-ik-je-gek-verklaard”-introspectie over zich te laten neerdalen en (midlifecrisisgewijs of niet) aan de slag te gaan met boter en eieren, hout en spijkers of – why not – dode mensen, “want dat was wat ze eigenlijk altijd al wilden doen”. Inderdaad, om het welslagen van haar loopbaanbegeleiding te demonstreren voert de VDAB steevast exotische hippievoorbeelden aan van niet-alledaagse loopbaanwendingen die door het toedoen van de cheques aan het licht zijn gekomen door een grondige psychologische analyse en die dus zeker geen sudden urge zijn, in geen geval hoor. Zelf heb ik ernstige vragen bij die sluimerende drang om na je 45ste cupcakes en taarten te gaan bakken, vinger- en teennagels te gaan decoreren, het houden van een B&B of het uitgeleide uit dit leven doen van afgestorvenen (worden daar overigens nog steeds washandjes voor gebruikt?) for a living. Waar zaten die bakkers, mani- en pedicuristen, hoteliers en doodgravers dan verscholen toen deze mensen 13 of 18 en aan een studiekeuze toe waren?

De loopbaanbegeleiding heb ik zelf eveneens gevolgd, maar die leidde niet echt tot diepe inzichten, behalve dat uiteindelijk – na eerdere mislukte sessies bij iemand die na haar ontslag als marketeer bij wijze van retrospectieve roeping loopbaanbegeleider was geworden, met slechts frustratie over haar verloren gegane marketingcarrière – werd bevestigd dat ik wel degelijk nieuwe dingen aankon, als maar de mogelijkheid werd geboden en die dingen aansloten bij mijn eigen kwaliteiten. M.a.w. de demotivatie over werk spruit meestal voort uit de situatie waarin men verzeild geraakt en de (ongewenste) taken die men moet doen, zonder dat men enige betrokkenheid voelt. Ik nam, ondanks dat het werd afgeraden door een tweede – doch degelijke – loopbaanbegeleidster in door de VDAB aangeboden extra time, de beslissing om een nieuwe studie aan te vatten, die mij met nieuwe inzichten – in weerwil van de eerder beschreven verwoede pogingen om mij pootje te lappen onderweg – toch in een andere job zou brengen, waarin ik die kwaliteiten zou kunnen inzetten op een andere manier. En dat staat er nu aan te komen.

Natuurlijk heb ik ook momenten gehad waarbij ik eraan dacht om iets “wilds en totaal anders” te gaan doen – al was dat dan vooral door toedoen van die eerder genoemde VDAB-media-euforie – maar uiteindelijk moest ik erkennen dat die bakker, knutselaar, hotelier, dierenverzorger of doodgraver niet in mij verscholen zat toen ik 13 was, en er dus ook nooit naar behoren zou kunnen uitkomen. Om nog maar te zwijgen van het aantal faillissementen als straks, bij de zoveelste economisch neerwaartse curve of bankencriminaliteit, bij al die producten van de Verlichting het licht wordt uitgedaan.

Nochtans ben ik – puur voor de lol, en natuurlijk ook om de zoveelste afwijzing door iemand die net de tienerjaren is ontgroeid niet in mijn koude kleren te laten kruipen – ook eens met mijn creativiteit aan de slag gegaan, en het resultaat van deze “voor & na” mag overigens best gezien worden…


Misschien toch maar in mijn portfolio steken? Je weet maar nooit dat ik straks in de Kringwinkel het licht niet zie…

Thursday 29 October 2015

Dream on

Een uur. Dat is, met gemak, de tijd die ik besteed aan één vacature: lezen, bekijken of ik ervaring kan voorleggen - of op zijn minst gezond verstand en de nodige competenties - CV aanpassen met nadruk op de juiste dingen en een catchy motivatiebrief schrijven die hopelijk niet in het zwarte gat verdwijnt. Laat ik m.a.w. zeggen dat ik het solliciteren, om na 21 jaar in een andere, meer motiverende functie terecht te komen die beter aansluit op mijn competenties, niet bepaald licht opneem.


En toch moet je dan heel dikwijls vaststellen dat het aan het andere eind van de lijn er niet bepaald op dezelfde manier aan toegaat. Voorbeelden daarvan heb ik al gegeven in vorige blogposts, en ook bij het surfen over de sociale media word je regelmatig met dezelfde ervaringen van andere onfortuinlijke zoekers overspoeld. Daarom dat ik de lezer dezer blog ook niet verstoken kan laten van het debacle dat ik vorig weekeinde bij een sollicitatie op een zaterdagmorgen mocht ervaren bij een grote speler in de verzekeringswereld in het centrum van Brussel. 


Eerder die week solliciteerde ik voor een (nieuw te creëren) adviserende functie, waarbij men mensen die out zijn met een burnout moest trachten te motiveren en begeleiden om stilaan terug aan het werk te gaan. Een zeer sociale functie (dacht ik), die aansloot bij eerdere ervaringen en het onderdeel veranderingsmanagement / arbeidssociologie van de studie die ik net achter de rug had voor het behalen van mijn tweede en meest recente masterdiploma (dacht ik ook). En jawel, ik werd vrijwel meteen opgebeld om op gesprek te komen bij de HR-verantwoordelijke, 30 km verder, in het centrum van Brussel, op een zaterdagochtend, "want dat waren de twee dagen waarop ze besloten hadden om op zaterdag te werken". Een beetje vreemd in het kader van deze functie, maar kom: parkeren zou wellicht geen probleem zijn - betaalparkings genoeg - en file al evenmin, dus er was nog wel iets voor te zeggen (dacht ik). Er zou niemand aan de receptie zijn, dus mijn contactpersoon had haar gsm-nummer gegeven "voor het geval de portier niet zou openen, maar normaal zou dat geen problemen mogen geven".

De deur annex bel, die wellicht nog gefigureerd had in een gangsterfilm uit de jaren '70 (of, indien niet, zich aanstonds een plek in het genre zou moeten verschaffen) gaf geen enkele indicatie van welke knop toegang zou bieden en dus leek het erop dat ik het gebouw niet zou binnengeraken; de portier bleek onbestaande en op het ontvangen gsm-nummer kreeg ik uiteraard geen gehoor na meerdere keren bellen. Tenslotte kwam er een dame naar beneden kijken, die mij door een technisch probleem blijkbaar wel had gezien op de camera, maar de deur niet had kunnen openen. Ze vertelde dat ze geen receptioniste was maar voor HR werkte en dus niet de gewoonte had om de deur te openen. De eerste deur voorbij bleek haar eigen badge niet te werken omdat ze al drie keer op en af was moeten lopen voor de kandidaten die haar eerder genoemde collega allemaal op een zaterdag liet komen en zodoende zaten we met twee vast in de sluis annex inkomhal, met niemand om te verwittigen. Een andere werkneemster (en dus collega van haar) die net passeerde werd door de dame aangeklampt, hoorde haar relaas tamelijk ongeïnteresseerd aan, vroeg zich luidop af wat zij met ons probleem te maken had en nam dus wellicht niets op van de summiere instructies om de deur via de telefooncentrale op de verdieping te openen. Na meerdere keren proberen deed de weerspannige badge toch terug dienst en glipten we met twee door de glazen schuifdeuren naar binnen. Boven was de ongeïnteresseerde hulp niet echt van plan gebleken enige actie te ondernemen, maar was die met haar ontbijtsnack al terug naar haar werkplek opgeschoven. De vriendelijke HR-medewerkster voorzag me van een koffie en plaatste me in de rij van overige kandidaten.

Toen het HR-hoofd dat me had uitgenodigd de kop opstak werd haar jongere collega bij het uitleggen van het badgeprobleem (bij het arriveren van alweer een andere kandidaat) toegesnauwd dat het haar probleem niet was, werd ik eerst compleet genegeerd en werd een andere kandidate die zat te wachten meegenomen naar de interviewruimte. Vervolgens kwam ze weer naar me toe met een "oh ja..." alsof ik een over het hoofd gezien detail was, en ze kondigde aan dat ze mij "eerst naar de teamleader van de technische dienst van het call center zou sturen voor een gesprek", wat me in de contekst van de functie ontzettend vreemd leek. Die man - een overigens heel aardige man - die bij de interpellatie door het vrouwmens een paar keer van mijn CV naar mij keek alvorens het callcenterkluwen te ontrollen voor het impromptu gesprek, nam me mee naar een vergaderkamertje en liet me eerst heel mijn levensloop vertellen. Ik dacht dat het nog om een soort van second opinion ging, dus ik antwoordde gretig op al zijn vragen, evenals het aangename gesprekje over mijn woonplaats, die hij scheen te kennen. Dan vroeg hij zich verwonderd af waarom iemand met zo'n 'indrukwekkend' (sic) CV solliciteerde voor een technische permanentiedienst in een call center - u weet wel, het soort mensen dat een hele dag met een hoofdtelefoon en speaker mechanisch vragen beantwoordt van bellers en door de werkgever getimed wordt tijdens de primaire levensbehoeften (ze zaten er ook op die zaterdag). Ik trok grote ogen en zei dat ik daar helemaal niet voor solliciteerde en legde uit voor welke functie dan wel, terwijl er in mijn achterhoofd al een groot rood knipperlicht met alarm luid begon te loeien - het was nl. niet de eerste keer dat ik mij in dit soort situatie bevond, maar de eerste keer was dan wel 21 jaar eerder en compleet ervaringloos. Volgens de man ging het vermoedelijk om een misverstand door de vele sollicitaties die liepen en hij beaamde dat het weinig zin had om met het gesprek verder te gaan. Hij liet me wachten in de keuken, zei dat het hem speet dat het zo liep en dat hij erg gegeneerd was om me daar zo te laten zitten, waarop hij weer van het toneel verdween. Ondertussen was er bijna drie kwartier verstreken en had ik al spijt van de flauwe slapstick waarin ik was terechtgekomen, overwoog zelfs even om gewoon naar buiten te lopen, maar dat zou dan weer indruisen tegen mijn beleefdheidsprincipes.

Toen het mens klaar was met haar andere gesprek en mij uit de keuken zag komen, liep ze eerst weer weg en probeerde me te negeren als een lastige vlieg. Daarna kwam ze toch teruglopen en met een "kom TOCH maar even binnen, maar ik heb uw CV niet" leidde ze me de interviewruimte in, waar nog een andere HR-collega me vriendelijk begroette met andermans naam, maar onmiddellijk door het mens werd afgesnauwd dat die andere er nog niet was. Terwijl die dame me met grote niet-begrijpende ogen aankeek, stelde ik mezelf voor en overhandigde ik het mens, die ondertussen van ongemak de motoriek van een gedrogeerde psychopaat had aangenomen, weer de kopie van mijn CV die ze net daarvoor aan de teamleader had gegeven. Eerst liet ze me, vermoedelijk ten behoeve van de onbegrijpend - en ondertussen ook medelevend - kijkende collega, weer heel mijn levensloop vertellen, waarbij ze me verschillende keren onderbrak om bijkomende opmerkingen te maken en vragen te stellen, waaruit bleek dat ze de inhoud van het 'niet-voorhanden zijnde' CV wel degelijke kende. Toen ze tenslotte vroeg "wat ik me bij de functie waarvoor ik had gesolliciteerd voorstelde", en ik het duidelijk bij het rechte eind had wat die 'voorstelling' betrof - waarvoor zij me uiteindelijk ook vrijwel onmiddellijk had laten komen na een eerste telefoongesprek - antwoordde ze dat ik al van bij aanvang niet in aanmerking kwam voor die job, omdat ze eigenlijk een medisch/psychologisch profiel zochten, maar voegde ze er achteloos aan toe "dat ik toch veel talen sprak, dus dat ik mijn ei dan toch wel zou kwijt kunnen in het call center". Met een snerpende squeak in mijn beleefdheidsprincipes heb ik het gesprek daar en dan abrupt geshortcut, gezegd dat ik daar hoegenaamd niet in geïnteresseerd was; ik ben opgestaan en met een medelevende handdruk van de andere dame weggegaan.

Nodeloos te zeggen dat mijn bloed op dat moment het kookpunt had bereikt: ik werd middels een telefoongesprek uitgenodigd om me, op zaterdagochtend, onnodig 30 km te verplaatsen, geheel in de waan dat ik zou solliciteren voor een job waarvoor ik in haar mindset op voorhand al niet in aanmerking kwam, compleet zonder medeweten van haar andere HR-collega's, om me dan, zonder mijn medeweten, met o.a. twee universitaire diploma's en 21 jaar ervaring als directiemedewerker, te laten doorstromen naar een functie in een callcenter waarvoor ik al die jaren al die moeite bijlange na niet had hoeven te doen.

Behalve het feit dat mevrouw C. van HR bij Allianz Global Assistance een zootje ongeregeld maakt van haar hele business en mensen ongewenst en ongevraagd een heel debacle laat doorlopen dat onnodig geld, tijd en moeite kost, had ze dan ook nog de culot om me tijdens het wachten aan de lift te zeggen "dat ik misschien beter eens zou proberen bij de afdeling Insurance". Hell yeah, want in een bedrijf waar zo met mensen wordt omgesprongen en waar zo'n oncollegiale, ongeïnteresseerde sfeer hangt, wil ik absoluut werken! 

Voor wat de eigenlijke functie betreft waarvoor ik had gesolliciteerd: die bleek er eigenlijk in te bestaan om, ten behoeve van de werkgever van de verzekerde met burnout, deze laatste telefonisch tot actie aan te porren zodat hij/zij zo snel mogelijk weer aan het werk zou gaan en van de verzekeringskost af zou zijn, en was dus ook helemaal niet zo sociaal als in mijn voorstelling. De stakeholders, en dan vooral de verzekerden die nu thuis zitten met burnout, zijn bij deze geïnformeerd.